Haakrollen en haaknaaldjes

Vandaag laat Josefien Sjoerds een gedeelte van haar verzameling haakrollen en haaknaaldjes zien!

‘Alweer een hele tijd geleden heb ik voor dit blog een verhaal geschreven over breirollen. Ik had toen nog niet zoveel exemplaren als nu en ik dacht álles op dit vlak wel gelezen te hebben. En er is ook niet heel veel kennis bij gekomen, eerlijk gezegd. Wat ik wél zeker weet inmiddels is dat een deel van de breirollen die in Europa bewaard zijn gebleven, werden gemaakt door professionals: door breisters die probeerden zich met hun kwalitatief hoge vaardigheden een inkomen te verwerven. De breirol was, bij wijze van spreken, hun etalage. Klanten konden een patroon voor het gewenste breiwerk uitkiezen uit de rol. Hoe mooier en fijner, hoe beter het was. In Oostenrijk (Wenen) ontstond er zelfs, onder leiding van Aurelie Obermayer een particuliere school voor kunstbreien, waarvoor zij ook een lesboek schreef (1896). Het is vrij zeker dat onderstaande breirolletjes afkomstig zijn van een leerling van deze school. Links op de foto een gewone katoenen breirol, rechts het fijne breiwerk uit Wenen, een paar centimeter breed en gebreid met zijde.


Om dezelfde redenen als het breiwerk, werden er ook haakrollen gemaakt: als product van handwerklessen of als proeve van bekwaamheid van de maakster waarmee zij eventuele klanten kon overtuigen van haar vaardigheden. Ook dát speelde zich voornamelijk af voor 1900. Het haakwerk was uitermate fijn, veel fijner dan wij nu gewend zijn onder ogen te krijgen. Er werden zeer dunne haaknaaldjes voor gebruikt en omdat de punten daarvan snel konden beschadigen of breken werden er (± 1870/1880) naaldjes op de markt gebracht die je in kon schuiven, zoals bijvoorbeeld deze:


Of deze:


Deze haaknaaldjes herbergen meer dan één exemplaar: in de linker moet je het schuifje naar achter doen om het andere naaldje naar voren te kunnen klappen. De rechternaaldjes zitten in een soort houdertje, als je die wegschuift komen er nog twee naaldjes tevoorschijn, te zien op het meest rechter exemplaar.

En tot slot zijn er dan de enkelvoudige dunne antieke exemplaren.


Het haakwerk dat met deze naaldjes werd gemaakt is, zoals ik al aangaf, indrukwekkend. Ik kan dat waarschijnlijk ook het best laten zien door het naast een gemiddeld standaard haakwerk te leggen.


Ook deze voorbeeldrollen konden wel een paar meter lang zijn:


En soms werden ze gevoerd met satijn:


Breed of smal, gevoerd en/of voorzien van strikjes, en soms voorzien van een jaartal in haakwerk, boven 1875 – beneden 1885.


Hoewel ik zelf altijd de indruk heb dat er meer mensen kunnen haken dan breien heb ik veel minder antieke haakrollen gezien. Misschien te verklaren uit het feit dat haakwerk veel gebruikt werd voor afwerking en randjes en die voorbeelden werden meestal bewaard in schriftjes zoals deze:


Een opmerkelijk detail van dit schriftje is dat er her en der aantekeningen in staan die gemaakt zijn in een soort Duits. Na wat gepuzzel kwam ik er achter dat het is geschreven in Sütterlin schrift: een schrijfstijl die begin 1900 werd ontwikkeld en vóór de Tweede Wereldoorlog door heel Duitsland werd gebruikt. In 1941 heeft Hitler het gebruik ervan verboden. Oudere mensen bleven het echter gebruiken – ze leerden nooit meer wat anders – terwijl de jongere generatie het nauwelijks kon lezen!

Tot slot een mooi voorbeeld van een gehaakt slabbetje. Ik begrijp waarom het er nog als nieuw uitziet, want na zoveel werk doe je dat geen morsende baby meer om:’

Marken


MaaikeW: ‘Van het werk van Henri Cassiers verschenen meer postkaarten. Tussen 1991 en 2000 gaf Olaf Klijn als uitgever een serie postkaarten uit van deze Belgische illustrator. Je ziet aan de ruimte voor de postcode dat dit een oud kaartje is van uitgeefster Hilde Toepoel, zij vervaardigde tussen 1982 en 1986 ansichtkaarten. Henri Cassiers was een Vlaams kunstenaar, vooral bekend door zijn toegepaste kunst: illustraties, affiches, wandplaten en prentbriefkaarten met vaak een maritieme inslag.’

Walter Castle Keith


MaaikeW: ‘De Amerikaanse kunstschilder Walter Castle Keith schilderde lange tijd in Nederland. Keith was vooral gecharmeerd van het vissersdorpje Katwijk. Hij maakte daar deel uit van de plaatselijke schilderskolonie en schilderde in de stijl van de Haagse School. Keith woonde en werkte ook in Amsterdam, Den Haag, Heeze en Laren. In Amerika gingen zijn “Hollandse” werken goed van de hand. Dit schilderij stamt uit 1905 en is getiteld Langs de vloedlijn. Het schilderij behoort toe aan de collectie van het Katwijks Museum Katwijk.’