Op 2 april ging ik met het Boekenweekgeschenk op pad en bezocht ik de expositie Hyperrealisme – 50 jaar schilderkunst. Nu moet je rennen als je deze interessante tentoonstelling nog wilt zien!
Roberto Bernardi is geboren in Italië (1974, Todi) en heeft als restaurateur gewerkt in de San Francesco a Ripa Kerk in Rome. Daar bestudeert hij de werken en schildertechniek van de Oude Meesters. Deze kennis, in combinatie met het gebruik van de modernste technieken, stelt hem in staat hyperrealistische stillevens te maken met buitengewoon heldere en intense kleuren. Hij fotografeert eerst een arrangement van glazen potten of fruitschalen en brengt deze dan, in doorschijnende lagen olieverf, met een kwast over op het doek. Op deze manier vertaalt Bernardi traditionele motieven voor stillevens naar onze tijd.
Tjalf Sparnaay is geboren in Nederland (1954, Haarlem). Hij is een van de belangrijkste Europese vertegenwoordigers van het hyperrealisme. Hij voegt zich in de late jaren tachtig bij de beweging toen hij zocht naar een nieuw, ongekend motief. Hij vindt zijn favoriete objecten in allerlei soorten snacks en frisdranken, zoals blikjes, sandwiches, patat en gebakken eieren. Met name gebakken eieren worden een van zijn favoriete onderwerpen; hij maakt er zelfs een serie van. Door alledaagse voorwerpen uitvergroot weer te geven en door terug te grijpen naar verftechnieken uit de zeventiende eeuw ontwikkelt Sparnaay zijn eigen, individuele stijl die hij megarealisme noemt.
Raphaella Spence personifieert de internationale verbreding van het hyperrealisme wat betreft haar afkomst en haar keuze van motieven. Ze is in 1978 geboren in Londen, maar groeit op in Frankrijk en Italië. Ze fotografeert steden over de hele wereld met behulp van een 66-megapixel camera. Haar werk opent nieuwe perspectieven op deze kunststijl. In plaats van steden te fotograferen vanuit het perspectief van de inwoners vliegt ze er overheen in een helikopter. Ze zet de beelden dan pixel voor pixel over op doek, hetgeen resulteert in een messcherp, hyperrealistisch schilderij.
De Belgische kunstenaar Dimitri Desiron (geboren in 1971 in Antwerpen) schildert een stille, introspectieve wereld, grotendeels geïnspireerd door zijn directe, stedelijke omgeving. Zijn gevoel voor detail drijft hem tot een voortdurende zoektocht naar de onderliggende schoonheid in architecturale elementen en texturen. In zijn werken met verweerde stadsgevels, stalen constructies en kades tot banale spoor- en kasseiwegen is licht steeds zijn leidmotief. Veel van zijn werken zijn verlaten, maar zelfs de voorstellingen waarin mensen, vaak kinderen, figureren, doen desolaat aan.
Andreas Orosz (geboren in 1960 in Giessen in Duitsland) stelt vooral stadsgezichten centraal in zijn werk. Net als zijn Amerikaanse collega’s verrast hij de kijker met speciale perspectieven of landschappen zonder mensen. Verschillende texturen en oppervlaktestructuren, zoals weerspiegelingen van etalages, spelen een belangrijke rol net als ingewikkelde contouren van gebouwen. Er ontstaan meerlagige stadsgezichten en stads-stillevens, waarvan ieder onderdeel een harmonische dialoog aangaat met een ander onderdeel zonder zijn eigen, individuele belang te verliezen.