De weesmeisjes van het Burgerweeshuis Amsterdam kregen een goede opleiding, maar moesten ook opdrachten uitvoeren van burgers. Dames van de gegoede burgerij lieten hun linnenuitzet naaien en merken door de meisjes van de linnenwinkel in het weeshuis. Deze meisjes stonden in een hoog aanzien. De inkomsten door het naaiwerk waren bestemd voor het weeshuis en zeer welkom. In mijn boek Merk- en stoplappen uit het Burgerweeshuis Amsterdam staat een rekening afgebeeld voor Mevrouw Fraser.
Mevrouw Fraser bestelde (29 september 1814) onder andere: ’36 Ledikant Laekens – 26 Sloope met knoopgaaten – 6 kinder hempjes – 6 borsthempjes – 26 Hals Doeke.’
In 1814 was Maria Sanderson in verwachting van haar dochter Catharina Anna die op 11 januari 1815 werd geboren. Haar zwangerschap zal de reden zijn geweest om een bestelling te doen bij de linnenmoeder Anna Catrina Raaphorst van het Burgerweeshuis Amsterdam.
Een forse bestelling, ze kon het zich vast en zeker permitteren! Die portretten zijn wel heel prachtig, je kunt je het “echtpaar in goede doen” zó voorstellen…..