Sluiting Klederdrachtmuseum


Mi na wan Dya Dya Uma of Ik ben een flinke vrouw. Mevrouw Wanda Denz heeft een angisa ontworpen die eerst geen naam had. Ter ere van het boek Angisa Tori heeft zij deze naam bedacht. De angisa wordt met twee doeken gebonden, de ene wordt in plooien gebonden en aan de voorkant van de hoofddoek geplaatst, waardoor deze op een kroon lijkt.

Op de website van het Klederdrachtmuseum staat het volgende te lezen:
Door de beperkte bezoekcapaciteit sinds de heropening vanwege de coronamaatregelen in de anderhalve meter samenleving en het wegvallen van de inkomsten, hebben wij helaas de beslissing moeten nemen om het Klederdrachtmuseum op de Herengracht te sluiten. Het was financieel niet meer haalbaar om de vaste doorlopende kosten te blijven betalen met het wegvallen van de entreegelden.

Stichting Het Klederdrachtmuseum is een niet gesubsidieerd museum en daardoor komt het niet in aanmerking voor de corona-steunmaatregelen voor culturele instellingen van de overheid. In vier jaar tijd is het bezoekersaantal gestegen naar 25.000 bezoekers per jaar, dit is lager dan de vereiste 40.000 bezoekers voor de coronasteun van het Mondriaanfonds en de 100.000 bezoekers voor de overheidssteun. In mei jongstleden heeft het museum nog een crowdfunding actie opgezet in samenwerking met het platform Voor de Kunst onder de titel Red het Klederdrachtmuseum. Maar liefst 259 donateurs hebben hiervoor een bijdrage gegeven. Het totaal opgehaalde bedrag was net voldoende om de huidige vaste kosten te betalen maar niet genoeg voor de periode daarna.

De collectie van het Klederdrachtmuseum is tijdelijk opgeslagen in het depot van het Zuiderzeemuseum. Wij zijn ontzettend blij met hun hulp en ondersteuning in deze bijzondere periode.

De directie en RvT van de Stichting Het Klederdrachtmuseum gaat zich nu beraden over een toekomst ‘na corona’ voor een andere locatie en mogelijk in een andere vorm met een bredere collectie en exposities van kostuums, mode en uniformen van vroeger en nu. Hiervoor gaat de stichting het komend jaar op zoek naar samenwerkingspartners met als doel terug te komen wanneer landelijk de bezoekersaantallen in de musea weer aantrekken. De stichting blijft bestaan als platform en vanuit daar worden nieuwe projecten opgestart.

Het Klederdrachtmuseum is in 2016 opgericht als privé initiatief van Jolanda van den Berg. Met hulp van vele vrijwilligers is het museum gegroeid tot een landelijk en internationaal herkenbaar instituut waarin de Nederlandse streekdracht steeds op een frisse en moderne wijze door middel van diverse exposities werd getoond. Dit museum is de enige plek in Nederland waarin dit textiele erfgoed van alle streken bij elkaar te bewonderen is.


Kosyu, de gastvrouw. Haar kleding wordt gevormd door zeventien hoofddoeken. Dit kostuum wordt alleen bij speciale gelegenheden gedragen. De rok bestaat uit tien in een punt gevouwen hoofddoeken die in de taille met een band worden vastgemaakt. Voor- en achterin de tailleband worden twee driekantige doeken ingestoken. Hieronder draagt de vrouw een empi (een hemdje) en een pangi (lendedoek). De blouse bestaat uit twee diagonaal gevouwen hoofddoeken over elke schouder. Angisa: driekantig gevouwen doek met de punt omhoog.


Koto van sits.

Meer foto’s van de expositie Kotomisi – De kracht van klederdracht kun je hier en hier zien.