De treinreis bracht Jenny en mij gisteren naar Den Haag. Als eerste stond een bezoek aan Museum Beelden aan Zee op het programma en daarna gingen we naar Escher in het Paleis.
Pieter de Swarte ontwierp in 1760 voor Anthony van Patras een woonhuis aan het Lange Voorhout. Uiteindelijk werd het gebouw in 1796 door Archibald Hope gekocht.
Koningin-moeder Emma kocht het pand in 1896 uit de nalatenschap van haar overleden zwager Prins Hendrik, bijgenaamd de Zeevaarder. Ze liet het uitgebreid verbouwen voor ze hier in 1901, na het huwelijk van koningin Wilhelmina, naar toe trok.
Koningin-moeder Emma gebruikte het Paleis als winterpaleis, in de zomer verbleef ze op Soestdijk. Het gebouw was bij de vorstinnen Wilhelmina, Juliana en Beatrix hun werkpaleis. Koningin Juliana begon als eerste koningin vanuit dit Paleis haar rijtoer in de gouden koets bij de opening van de Staten Generaal op Prinsjesdag. Fameus is het traditionele zwaaien van de koninklijke familie op het kleine gouden balkon aan de voorgevel. Inmiddels mag dit balkon niet meer betreden worden.
Koningin Beatrix en Prins Claus werkten hier totdat het Paleis aan het Noordeinde geschikt was gemaakt als werkpaleis. In 1991 verkocht de familie het pand aan de gemeente Den Haag op voorwaarde dat er alleen culturele activiteiten in plaats zouden vinden.
Mooie plaatjes en een leuk verhaal. Vast een interessant uitstapje geweest.