De markies met het dubbele leven; 100 jaar Baekers’ Textielfabrieken Eindhoven – Charles Boissevain

Zodra we de plaatsnaam Eindhoven horen, denken we vaak als eerste aan Philips, maar voordat Gerard Philips in 1891 zijn bedrijf oprichtte was er in de lichtstad – de luciferfabricage vanaf 1879 leverde Eindhoven de erenaam lichtstad op – al een bloeiende textielindustrie. Voor de geschiedenis van de textielfabriek Baekers & Raijmakers dook Charles Boissevain de archieven in en legde zijn gevonden informatie vast in een publicatie die op 8 september werd gepresenteerd bij boekhandel Van Piere in Eindhoven.

Voordat we te weten komen dat Wil Baekers (1840-1907) en Leo Raijmakers (1842-1917) firma Baekers & Raijmakers’ Textielfabrieken in 1868 in Eindhoven hebben opgericht, vertelt Boissevain eerst over hun families van vóór 1868. Het ondernemerschap blijkt uit diverse bronnen in de genen te zitten. Kooplieden, winkeliers, bierbrouwers en wijnhandelaren staan zoal vermeld in de documenten.


De eerste fabriek van Baekers. De textielfirma Baekers & Cie bouwt in 1867-!868 aan de Spoorstraat zijn eerste pand, geheel rechts op de foto heel strategisch gelegen precies bij de splitsing van de spoorlijnen naar Boxtel resp. België. Links in de verte het treinstation van Eindhoven. Prentbriefkaart, circa 1900.


Advertentie van Bahlmann & Co. Rotterdamsche Courant, 26 oktober 1858.

Wil Baekers gaat op 17-jarige leeftijd naar Rotterdam om bij de firma Bahlmann & Co als winkelbediende te gaan werken. Hier krijgt hij zijn opleiding en zijn blikveld als winkelier en handelaar in textiel wordt verbreed. Op 23-jarige leeftijd keert Wil terug naar Eindhoven waar Anton van Moll hem helpt in zijn beginnend ondernemerschap. Samen starten zij onder de naam Baekers & Cie een groothandel in Belgisch tijk voor het bekleden van matrassen. In 1868 trekt Van Moll zich uit de firma terug en zijn schoonzoon Leo Raijmakers volgt hem op. Vanaf nu gaan ze verder onder de naam Baekers & Raijmakers. Acht jaar later wordt de vennootschap tussen Wil en Leo ontbonden, maar de firmanaam Baekers & Raijmakers zal blijven bestaan tot medio 1952.


Fabrieksdirecteur en – eigenaar Henri Baekers, 1912.

Per 1 juli 1904 wordt een vennootschap onder firma opgericht tussen vader Wil en zijn zoon Henri Baekers (1873-1932). Na het overlijden van Wil in 1907 is Henri enig directeur-eigenaar. Onder zijn leiding wordt flink uitgebreid en gemechaniseerd. Men start met 25 machinale weefgetouwen waarmee de tijk nu in de eigen weverij machinaal wordt gemaakt. Ook gordijn- en meubelstoffen en markiezendoek worden gemaakt. Het markiezendoek gaat goed, want steeds vaker worden de zonweringen aan de binnenkant van een woning vervangen door markiezen aan de buitenzijde. De eerste machinale weverij heeft een vloeroppervlak van 800 m2, maar in 1907 is deze al tweemaal zo groot.

Willy Baekers (1901-1976), de zoon van Henri Baekers, werkt sinds 1920 bij BARA (Baekers & Raijmakers) waar hij in 1923 onderdirecteur wordt. In 1928 geeft Willy de voorkeur aan een zelfstandige lagere textiel dag- en avondschool. Door alle veranderingen binnen het mechanische weven is meer geschoold personeel nodig. Op 1 april 1933 gaat de nieuwe opleiding van start. Willy heeft zich altijd ingezet voor het opleiden van gekwalificeerde medewerkers. Onder zijn leiding vindt er wederom uitbreiding plaats van de fabrieken. Rond 1930 heeft BARA een bedrijfsoppervlak van circa 15.000 m2 met 500 medewerkers. In 1928 staan er 325 weefgetouwen in de fabriek.

Baekers’ Textielfabrieken kent goede en minder goede tijden. In 1935 lijdt het bedrijf een verlies van bijna 10.000 gulden, maar in 1937 maakt BARA een winst van 132.000 gulden. In deze periode zijn er grote reclamecampagnes waarbij men zich voornamelijk richt op de markiezen die een extra lange levensduur hebben; de markies met het dubbele leven. Vanaf 1939/1940 tot en met 1942/1943 wordt er nog steeds winst gemaakt. Hierna breekt een periode aan met verliezen door gebrek aan grondstoffen, steenkool, elektriciteit en een poos niet kunnen werken. In maart 1945 heeft BARA weer voldoende grondstoffen om aan de slag te kunnen. Wel is er een tekort aan energie en goed personeel. Hierdoor bedraagt de productie slechts tien procent van die van 1939.

Al vanaf 1954 wordt linnen steeds meer verdrongen door katoen. In de sector huishoudlinnen ontstaat overcapaciteit. De veranderingen gaan steeds sneller plaatsvinden in de kledingindustrie, bij het huishoudtextiel en de bedtextiel producten. Dit allemaal ten nadele van de traditionele fabrikanten. Fusies breken aan, maar mislukken vaak door de hoge kosten. Zo ook bij de samenwerking tussen de textielfabrieken van Baekers, Elias en De Haes vanaf 1961. Uiteindelijk kan men door de hoge loonkosten en verouderde organisaties niet meer tegen de buitenlandse producten op. In maart 1966 neemt de laatste directeur Willy Baekers afscheid van zijn medewerkers en op 1966 wordt de firma uitgeschreven uit het Handelsregister. Er is een einde gekomen aan Baekers’ Textielfabrieken.

Jannetje de Pon-Castelijns heeft als rijgster gewerkt bij Baekers’ Textielfabrieken. Haar verhaal kun je hier lezen.


Charles Boissevain beschrijft op een prettig leesbare manier de geschiedenis van Baekers’ Textielfabrieken. Het boek is onderverdeeld in acht hoofdstukken met een chronologische tijdsperiode. Om het overzichtelijk te houden begint elk hoofdstuk met een stamboom zodat de lezer de draad niet kwijtraakt door de enorme hoeveelheid personen die we tegenkomen in het verhaal. De boeiende familiegeschiedenis van Baekers’ Textielfabrieken wordt aangevuld met vele afbeeldingen waarvan het merendeel onbekende foto’s zijn.

De markies met het dubbele leven; 100 jaar Baekers’ Textielfabrieken Eindhoven – Charles F.C.G. Boissevain wordt uitgegeven door WalburgPers. De publicatie telt 200 pagina’s, de afmeting is 15,5 x 24,5 cm, het is rijk geïllustreerd waarvan het merendeel zwart-wit afbeeldingen en het is een paperback uitgave in het Nederlands. ISBN: 9789462494411. Prijs: € 24,90.

7 gedachten over “De markies met het dubbele leven; 100 jaar Baekers’ Textielfabrieken Eindhoven – Charles Boissevain

  1. Een textiel geschiedenis in kort samengevat.
    Dank je wel Berthi voor dit verhaal.
    De naam Raijmakers komt mij wel bekend voor maar de andere naam niet.
    Is er nog een andere industrie die onder deze naam heeft bestaan?
    Gezellige avond
    groetjes, Truus uit Drenthe

  2. @Berthi wie weet is dat waarom de naam mij bekend voortkomt.
    Goed weekend
    groetjes Truus

  3. Nooit geweten van een textielfabriek in Eindhoven…..weer wat wijzer geworden…dank je ….

  4. Beste Berthi, Heel veel dank voor deze mooie samenvatting van mijn boek over Baekers’ Textielfabrieken. Ik ben nu bezig met een vergelijkbaar boek over NV Janssens de Horion’s Wollenstoffenfabrieken te Tilburg (circa 1868-1975). Ik zoek nog mensen die er gewerkt hebben om te interviewen. Ze kunnen mij berichten via cboissevain@outlook.com.
    Nog een beetje reclame als voorzitter van de Vrienden van het TextielMuseum: in deze barre coronatijd kan het TextielMuseum wel wat steun gebruiken. Word donateur via http://www.textielmuseum.nl. Dank en groet, Charles Boissevain

  5. Best Leuk om dit terug te lezen. Heb zelf bij Baekers gewerkt.
    Na een jaar werd ik we al met een fusie geconfronteerd. Het werd Baekers Elias en de Haes. Daar heb ik mijn opleidingen gevolgd. dus over 3 bedrijven. Daar na overgenomen door Gamma Holding Ik ben toen Begonnen bij Vlisco in Helmond.

  6. @Mies Matheeuwsen, leuk dat je hier een reactie plaatst om te vertellen dat je bij Baekers hebt gewerkt en daarna bij Vlisco, een bedrijf dat prachtige stoffen maakt!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *