Quilts voor Serious Request


Tamara van de Grijp: ‘Toen we een maand of twee geleden hoorden dat Serious Request zich in Haarlem zou afspelen kreeg ik een idee. Ik bedacht dat het misschien goed was om de vele quiltsters die deze stad en de regio telt eens aan het werk te zetten met dit goede doel als inzet.

Zo ook zag ik dat er een bepaalde koppeling te maken was tussen de doelstelling van Serious Request, meisjes en vrouwen van seksueel geweld in conflictgebieden en de bij velen bekende Sylvia’s Bridal sampler. Immers, een Bridal sampler is bedoeld als geschenk voor een bruid om haar geluk en voorspoed te wensen.

Nu heb ik vorig jaar zelf een Sylvia’s Bridal sampler gemaakt en ben maanden bezig geweest met 140 blokken te naaien en die door te quilten. Honderdveertig! Zou ik 140 quiltsters enthousiast kunnen krijgen om ieder zo’n blokje te laten kopen, te maken en de opbrengst dan te schenken aan het goede doel? Ik twijfelde, maar wie niet waagt, die niet wint en dus plaatste ik mijn idee op de Nieuwsbrief die de Sampler elke twee weken uitgeeft. Toen gebeurde er iets onwerkelijks. Je wilt het niet geloven, maar binnen vijf minuten begon mijn mailbox te “ratelen” en na twee uur waren alle 140 blokken á € 5,- verkocht. WOW!


Maar… nu kwam het volgende probleem: mijn mailbox bleef maar met verzoeken volstromen. Daarom Ine Buisman gebeld voor goede raad. “Ine”, zei ik, “ik heb een probleem. Weliswaar een luxe probleem, maar wel degelijk een probleem. Ik heb meer, veel meer aanvragen dan blokken. Hoe moet dat nu?” Ine wist gelukkig raad. “Weet je”, zei ze, “we maken nog een quilt en wel een soort groet-quilt en die noemen we Tulips from Holland.” En om nu een lang verhaal kort te maken: er waren zo veel aanvragen dat we niet één, maar twéé Tulips from Holland quilts konden laten maken.
Hoe nu verder? Voor de werkelijk prachtige Sylvia’s Bridal sampler kan iedereen loten kopen á 2,50 per stuk. De opbrengst gaat uiteraard geheel naar Serious Request. Daartoe kunt u in de winkel loten kopen of anders het bedrag (of een veelvoud daarvan) overmaken op rekening NL44 ABNA 0546 3605 13 met vermelding van Loten SR. Wij reserveren dan uw nummer in een gesloten envelopje met uw naam erop.


De Tulips from Holland quilts gaan, als ze klaar zijn, richting het Glazen Huis en zullen daar geveild worden. Ook deze opbrengst is natuurlijk voor het goede doel. Aldus gedaan hopen en verwachten we tenminste een opbrengst van tenminste € 2.500. Een prachtig bedrag waar heel veel mensen aan hebben meegewerkt. Apart en extra moeten genoemd worden alle dames die in hun vrije tijd de blokken bij de Sampler aan elkaar hebben genaaid. Veel dank ook Ine Buisman, Auk Ferwerda en Ingeborg Mak die snel bijsprongen toen ik die enorme golf aan enthousiasme over me heen kreeg. Tenslotte gaat veel dank uit naar Clazien Zwaan van het Kennemer Quilthuis in Heemstede die de drie quilts geheel belangeloos heeft doorgequilt en naar Ad Rens van STOF A/S die de achterkantstof van de quilts sponsorde.’

Op reis met Van Gijn


Tot en met 25 mei 2015 is in het Huis van Gijn de expositie Op reis met Van Gijn te zien. Gelijktijdig verschijnt een publicatie met dezelfde titel.


Simon van Gijn (1836-1922) maakte tussen 1850 en 1907 tientallen reizen. Eerst met zijn ouders, later met zijn vrouw Cornelia Vriesendorp (1841-1889). Van dertig reizen hield hij een reisverslag bij.


Het zijn vooral uitzichten, musea en steden die Simon beschrijft in zijn journaals, zelden reisgenoten of persoonlijke zaken. Uitzonderlijk is het dan ook om in zijn reisverslag van 1897 door Noord-Duitsland te lezen: ‘Gepleisterd (gepauzeerd) aan de Tachauer Mühle, waar ons bier en smeck werd toegediend door een aardig uitziend mollig meisje.’ Een mooie aantekening maakte Simon over zijn verjaardag tijdens één van zijn reizen: ‘Mijne reisgenoten verrassen mij aan het ontbijt met hunne gelukwenschen en een kostelijk geschenk: n. een dozijn kreeftenvorken, een artikel dat als zeer praktisch, in den Lubecher Rathskeller mijn aandacht had getrokken.’


Iedere zomer maakte Simon samen met zijn vrouw Cornelia een buitenlandse reis van vier tot vijf weken. Tussendoor gingen zij nog naar Parijs, Brussel en Antwerpen. Voor zijn reizen maakte Simon gebruik van reisgidsen. Veel routes, tochtjes en bezienswaardigheden die Simon beschrijft, werden aangeraden in de reisgidsen. Uit zijn verslagen weten we dat Simon souvenirs kocht, zoals: foto’s, ansichtkaarten en plattegronden. Een souvenirfoto (afbeelding) werd gemaakt op 19 augustus 1896 tijdens een uitstapje naar Niederwald.


Reizigers konden in de 19e eeuw kiezen uit veel verschillende vervoermiddelen. Simon en Cornelia reisden graag per trein dat was het snelst en comfortabel. (Afbeelding: De heer Bram de Bruyn, één van de laatste kruiers, staat voor het station Dordrecht, 1927) Een goede plaats in de coupé was wel belangrijk. Ga achteruit zitten, want dit zorgde voor minder stof en tocht. Speciale reiskleding werd aanbevolen. Een reisjapon of -pak zat gemakkelijk en was niet te warm of te koud. De kleding was gemaakt van grijze stof, waar je de reisstof niet zo snel op zag.


In Wenen maakten Simon en zijn vrouw veel gebruik van de omnibus. Hij noemt dit een ‘zeer ouderwetsch soort van voertuig dat men nog in menigte langs Weenens straten ziet rijden’. Er werd veel gewinkeld en gewandeld en natuurlijk gingen ze ’s avonds uit. De stad viel in de smaak: ‘Wenen maakte op ons een zeer grandioze indruk. Ruime straten en pleinen, schoone gebouwen zowel voltooid als in aanbouw zijnde.’


Wat nam men zoal mee in de koffer voor een reis van vier weken? Simon noteert in één van zijn journaals voor een reis door Zwitserland: ‘4 flanellen, 4 hemden, 4 onderbroeken, 2 sporthemden, 1 nachtdas, 11 paar sokken, 19 zakdoeken, 5 overhemden, 12 boordjes, 10 paar manchetten, 2 dassen zwart, 3 gekleurde strikken, 1 lange gekleurde, 2 paar laarzen, 1 paar pantoffels, 3 pakken, 1 overjas, 1 grijze hoed.’ Voor vier weken slechts vier onderbroeken. Gelukkig noteert Simon dat hij zo nu en dan de was heeft weggebracht.

Simon van Gijn vergeet zijn eigen land niet. In de jaren negentig van de negentiende eeuw maakte hij twee keer een reisje door Nederland. Hij is onder de indruk van de oude Hollandse stadjes, zoals Volendam, Hoorn en Enkhuizen, dat ‘er lang zo vervallen niet uitziet als ik had verwacht’.


Ik heb genoten van de reisverhalen met de leuke wetenswaardigheden en eigenlijk zijn er geen grote verschillen met nu. We maken nog steeds gebruik van reisgidsen, bezoeken we toeristische attracties, kopen we souvenirs en dragen we comfortabele reiskleding. De publicatie Op reis met Van Gijn is rijk geïllustreerd, heeft 128 pagina’s en het ISBN is: 9789071722196. Prijs: € 12,50. Te koop bij het Huis Van Gijn. Een mooi cadeautje voor de decembermaand.

De afbeeldingen komen uit de publicatie Op reis met Van Gijn.

Groene Weelde


SaskiaB laat tot en met 31 december 2014 collages en ander werk zien in de bibliotheek in Boxtel. Saskia’s liefde voor tuinen en de kleur groen resulteerde in een prachtige en diverse ‘Groene Weelde’. Ze bracht onder andere tien tuinen in collages tot leven, met als basis een geschilderde Engelse tekst. De lagen papier daarop vormen de beplanting.

De tien collages laten mooie, overvloedige, maar ook ‘veilige’ stukjes natuur zien. Een tuin is per definitie een afgebakend geheel. In dit geval afgebakend door een lijstje, en niet door een hek, haag of muur. Een romantische gedachte, vindt Saskia: tuinen die de ‘boze buitenwereld’ buitensluiten. De middeleeuwse tuin, de Hof van Eden, Luilekkerland; Saskia neemt je mee op een wandeling langs uiteenlopende ‘groene ruimtes’.


Saskia fantaseerde er als kind al over om zo klein te zijn als een muis, om door een tuin te kunnen dwalen. Ze las De geheime tuin van Frances Hodgson Burnett in één ruk uit en is daarna niet meer gestopt; allerlei boeken met tuinen als onderwerp volgden. De kleur groen is ook altijd als eerste ‘op’ uit haar voorraad: de tinten groene verf, groen papier, groen borduurgaren en groene lapjes stof.


Voor deze tentoonstelling maakte Saskia drie kerstcollages, waarvan kaarten te koop zijn. De opbrengst is voor de Stichting Maladah Gambia, die zich inzet voor goed onderwijs. De expositie is te bezichtigen tijdens de openingsuren van de bibliotheek.

Bollenhut


Marcella stuurde deze textielkaart waar ik als volgt op reageerde:

Deze textielkaart brengt mij terug naar mijn jeugd. Jaarlijks had mijn vader een bedrijfsuitstapje dat vaak uit een bezoek aan Duitsland bestond. Mijn moeder mocht mee en zij brachten als souvenir, voor mij, telkens een popje in een mooi doosje mee. Dit popje droeg de dracht van de streek en het kon ook nog dansen. Nou ja, hortend en stotend ronddraaien. Met een sleutel kon je het popje op de rug opwinden. Prachtig vond ik het. Zorgvuldig heb ik de popjes altijd bewaard, waar dus ook een Schwarzwalder popje met een rode bollenhoed bij zit, maar nu kan ik alle opwindpopjes niet vinden. Waarschijnlijk te goed opgeborgen op zolder…


En twee jaar later vind ik de opwindpoppetjes op zolder!

Documenten en hemden van vlas


Op 20 november ontvingen Steven Vrielink en Annemarie Olsman-Vrielink uit het Gelderse Laren de titel Oudste agrarische familiebedrijf 2014. In Trouw lees ik hierover het volgende: ‘Erve Hiddink in de Achterhoek gaat minstens terug tot de veertiende eeuw, zeggen Annemarie Olsman en Steven Vrielink, de dertiende generatie boeren in het familiebedrijf. Formeel is de ouderdom echter bepaald op 1593, door drie historici die de jury vormden van Boer zoekt Roots, een zoektocht naar Nederlands oudste agrarische familiebedrijf. Op initiatief van Hogeschool Windesheim en LTO Noord onderzochten zij de documenten en stamboomonderzoeken van 22 bedrijven, die weer waren geselecteerd uit 133 aanmeldingen. net als bij Erve Hiddink komt de familienaam ook op enkele andere boerderijen al veel eerder voor, maar de historici vonden dat niet betrouwbaar. Omdat een achternaam in de middeleeuwen vaak werd gekoppeld aan de plaats waar men woonde, is de bloedlijn van een familie op die manier niet te achterhalen. Wel aantoonbaar is dat de familienaam één keer is gewijzigd, in 1827, door het huwelijk van Egberdina Hiddink met Jan Vrielink. Dat valt op te maken uit documenten, maar ook uit het achttiende-eeuwse kabinet vol linnengoed – hemden, lakens en trouwslopen van vlas, voorzien van de familiewapens van de vrouwen – dat al elf generaties wordt doorgegeven van vader op zoon, en één keer dus van vader op dochter.’

Foto: Robin Britsta Fofografie