Mata Hari


MaaikeW: ‘De kledingstijl van Mata Hari is bekend vanuit modetijdschriften waarin portretten en afbeeldingen stonden. Haar inkomen werd uitgegeven aan mode en bontstola’s en sieraden. In Falmouth Engeland wordt ze in september 1916 aangehouden voor spionage waarbij haar persoonlijke bezittingen werden onderzocht bestaande uit 10 hutkoffers. De inhoud van deze hutkoffers bestond uit een wat wordt omschreven als “zeer professionele garderobe met meerdere jurken, waaiers, bontstola’s en jurken”. In het museum Pakhuis Koophandel, nu ’t Andere Museum was over de mode van Mata Hari van begin 2017 tot eind 2019 een tentoonstelling te zien.’


MaaikeW: ‘In het Fries Museum bezocht ik de tentoonstelling Mata Hari, de mythe en het meisje. Het was niet het enige op Mata Hari gebied dat jaar, ook in ’t Andere Museum was een tentoonstelling Lady of fashion getiteld waarin naast aandacht voor Mata Hari ook aandacht was voor de mode uit die tijd: 1900-1920 en 1920-1930. Zij was klant van het modehuis Hirsch te Amsterdam. Van Isaac Israëls is een schilderij met Mata Hari afgebeeld in kleding van dit modehuis Hirsch. Zelfs bij haar executie op 15-10-1917 ging Mata Hari goed gekleed in grijze zijden japon, om haar schouders dure bont, om haar hals een parelketting en open gewerkte kousen.’

In 2009 schreef ik in dit bericht over Mata Hari.

Corneille schaaltjes


In 2001 maakte Corneille schaaltjes voor Calvé. Bij inlevering van spaarpunten die op de Calvé barbecuesauzen zaten kon je bij het postkantoor schaaltjes afhalen. Met acht spaarpunten en bijbetaling(?) kreeg je een set van twee Corneille schaaltjes. Zo te zien hebben wij veel Calvé flesjes in huis gehad. Nu de kinderen niet meer thuis wonen is dit toch wel anders.

Reclamefilmpje voor de Corneille schaaltjes. Deze reclame zou vandaag de dag niet meer kunnen. Hier nog een reclamefilmpje. In dit filmpje wordt verteld dat je met alle Calvé producten kon sparen voor de Corneille schaaltjes.

Nalatenschap Ed van der Elsken


MaaikeW: ‘Gisteren werd bekend dat de nalatenschap van Ed van der Elsken naar twee musea gaat, het Rijksmuseum en het Nederlands Fotomuseum. Rijksmuseum-directeur Taco Dibbits vindt Van der Elsken vergelijkbaar met de grote meesters. “Van der Elsken maakt het alledaagse bijzonder. Dat is waar Rembrandt in de Nederlandse schilderkunst mee begint en Van der Elsken doet hetzelfde. Beiden willen de werkelijkheid dichtbij je brengen. Ze doen dat allebei door totaal de mens centraal te stellen, je ziet bijna nooit architectuurfoto’s. De kwetsbaarheid van ons als mensen komt fantastisch naar voren. Als er fotografie in de tijd van Rembrandt was geweest, was hij daar gek op geweest want hij wilde de werkelijkheid dicht bij je brengen en dat doet Ed van der Elsken ook”.’

Afbeelding: Rembrandt van Rijn, Saskia en profil in kostbaar kostuum, 1633-1642.

Dit najaar organiseren de musea samen een eerste tentoonstelling waarbij de focus ligt op de werkwijze van Van der Elsken. De hand van de fotograaf wordt zichtbaar gemaakt met de ontwerpen voor twee fotoboeken, proefdrukken, omslagontwerpen, beschreven en betekende foto’s, en contactvellen. Dankzij de verwerving van de complete nalatenschap is dit nu bij uitstek mogelijk.

Straatfotograaf Willem Wernsen

‘Ik kijk met mijn ogen, ik zie met mijn ziel’, is het motto van fotograaf Willem Wernsen. Zijn werk is vooral sociaal documentair, veel portretten en straatfotografie. Hij laat zich inspireren door fotoboeken van vermaarde voorgangers onder wie Henri Cartier-Bresson en Ed van der Elsken. ‘Op mijn dertiende kocht ik die boeken al, met geld dat ik verdiende met het rondbrengen van folders’. Inmiddels heeft hij zelf vijf boeken op zijn naam staan.


De belangstelling voor China begon op jonge leeftijd voor Willem. Zijn eerste kennismaking was in de bioscoop waar hij de film Herberg van het zesde geluk uit 1958 zag. Het mysterie van dit immens grote land liet hem als dertienjarige jongen niet meer los. Jaren later reist hij zelf naar China met als resultaat het prachtige fotoboek Behind the Great Wall.

Stoppen en weven

Vandaag wederom een mooie bijdrage van Josefien Sjoerds. Onderwerp: stoppen en weven.


Josefien Sjoerds: ‘Het lijkt erop dat het begrip “duurzaamheid” in relatie tot kleding, mode en gebruik van textiel heeft geleid tot een hernieuwde belangstelling voor de vaardigheid van herstellen en stoppen van beschadigingen en gaatjes. De generaties vóór ons leerden dat veelal op school of in aanvullende cursussen getuige de vele herstel-, stop- en maaslappen die ons zijn nagelaten. Het was toen de bedoeling dat het reparatiewerk zo onzichtbaar mogelijk werd uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld te zien is op onderstaand lapje.


In het midden van dit geruite lapje zit een stop, de draadjes ervoor werden uit een ander lapje gehaald:


En onderstaand een lapje waarin ook in het midden een stop is gemaakt, vrijwel onzichtbaar, het was stof van een mantelpakje. Ik heb voor de foto een donkere ondergrond genomen omdat anders écht niet te zien valt waar het zit!


Repareren van mooie kledingstukken lijkt ook nu nog wel de moeite waard, maar omdat sokken en kousen snel sleten was dat nu juist bij uitstek een kledingstuk dat vaak ter hand moest worden genomen. Het moest dan ook veelvuldig worden geoefend. Onderstaande oefenkous met groene reparaties bevat bijvoorbeeld zestien stoppen.


Hoewel velen het stoppen van sokken en kousen toch een vrij nutteloze bezigheid zullen blijven vinden, kent het stoppen van mooie gebreide vesten en truien een opleving, zeker als dat kledingstukken zijn waaraan de eigenaar erg gehecht is. De reparaties moeten in dat geval expliciet zichtbaar zijn, juist opvallen, en vakkundig gemaakt. Dat laatste is niet iedereen gegeven maar oefening baart kunst.


Deze foto is van Collingwood Norris.

Deze trend van visible mending deed me denken aan de hulpmiddelen die er vroeger waren om tot mooie stoppen te komen. Veel mensen kennen wel de stoppaddenstoelen, stopballen en stopeieren, die soms als souvenir konden worden gekocht met de naam van de plaats van herkomst erop.


Meestal waren ze van hout, maar soms ook van bakeliet en er zijn zelfs exemplaren met een lampje erin zodat je het werk goed kunt zien. In de jaren dertig van de vorige eeuw is er ook stopgereedschap gemaakt voor het gebruik op de naaimachine. Je spant de sok of kous eromheen en legt het geheel onder de naaimachine. Als er geen doosje of gebruiksaanwijzing bij zit, weet (bijna) niemand meer wat het is. Toch zijn ze best handig.


Waarschijnlijk nog minder bekend zijn de stophulpen die werken als een mini-weefraam, met haakjes.


De basis is meestal een houten schijf of plaatje, die je onder het te repareren gat in het kledingstuk legt. Het metalen deel met de weefhaakjes leg je er boven en je zet het geheel vast met elastiek of een metalen veertje, afhankelijk van het model. Je begint dan over het gat heen een “schering” te maken, met behulp van de haakjes. Als dat klaar is begin je het gat dicht te “weven” met een naald, je zet de inslag vast met een fijn steekje. Je kunt de haakjes aan een soort kammetje van links naar rechts bewegen, wat het weven vergemakkelijkt. Als het gat vol is trek je het elastiekje los en haalt de lusjes, die nog in de weefnaald zitten, los van de haakjes. Je maakt ze vast aan het textiel. En klaar is Kees… of kous eigenlijk… .

Deze leuke apparaatjes werden in allerlei delen van de wereld gemaakt en ze variëren alleen in de details. Iedere fabrikant gaf er zijn eigen benaming aan. Ik heb zelf vier exemplaren waarvan er één uit Nederland afkomstig is (het Leuven’s Stop- en Weefapparaat) één uit Rusland en twee, dankzij daar mijn woonachtige zus, uit Zwitserland. Ze functioneren allemaal prima.


In het doosje van het Züricher Stopfapparat, dat er nog splinternieuw uitziet. zit ook een mapje weefnaaldjes waarvan er niet één is gebruikt. Het apparaatje dus waarschijnlijk ook niet.


Twee hebben er een rond houten schijfje als weefbasis, maar het Russische exemplaar heeft een metalen schijfje in plaats van een houten.


Eén van de Zwitserse exemplaren heeft een rechthoekige basis. Dit apparaatje heet de Magic Weaver. Hij heeft meer haakjes dan de anderen (achttien in plaats van tien) en werkt ook iets anders omdat het aan beide zijden haakjes heeft.


Eerlijk gezegd: toen ik het eerste stop-/weefapparaatje cadeau kreeg – ooit – wist ik waarschijnlijk ook niet precies wat het was en waar het voor werd gebruikt. Maar ze zijn ingenieus en fascinerend en dateren ongeveer van de twintiger á dertiger jaren van de vorige eeuw. Opmerkelijk, maar ook wel begrijpelijk, is dat deze apparaatjes nu weer actief worden gezocht – waarschijnlijk door de liefhebbers van visible mending – en omdat het aanbod schaars is kan de prijs nogal oplopen. Een prijs van enkele tientjes is geen uitzondering.’

Evelien Verkerk gebruikte visible mending voor een shawl. Het mooie resultaat kun je hier zien!

Vervolg Musée de l’Impression sur Etoffes de Mulhouse


Muurschildering in Mulhouse.


Detail muurschildering.



Ga je naar de Elzas en reis je naar de stad Mulhouse, vergeet dan niet om ook een bezoek te brengen aan het mooie Musée de l’Impression sur Etoffes de Mulhouse. In 2014 bezocht ik dit museum en ontving ik een fraai entreebewijs in de vorm van een lapje stof. Heel toepasselijk! In dit bericht zie je daar foto’s van. Vandaag een sfeerimpressie van het museum.




De houten stempelblokken voor het bedrukken van de stof.


De houten stempelblok voor het bedrukken van de stof. In dit bericht lees je over de handdrukkers die bij de Vlisco werkten met de houten stempelblokken.


Robe de jour, circa 1855.