75 jaar Vrijheid

Helaas kunnen de bevrijdingsfestivals en veel andere activiteiten niet doorgaan in verband met de coronamaatregelen. Laten we nu extra stilstaan bij de bevrijding van Nederland in 1944-1945.


Dansende mensen na de bevrijding van Eindhoven in 1944. Foto: E.G. Malindine, 1944, Imperial War Museums.

Sommige beelden van de bevrijding worden zo vaak gebruikt dat ze iconen zijn geworden van dat langverwachte moment. Tot die categorie hoort ook de zeldzame kleurenopname die kapitein E.G. Malindine (1906-1970) van de Britse Army Film and Photographic Unit op 19 september 1944 maakte van dansende jeugd op de Markt in Eindhoven. De dag ervoor hadden de eerste geallieerde troepen de stad bereikt. Het tafereel, met de jongeren getooid in rood-wit-blauw en oranje, en met het vlagvertoon op de achtergrond, heeft al meer dan eens model gestaan voor speelfilmscènes over de bevrijding.


Menigte bij gehavende brug aan het Bassin in Weert op 22 september 1944. GAW Beeldbank ALB.43.10.

Een fragment uit het dagboek van Pierre Linssen: ‘Eenieder die ter been was, holde naar het kanaal. De hollende menigte was een gezicht om nooit te vergeten. In een minimum van tijd zag men mensen van de gehuchten Keent, Moesel e.a. Niet te geloven dat het bericht zich zo vlug kon verspreiden. De mensen waren gek op winding. Aan ‘t kanaal, inderdaad daar waren de lang verwachte Tommy’s. Ze kwamen uit de richting Sluis 16. De mensen klauterden over de zeer gehavende brug naar de overkant. De assistent van dokter Venmans kon zo lang niet wachten en springt met kleding en al te water en zwemt naar de overzijde. De mensen uit de omgeving van de brug staan met manden vol appels tussen de passerende Engelsen in, en maar uitdelen. Handjes geven Engels praten, kortom een onvergetelijk ogenblik. Kort was het verblijf van het Suffolk Regiment, want een afdeling gaat in de richting Eindhoven en een in de richting Nederweert.’


Bevrijdingsfeesten in Den Haag. Tineke de Ridder en haar zus staan in het midden van de foto. Collectie: Tineke de Ridder.

Tineke de Ridder: ‘De foto is genomen van de Bevrijdingsfeesten, die bijna in iedere straat werden houden. Ik sta in het midden van de foto met mijn zus, zij in een tuinpakje en ik in een bloemenjurkje met bloemen uit de tuin. Mijn moeder had de kleding gemaakt en God weet waarvan, want we hadden al bijna niets meer. Op de foto zie je ook duidelijk de witte krijtstrepen die bedoeld waren voor allerlei spelletjes zoals zaklopen en dergelijke. Op het poppenwagentje van mijn zus staat Dank aan het I.K.B. Die straatfeesten waren hartstikke leuk met ’s avonds dansen en later toen ik wat ouder was ging ik daar altijd naar toe.’


Bevrijdingsoptocht in de Sint Jurriënstraat te Deventer in mei 1945. Overal werden na de bevrijding dergelijke optochten gehouden. De kleur oranje spat van deze foto af. Rechts staan militaire voertuigen opgesteld. De inwoners van Deventer hadden zich bij de bevrijding op 10 april ook al laten gelden. Massaal waren ze de straat op gegaan, terwijl de Canadezen nog in gevecht waren met de Duitsers. ‘We hadden meer moeilijkheden om ons een weg te banen door de feestende burgers dan dat we last hadden van de vijand’, schreef een Canadese kapitein in zijn verslag. Aan de Diepenveenseweg kwamen twaalf feestvierders om het leven door Duits granaatvuur. Gelukkig kon een maand later de bevrijding echt gevierd worden.


Amstellaan (Vrijheidslaan) Amsterdam – 8 mei 1945 – met de vader van Lilian Westendorp links op de foto met hoed voor de lantaarnpaal. Foto: J.M. Bakels.

Lilian Westendorp: ‘We hadden al een paar dagen tevergeefs op de Berlagebrug gestaan, toen ze dan eindelijk 8 mei kwamen. Wij stonden op de Reinier Vinkeleskade bij HET PAROOL (illegale krant). Wij hadden die altijd gebracht van het adres onze school naar het verdeeladres. Alles was daar versierd en we kregen vlaggetjes, sjerpen etc. Toen de stoet Canadezen langs kwam en stopte mocht ik in de eerste tientonner of zo iets voorin om de weg te wijzen. Ik had en heb altijd wat met rechts en links, dus we gingen vaak verkeerd, de hele laadbak en de hele kolonne zat vol gillende tienermeisjes en er was een geweldig gejuich langs de kant. Op de Hoofdweg stopte de kolonne en kwamen er jongens uit mijn klas me waarschuwen, dat ze tot Haarlem niet meer zouden stoppen en dat ik eruit moest komen. Ik deed dat en we liepen weer naar huis in de Deurloostraat. Inderdaad waren er tientallen en misschien wel meer kinderen, die allemaal terug hebben moeten lopen uit Haarlem. Dit is mijn herinnering aan de intocht van de Canadezen.’


De feestelijke intocht tijdens de bevrijding van Utrecht op 7 mei 1945. Collectie: Appie de With.

Ton Bernsen beschrijft zijn herinneringen aan de periode van 29 april 1945 tot 7 mei 1945, de dag waarop de stad Utrecht werd bevrijd door Britse en Canadese troepen: ‘Enige tijd voor de bevrijding begonnen voedseldroppings door de geallieerden. Ook kwamen sporadische voedselkonvooien naar Utrecht, bestaande uit spiksplinternieuwe militaire vrachtwagens met in burger geklede bemanning, die soms volle pakjes sigaretten op straat gooiden wat tot complete vechtpartijen leidde en waarbij men niet aarzelde met zijn houten zolen hard op de vingers te trappen van bukkende medeburgers! De bevrijding scheen te naderen. Volgens geruchten stond men al bij de Grebbeberg waar ook het kanongebulder vandaan heette te komen. In die spannende verwachtingsvolle sfeer was het logisch dat op de mooie zondagmorgen van 29 april 1945 de Utrechtenaren over de Voorstraat en Biltstraat richting De Bilt begonnen te wandelen om eventueel de bij de roemruchte Berekuil binnenkomende bevrijders als eersten te kunnen verwelkomen.’ Lees hier verder.

Dichter bij 4 mei

Elk jaar wordt onder jongeren van 15 tot 19 jaar de dichtwedstrijd Dichter bij 4 mei gehouden. De winnaars van 2020 kun je hier vinden. Eén van de winnaars is Eva Pronk (15 jaar, Den Haag) met het gedicht Vrijheid.

Vrijheid

de oude man
verstopte joden op zijn zolder,
drukte illegale kranten
en hielp Engelse piloten.
hij loog voor het leven.
hij loog voor de vrijheid.

de vrouw
in de kelder
liet wanneer de vliegtuigen overvlogen
bange mannen, vrouwen en kinderen
schuilen voor de bommen.
zij stond voor het leven.
zij stond voor de vrijheid.

de jongen
net achttien
opgeroepen
om te vechten aan het front
nam afscheid van zijn moeder
en zou haar nooit meer zien.
hij vocht voor zijn leven.
hij vocht voor de vrijheid.

deze helden.
gewone mensen zoals jij en ik.
kozen ervoor te vechten
voor de vrijheid.

als een van deze helden
hier niet voor had gekozen.
was mijn opa dan geboren?
had ik dan geleefd?

Oma

Een leuk ‘ikje’ – ik@nrc.nl – in NRC Handelsblad van Michal Citroen:

‘Mijn kleinzoon Dilla van 14 maanden begint te praten. Uiteraard kan ik zijn vorderingen slechts hunkerend volgen met videobellen: een dagelijks feest. Met deze week een verrukkelijk nieuw hoogtepunt: luid en duidelijk onder aanmoediging van z’n ouders: “Oma”. Telkens weer echt, terwijl hij met mij op het scherm rondrent, “oma”. Ik ben zo opgelucht want ik zag hem eerst veel en was als de dood dat hij mij post-corona niet meer herkennen zou. Vanmiddag kreeg ik een appje. Sorry, we zijn erachter dat hij de telefoon oma noemt.’

Sluiting Tassenmuseum


Het Tassenmuseum sluit na dertien jaar voorgoed haar deuren. Foto: ANP.

Op de website van het Tassenmuseum staat het volgende te lezen:
In 2007 opende het Tassenmuseum haar deuren aan de Herengracht in Amsterdam. In de afgelopen 13 jaar hebben meer dan een half miljoen mensen het museum en de collectie bewonderd.

Op 13 maart jongstleden is het Tassenmuseum gesloten als gevolg van de coronacrisis. Het besluit is genomen het museum niet te heropenen. Er zijn helaas onvoldoende financiële middelen in de vorm van subsidies en sponsoring gevonden voor continuering op lange termijn. Mede gezien de huidige ontwikkelingen in de samenleving is er onvoldoende perspectief voor de toekomst. Alle opties om het museum nog langer open te houden zijn door de Raad van Toezicht en directie uitvoerig onderzocht. Het was een moeilijke keuze. Uiteindelijk is de sluiting van het museum en de afwikkeling hiervan de meest passende vorm om dit prachtige initiatief af te ronden.

Het Tassenmuseum is een onafhankelijke stichting. Het streven is de collectie bij elkaar te houden. Bij het Tassenmuseum werken 32 personen, waaronder freelancers en oproepkrachten (in totaal 15,2 FTE). Ook zijn zo’n 55 vrijwilligers aan het museum verbonden (6,6 FTE). Alle overeenkomsten zullen op zorgvuldige wijze worden afgewikkeld.

Manon Schaap, directeur Tassenmuseum Amsterdam sinds maart 2019: ‘Het stemt mij bijzonder treurig dat ik de deuren van dit bijzondere Huis, dit mooie museum moet sluiten. Samen met mijn team waren wij bezig om de visie betreffende de tas, identiteit, mode, metier en maatschappij tot leven te laten komen. Helaas heeft de realiteit ons ingehaald.’

In dit bericht schrijf ik over de aankondiging van het nieuwe Tassenmuseum in Amsterdam. Anneke den Herder schrijft over de kralenetui waarvan het Tassenmuseum enkele stuks heeft. Hier zie je een afbeelding van een beugeltas op een textielkaart die verstuurd is door MaaikeW.

Portraits in Lace – Breton Women


Foto cover: The dardoupezenn of Pays Dardoup, work costume, Châteauneuf-du-Faou area, 1850.

Dit schitterende boek van Charles Fréger kocht ik tijdens de Dutch Design Week 2019 bij Motta Art Books. Op dat moment was het boek afgeprijsd van € 35 voor € 15. Ik laat je enkele foto’s zien uit dit prachtige foto-/kostuumboek.


The penn sardin of Concarneau, everyday costume, 1900-1910.


The coiffe of Pays Pagan, work costume for farmwomen and seaweed-gatherers, Guissény, Kerlouan, Plounéour-Trez, Brignogan, 1890-1910.


The sous-coiffe of Cancale, simplecostume for young women, Paramé, 1900-1910.


The cotiole of the Rennes Basin area, milkmaid’s costume, 1830-1870.


The Bigouden coiffe of Pont-L’Abbé, special occasion costume, 1945-1950.

De Bigouden muts is al vaker voorbij gekomen op dit blog. Informatie over deze muts kun je in dit bericht lezen. Nog meer informatie over deze hoofdtooi kun je hier en hier lezen. In 2014 besteedde National Geographic aandacht aan de opvallende muts en klederdracht van Bretagne. Hier lees je er meer over. Fotograaf David Seymour maakte ook foto’s van deze bijzondere hoofdtooi die je hier kunt zien.

Meer foto’s uit het boek van Charles Fréger kun je bekijken op zijn website.

Unorthodox


De Amerikaanse Deborah Feldman groeide op in een zeer orthodox milieu – de Satmar-gemeenschap – in New York. Deborah was anders dan de andere meisjes uit haar gemeenschap. Ze had moeite met de vele regels, de achterstelling van vrouwen, het isolement en het ontbreken van enig vermaak. Op haar zeventiende werd ze uitgehuwelijkt en haar belangrijkste taak was het baren van kinderen. Deborah kreeg een kind maar haar leven werd er niet beter door. Uiteindelijk lukte het haar om te breken met de familie en te vertrekken naar Berlijn om daar een nieuw leven op te bouwen. Netflix maakte een vierdelige serie die gebaseerd is op de autobiografie van Deborah Feldman. Vorige week zaterdag keek ik alle afleveringen achter elkaar. Zeer de moeite waard, echt een aanrader! De film begint met de vlucht naar Berlijn waar Deborah gaat wonen bij een groep musici, maar daar komt het verleden naar boven. De flashbacks in de film zijn autobiografisch, de belevenissen in Berlijn zijn verzonnen. Een fors deel van de serie is in het Jiddisch wat de film zeer ten goede komt.


Drie boeken die ik las: Onorthodox van Deborah Feldman waar nu dus een vierdelige serie over gemaakt is door Netflix. Maarten ’t Hart bespreekt dit boek, Mazzel tov van Margot Vanderstraeten: Margot vertelt hoe ze als student bij een orthodox-joods gezin in Antwerpen terechtkwam om de kinderen bijles te geven. Ze bouwt een hechte band met de familie op en met name met de oudste dochter. Als het niet meer nodig is om bijles te geven, blijft Margot toch contact houden met de familie. Een mooi beschreven verhaal van Margot Vanderstraeten. Zij was te gast bij VPRO boeken dat je hier terug kunt kijken, en dan Leerschool van Tara Westover: ook over dit boek vertelt Maarten ’t Hart. Het is een krankzinnig verhaal, bijna niet voor te stellen dat dit vandaag de dag nog voorkomt. Freek de Jonge: ‘Verplichte kost voor de vijfde generatie tot in den treure afgescheiden gereformeerden, voor de vierde generatie pinksterbeweging, de derde generatie moslims en verder voor iedereen die in zijn jeugd beschadigd is door huiselijk, seksueel of verbaal geweld, en die weet dat er meer in hem of haar zit in dan eruit komt.’ Drie titels die het lezen meer dan de moeite waard zijn als je je graag wilt verdiepen in een orthodox milieu en het mormoonse geloof.