Happy Halloween 2019


Halloween is een verbastering van All Hallows’ Even, de avond voor Allerheiligen. In de Keltische kalender begon het jaar op 1 november, 31 oktober was dan ook oudejaarsavond. De oogst was binnen, het zaaigoed voor het volgende jaar lag klaar en vervolgens was er even tijd voor een vrije dag; het Keltische Nieuwjaar of Samhain (uitspraak Saun, dat ook het Ierse woord is geworden voor de maand november).

Samhain was ook nog om een andere reden zeer bijzonder. Op het eiland Groot-Brittannië werd Halloween vooral door de Kelten gevierd, die geloofden dat op die dag de geesten van alle gestorvenen van het afgelopen jaar terugkwamen om te proberen een levend lichaam in bezit te nemen voor het komende jaar. De geesten die uit dode mensen op zouden rijzen, werden aangetrokken door voedsel voor hen neer te leggen voor de deuren. Om echter de boze geesten af te weren droegen de Kelten maskers. Toen de Romeinen Groot-Brittannië binnenvielen, vermengden ze de Keltische traditie met hun eigen tradities, die eind oktober natuurlijk de viering van de oogst betroffen en ook het eren van de doden.

Meer informatie over Halloween kun je hier lezen.

Traditioneel wordt Halloween vooral gevierd in Ierland, Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Canada. Inmiddels verspreidt dit feest zich steeds meer over Europa, dus ook in Nederland, alleen merk ik daar niets van in mijn omgeving.

Het rode autootje


Sonja van Hamel vond veertien jaar geleden de eerste ansichtenkaarten uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw met daarop een rood autootje. Waarom was het autootje telkens rood? Deze vraag liet haar niet los. Ze bleef op zoek naar ansichtkaarten met een rood autootje, het kon een rode Ford Taunus zijn, maar ook een rode Kever, een rode Volvo etcetera. Sonja stuitte op verschillende verhalen over het rode autootje, één verhaal vertelt over een ansichtenkaartenfotograaf die net zo lang wachtte met afdrukken tot er een rood autootje voorbij kwam rijden. Dan was de foto bij voorbaat geslaagd omdat rood de foto van een verder saaie straat of kleurloos gebouw altijd wist op te vrolijken. Helaas is het rode autootje aan het uitsterven, net als de ansichtkaart. Vandaag de dag kiest men liever voor een grijze, zwarte of witte auto en ansichtkaarten versturen is bijna op zijn retour. We sturen liever een bericht via WhatsApp.

Sonja van Hamel maakte een selectie uit haar verzameling ansichtkaarten met een rood autootje voor haar boek Groeten van Het Rode Autootje – een reis in ansichtkaarten. Dit boek verscheen in 2017 en onlangs zag ik het in de sale liggen bij de Ako. Het boek ging met mij mee voor de prijs van twee euro.

Tot 1 januari 2020 is in de lounge van het Fotomuseum Den Haag de tentoonstelling Groeten van Het Rode Autootje/We mogen niet klagen te zien.

In 2010 bracht de ansichtkaart De spinster van Sardinië mij op het idee om het project Textielpost te starten. Toen werden er immers al minder ansichtkaarten verstuurd. Inmiddels heb ik een grote krat vol met textielkaarten die uiteraard goed bewaard moeten blijven, het geeft een prachtig beeld van een bepaalde periode. Zeer waardevol!

Visserstruien – visserscultuur


MaaikeW: ‘Deze kaart vond ik deze zomer, mijn hart maakte een sprongetje! Als vissersdochter uit een lang vissersgeslacht was ik al lang op zoek naar een kaart met visserstruien erop. Tenslotte is het een rijke traditie en zegt het iets over de visserscultuur van weleer. Niet voor niets verschenen er een aantal boeken over visserstruien. In 1983 verscheen Nederlandse visserstruien van Henriëtte van der Klift-Tellegen van Cantecleer. Zij schrijft in haar voorwoord: “Niet in alle plaatsen die een vissersvloot hadden, heb ik visserstruien kunnen vinden ofschoon ik vermoed dat ze ook daar gedragen zijn. Als u in het bezit bent van oude foto’s, waarop visserstruien duidelijk herkenbaar voorkomen, wilt u mij daar dan van in kennis stellen?” Her en der zijn initiatieven geweest voor visserstruien en patronen uitgegeven, o.a. in Harlingen vanuit De Kostumerie waarvan de eigenaresse met een visserman getrouwd was. Ook bij de breitentoonstelling was een pakket beschikbaar waarmee je een visserstrui kan breien. Het was heel snel uitverkocht en kan niet meer geleverd worden. Ik hoop dat het tot mooie visserstruien heeft geleid als mooie aanvulling op de cultuur van toen, net als de drie boeken van Stella Ruhe. Tot 31-10 is er in Het Klederdrachtmuseum in Amsterdam een expositie van 50 visserstruien van Stella Ruhe te zien. Na 3 boeken is Stella Ruhe bezig met onderzoek in de landen rondom de Noordzee. Er is bewijs dat de meeste vissers elkaar kenden en elkaar qua kleding beïnvloedden. Over enkele jaren weten we meer als er een Engelse uitgave verschijnt over dit onderzoek. In de Volkskrant van 16-4-2019 ook een artikel.’

Op de afbeelding zie je een Vlaardinger logger met bemanning uit Wierum. Van links naar rechts: Kornelis Freerks Visser, Tjeerd Jans Hiemstra, een Vlaardinger schipper, Durk Durks Hiemstra en Jelle Abes de Wilde, 1930. Collectie Fries Museum, Leeuwarden.

Hier vind je een patroon van een visserstrui en hier een bericht over de Harlinger visserstrui op dit blog. Ook nog een bericht over de Zeeuwse visserstruien kun je hier lezen en bekijken.

Niki de Saint Phalle – aan zee

Na de prachtige en grote overzichtstentoonstelling van Niki de Saint Phalle (1930-2002) in Schunck (Heerlen) in 2011 is er nu wederom een expositie van deze kunstenares. Tot en met 1 maart 2020 kun je werk van Niki de Saint Phalle zien in Museum Beelden aan Zee, dat dit jaar 25 jaar bestaat. Het uitgangspunt voor deze expositie is het beeld Baigneurs ou Danseuse dat de oprichters – Theo en Lida Scholten – van het museum kochten, lang voordat er sprake was van een museum. Gelijktijdig verschijnt de uitgave Niki de Saint Phalle – aan zee, uitgegeven door Waanders & de Kunst.

In 2011 bezocht ik de tentoonstelling Niki de Saint Phalle Outside-in. In dit bericht kun je lezen over de beginperiode van haar kunstenaarsbestaan. Bekend werd Niki door haar Nana’s waar ik in dit bericht over schrijf.


Les Trois Graces, 1994, kunsthars en vinylverf op roestige metalen basis, 66 x 79 x 89 cm, Niki Charitable Art Foundation, Santee, California.

De biografie van Niki de Saint Phalle wordt in het boek Niki de Saint Phalle – aan zee beschreven door Joost Bergman. Er is ook aandacht voor de werken en tentoonstellingen van Niki de Saint Phalle. Niet alleen de Nana’s vormen een belangrijk onderdeel van haar werk, maar ook de Tarot Tuin. Al sinds haar bezoek in de jaren vijftig van de vorige eeuw aan Gaudi’s Park Guëll in Barcelona heeft ze het voornemen om ooit zelf een ’tuin vol vreugde’ aan te leggen. Het verwezenlijken van deze droom komt dichterbij als ze in 1975 een stuk land in Toscane ter beschikking krijgt om een beeldenpark aan te leggen. Niki wil bewijzen dat een vrouw een dergelijk project zonder financiering van buitenaf kan realiseren. In 1979 wordt begonnen met de inrichting van de tuin. Om de tuin te kunnen financieren gaat ze in de jaren tachtig van de vorige eeuw over tot het maken van werken in oplage. Na bijna twintig jaar bouwen wordt in 1998 de tuin geopend voor het publiek.


Niki de Saint Phalle, 1972.

Xandra Schutte gaat in op ‘Niki de Saint Phalle en de bevrijding als vrouw’. ‘Ik kon me niet met Moeder, onze grootmoeders, onze tantes of de vriendinnen van mijn moeder identificeren’, schreef Niki de Saint Phalle in Mon Secret. ‘Hun territorium leek te beperkt voor mijn smaak… Ik wilde de wereld die aan mannen toebehoorde… Heel vroeg kreeg ik de boodschap dat mannen de macht hadden en ik wilde die. Ja, ik wilde hun vuur van ze stelen. Ik zou niet de grenzen accepteren die Moeder mij wilde opleggen omdat ik een vrouw was.’ Niki de Saint Phalle vlucht uit huis om op jonge leeftijd te trouwen, maar ze verlaat haar man en twee kinderen in 1960 om zich volledig te wijden aan de kunst. De volgende stap in haar bevrijding waren de shooting paintings: met zakjes verf behangen schilderijen en plastieken. Met een geweer schoot ze op haar eigen kunstwerken waarbij de zakjes verf uiteen spatte. Ze schoot als het ware de rollen die haar opgelegd waren – dochter, echtgenote en moeder – aan flarden. Halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw begint Niki de Saint Phalle Nana’s te maken die tot op de dag van vandaag populair zijn. Haar eerste tentoonstelling met Nana’s noemde ze Nana Power; het zijn immers sterke vrouwen.


De sculptuur Blum Nana Jaune, Lange Voorhout, Den Haag, 1998.

Hoeveel aandacht heeft Niki de Saint Phalle tot nu toe gekregen in Nederland? Joost Bergman geeft hierop een antwoord. De belangrijkste tentoonstellingen en presentaties in Nederland komen aan bod.


Chien, 1992, beschilderd kunsthars, metalen basis, 49 x 75 x 22 cm, Editie 50 + 10 E.A., Particuliere collectie.

De publicatie Niki de Saint Phalle – aan zee is rijk geïllustreerd; de vrolijke en kleurrijke werken van de kunstenares komen goed tot hun recht en zijn vaak paginagroot afgebeeld. Het is niet alleen een heerlijk kijkboek waarbij de Nana’s de hoofdrol spelen, maar je kunt bovendien de levensweg van Niki de Saint Phalle volgen. Iedereen die van kleur en de Nana’s houdt, is Niki de Saint Phalle – aan zee een aanwinst!


Niki de Saint Phalle – aan zee wordt uitgegeven door Waanders & de Kunst, 23 x 27 cm, 144 pagina’s, 140 illustraties in kleur en 12 in zwart-wit, paperback, Nederlands/Engels. ISBN: 9789462622623. Prijs: € 22,50.

Dutch Design Week 2019


Simone Post kreeg de Young Designer Dutch Design Award 2019.

Na haar afstuderen aan Design Academy Eindhoven (cum laude) heeft textiel- en productontwerper Simone Post collectief Envisions mede opgericht. Na een paar jaar één van de kartrekkers van dit ontwerperscollectief te zijn geweest, richt ze zich sinds ruim een jaar weer meer op haar eigen studio. Esthetisch, verrassend en zichtbaar hergebruik van materialen staat in haar werk centraal. Ze gaat samenwerkingen aan met de industrie om tot in vorm en materiaalgebruik innovatieve ontwerpen te komen en biedt daarmee een nieuwe kijk op verspilling van materialen. Voor Adidas maakte ze kleden van gerecyclede sneakers, voor plastic recyclebedrijf ECO-oh! bood Post een perspectief op de toekomst van hun materialen in de vorm van een inspiratieboek. Voor Vlisco deed ze uitgebreid onderzoek naar nieuwe toepassingen voor hun afvaldoek wat resulteerde in een karpet. Stuk voor stuk ingrepen waarmee Post de bestaande waarde van materiaal dat anders als afval wordt gezien, zichtbaar maakt.

Waste No More


Waste No More van Eileen Fisher zag ik vandaag in de Kazerne tijdens de Dutch Design Week.

In 2009 startte het Amerikaanse modelabel Eileen Fisher een take-back programma – onderdeel van een circulair systeem ontworpen om de waarde van onze kleding te bewaren. Sindsdien verzamelden zij meer dan 1,2 miljoen kledingstukken, ongeacht hun staat en stadium. Onder leiding van creatief directeur Sigi Ahl transformeert de Waste No More studio de meest beschadigde kleding met een speciale vilttechniek – die geen water of kleuring behoeft – tot unieke kunstwerken, wandkleden, kussens en accessoires. Waste No More is een ambitieus experiment, geworteld in een diepgevoelde waardering voor de waarde van hernieuwbare materialen – met een ambachtelijke benadering tot vakmanschap en technologie.

Morgen is de laatste dag van de Dutch Design Week 2019.

Let’s Dance! – Dansmode: van tutu tot pattas

In het Kunstmuseum Den Haag – voorheen Gemeentemuseum Den Haag – is tot en met 12 januari 2020 de tentoonstelling Let’s Dance! – Dansmode: van tutu tot pattas te zien. Gelijktijdig verschijnt het bookazine Let’s Dance.

Ik sla de catalogus – in de vorm van een glossy – open en als eerste vallen de ‘dansende’ letters van de nummer 1 hit uit 1983 op. We hebben het hier over Let’s Dance van David Bowie, de bron van de titel van de expositie in het Kunstmuseum Den Haag. Uiteraard staat het bookazine bomvol met de meest fraaie danskostuums van een klassiek balletkostuum tot hiphop-outfits, maar daarnaast ontbreekt het niet aan informatie.


Koning Lodewijk XIV van Frankrijk als Apollo, God van de zon, in het Ballet Royal de la Nuit, 1653 © Hollandse Hoogte.

Madelief Hohé neemt ons mee naar het Franse hof waar in de 17e eeuw een balletcultuur ontstond met koning Lodewijk XIV als eerste ‘sterdanser’. Hij danste in een kostuum dat gebaseerd was op de mode uit die tijd en hij droeg gewone schoenen met hakken. Zelfs in de 18e eeuw werd er nog steeds gedanst in een aangepaste versie van het modekostuum, pas in de 19e eeuw bracht het romantische ballet vernieuwing. De tutu en de spitzen werden geïntroduceerd. De tutu is tot op de dag van vandaag aanwezig in het klassieke ballet, zelfs in de mode wordt de tutu steeds vaker gecombineerd met stoere kledingstukken en niet alleen voor de vrouwen. In de mannencollectie herfst/winter 2019 toonde Moschino ook een ontwerp voor een mannentutu in combinatie met een zwart leren jack. In de 20e eeuw kwamen populaire dansen, die een nieuwe mode veroorzaakten, zoals: de Charleston-jurk, rock-’n rollrokken, discomode en de hiphop-outfits.


Kostuums voor Het Nationale Ballet & Opera door David Laport, Young Patrons Gala, 2018.

Een interview met Alexandra Radius en Han Ebbelaar – hét danspaar van Nederland – mag niet ontbreken in de uitgave Let’s Dance. Het echtpaar vertelt over de kostuums die te zien zijn in de expositie, maar ook over de liefde voor dans. Over de relatie tussen mode en dans spreekt Georgette Koning met Maria Grazia Chiuri, creative director Dior. Iris van Herpen ‘kruipt in het hoofd van een choreograaf’. Modeontwerper David Laport kleedde vijf balletdansers en een sopraan in sculpturale tutu’s voor het International Young Patrons Gala 2018. ‘Het vertrekpunt van dit ballet was mijn afstudeerjurk met “opgeklapte” rok van geplisseerd nylon’. vertelt Laport. Dan Karaty, danser en choreograaf, – ook bekend van de talentenshows op tv – vertelt dat mode en styling een cruciale rol spelen in dans. ‘Verder zijn dansers trendsetters, niet alleen in hoe ze bewegen, maar ook in de muziek die ze beluisteren en zeker in wat ze dragen. Dans, muziek en mode zijn allemaal met elkaar verweven’, volgens Karaty.


Natalia Goncharova, Kostuum voor een pijlinktvis in Sadko, 1916, gedanst door les Ballets Russes. © Allard Pierson / De collecties van de Universiteit van Amsterdam.

Het beroemde balletgezelschap Ballets Russes uit Rusland danste tussen 1909 en 1929 in opvallende, kleurrijke en fantasievolle kostuums die vaak ontworpen waren door grote kunstenaars als Picasso. Zowel in de tentoonstelling Let’s Dance! als in het magazine kun je een aantal topstukken bewonderen.


Anna Pavlova in de rol van Stervende Zwaan, 1905 © Hollandse Hoogte.

Verder komen in het bookazine Sol León en Paul Lightfoot, de bevlogen huischoreografen van het Nederlands Dans Theater aan het woord, waarna tien pagina’s volgen met afbeeldingen van iconische danskleding met een modetwist want in de mode is deze iconische danskleding tot op de dag van vandaag van invloed. Een voorbeeld hiervan is het kostuum van Anna Pavlova – een tutu met echte veren – dat zij droeg in 1905 als Stervende Zwaan.


Balletkostuums ontworpen door Viktor & Rolf voor Dutch Doubles (2013) door Het Nationale Ballet, Amsterdam © Nationale Ballet, Erwin Olaf / Flatland Gallery, Amsterdam.

Danskostuums hebben veel te verduren en het kan ook niet anders dan dat deze op een gegeven moment rijp zijn voor de prullenbak. Bij Het Nationale Ballet geven ze kostuums soms een tweede leven door ze te verven of door een gedeelte te vernieuwen. Gelukkig verdwijnen niet alle kostuums, maar gaan er ook kledingstukken naar het museum waar ze geconserveerd worden en gebruikt worden voor een tentoonstelling. Soms moet er voor deze gelegenheid kleding gerestaureerd worden, zo ook voor Let’s Dance!. Hier vertelt textielrestaurator César Rodriguez Salinas over. Als laatste wil ik het artikel Couturiers aan zet – ontwerpen voor ballet van Madelief Hohé noemen. Zij gaat in op de samenwerking van beroemde couturiers met de danswereld.


Kleurrijk, vrolijk en informatief wil ik het bookazine Let’s Dance noemen. Het magazine geeft een goede kijk in de danswereld in combinatie met de modewereld. De paperback uitgave is rijk geïllustreerd: circa 150 illustraties, groot van formaat: 23 x 30 cm, heeft 144 pagina’s en wordt uitgegeven door Waanders & de Kunst. ISBN: 9789462622616. Prijs: € 10

Matrozenpakje


Het Nederlands Openluchtmuseum heeft voor Het object van de Maand voor oktober gekozen voor een oranje bevrijdingspak.

Heimelijk had Roos Jenniskens-Engels uit het Noord-Limburgse dorp Meterik gewerkt aan de matrozenpakjes met oranje stof, de verboden kleur van het Nederlandse koningshuis. Wanneer zouden haar jongens ze kunnen dragen? Misschien kwam die dag wel later dan ze hoopte, toen de Amerikanen in september in Maastricht stonden. Het zou nog ruim twee bange maanden duren voordat ze bij hun dorp aankwamen. De ‘bevrijdingspakjes’ werden gemaakt van dunne katoen, niet heel geschikt voor een late novemberdag. Maar misschien was dit wel het enige materiaal waar Roos aan kon komen in die tijd van grote schaarste. Alle textiel was toen al vier jaar op rantsoen en alleen te krijgen met textielbonnen. Toch lukte het haar om twee kostuums te maken, bestaande uit een oranje broek, een witte kiel met afneembare oranje matrozenkraag en oranje manchetten, en een oranje kwartiermuts.

Het pakje van haar zoon, die toen vier jaar was, is onlangs aan het Nederlands Openluchtmuseum geschonken. Op zijn muts heeft Roos met ecru garen de letters JJ geborduurd, de initialen van Jan Jenniskens.


Bron: Nederlands Openluchtmuseum

Ik schreef al eerder over matrozenpakjes, hier en hier kun je er over lezen.