Prinsjesdag is de dag waarop de koning(in) naar het parlement komt om de Troonrede voor te lezen. Dat gebeurde voor het eerst op 2 mei 1814. De Troonrede werd aanvankelijk uitgesproken ter gelegenheid van de opening van de zitting (vergaderperiode) van de Staten-Generaal. Gewone zittingen begonnen in het najaar en daarnaast kende men buitengewone zittingen, die – bijvoorbeeld na verkiezingen – op een ander tijdstip begonnen. Na de Grondwetsherziening van 1983 begint op Prinsjesdag (de derde dinsdag in september) het nieuwe parlementaire jaar.
Tegenwoordig staat Prinsjesdag niet alleen in de belangstelling vanwege de Troonrede. De hoeden die door de dames worden gedragen, krijgen steeds meer aandacht in de media. Erica Terpstra speelde een grote rol bij het ontstaan van deze traditie. In 1977 mocht Erica Terpstra als pas gekozen Kamerlid van de VVD de Troonrede bijwonen. Ze besloot als een soort eerbetoon aan de koningin een hoed te dragen naar de ceremonie. Die bewuste Prinsjesdag droegen welgeteld drie vrouwen een hoed: de majesteit, iemand van het corps diplomatique en Erica Terpstra. Het vrouwelijke VVD-kamerlid was teleurgesteld, er waren maar liefst 21 vrouwen destijds in de Tweede Kamer gekozen, maar in de Ridderzaal gingen ze op in de grijze massa.
Na de Prinsjesdag van 1977 vroeg de oud-zwemkampioene zich hardop af: ‘Als je in Den Haag op Prinsjesdag geen hoed draagt, wanneer dan wél?’ Vele vrouwelijke parlementariërs namen deze vraag ter harte in de opvolgende jaren. In de Ridderzaal was er zodoende vanaf het einde van de jaren zeventig van de vorige eeuw geen sprake meer van een ‘grijze massa’ op de derde dinsdag van september.
Koningin Máxima droeg een zijden japon van ontwerper Valentino met een bijpassende hoed van Fabienne Delvigne.
Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, droeg wel een extreem grote hoed. Tweede-, derde- en vierdejaars studenten van de mode opleidingen Summa Fashion in Eindhoven en SintLucas in Boxtel ontwierpen de outfit van schoenen tot hoed. De minister wilde daarmee een ode brengen aan ‘het Nederlandse vakmanschap’.
Edith Schippers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, samen met haar dochter Eva. De bewindsvrouw droeg een mooie Borsalino.
Dit is een kleine greep uit de diversiteit hoeden die vanmiddag te zien waren. Sinds 1977 is er aardig wat veranderd, met dank aan Erica Terpstra.