De jonge schrijvers Hanneke Hendrix en Jaap Robben waren gisteravond te gast bij boekhandel Koops.
Hanneke Hendrix groeide op in Grubbenvorst en woont momenteel in Nijmegen. Haar tweede roman De Dyslectische Hartenclub is onlangs verschenen. De roman gaat over drie vrouwen met brandwonden die een ziekenhuiskamer onder voortdurende politiebewaking delen. Ze voelen zich bedreigd en schakelen hun bewaker uit. Er rest hun niets anders dan te vluchten.
Hanneke Hendrix schrijft haar boeken op de bovenverdieping van Café In de Blaauwe Hand. In de Blaauwe Hand is het oudste café van Nijmegen en is gevestigd in een van de oudste panden van de stad. Oorspronkelijk vormde dit pand met de huizen er naast één gebouw, namelijk de Lakenhal. Deze Lakenhal of Gewandthuis werd omstreeks 1320 gebouwd. De blauwgrijze pilaren die je her en der in de gevels en in de panden ziet, stammen uit die tijd. De begane grond was een open ruimte die diende als overdekte marktplaats voor het laken (is een wollen stof die eerst wordt geweven en vervolgens wordt vervilt, waardoor hij warmer is dan geweven stoffen maar sterker dan vilt. Lakense stof wordt gebruikt om kleding van te maken, maar ook voor het bekleden van meubels en wanden) en andere waar. Op de eerste verdieping waren de weverij en lakenververij. Het laken werd in allerlei kleuren geverfd, maar indigo, een donkerblauwe kleurstof, overheerste de andere kleuren. Dit verven was handwerk en lakenververs waren dan ook herkenbaar aan hun blauwe handen.
Omstreeks 1540 was het gedaan met de lakenhandel en werd het gebouw, eerst alleen de begane grond, opgedeeld in aparte woon- en werkruimte. Op kleine schaal werd er nog wel geweven en geverfd. De ruimte waarin nu Café In de Blaauwe Hand is gevestigd ontstond in 1542 en deed sindsdien dienst als dranklokaal dat vermoedelijk veel werd bezocht door de lakenververs. Het werd in de volksmond daarom al snel ‘blaauwe hand’ genoemd. Overigens werden in het keldergewelf van de Lakenhal al rond 1400 bier- en wijnvaten opgeslagen voor feesten in de Lakenhal. Zo was op 9 februari 1546 Keizer Karel de Vijfde aanwezig op een groot feest in dit pand.
In 1797, tijdens de Franse bezetting, moesten huizen een nummer of een gedeponeerde naam voeren en toen is de gevelsteen met De Blaauwe Hand bevestigd in de voorgevel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de rij Lakenhalpanden relatief weinig schade geleden. Bron: De website van Café In de Blaauwe Hand.
Jaap Robben woont eveneens in Nijmegen en maakt met Birk zijn romandebuut. Hij was al bekend als dichter en kinderboekenschrijver. Hij treed regelmatig op met zijn theatergroep FIEN. Zijn roman gaat over mensen die het samen moeten zien te rooien op een eiland. Een verstild boek, vol schuld, troost en verwijten.
Eerder maakte je kennis met Jaap Robben op dit blog en wel met het leuke gedicht Knolletjes sokken.
Wat interessant weer! Zo leuk dit soort info!!
Vooral als je in Nijmegen woont is het leuk om hier het verhaal van de lakenhal te lezen. En nu weet ik ook waarom cafe de blauwe hand zo heet.
@Dorien, grappig dat je hier het verhaal leest over de Blaauwe Hand! Als ik de volgende keer in Nijmegen ben, lijkt het me leuk om iets te gaan drinken in dit café.
Goed plan! Ga je naar de hoedententoonstelling van Marianne Jongkind? Ook sieraden van Nel Linssen, allemaal te zien in het Valkhofmuseum.
@Dorien, ik lees op de website dat de expositie van Marianne Jongkind gelukkig nog tot en met 4 januari 2015 is: http://www.museumhetvalkhof.nl/tentoonstellingen/verwacht/1518-vanaf-6-9-hoed-couture-ode-aan-hoedenontwerper-marianne-jongkind.html