Lizzy Ansingh was een getalenteerde kunstenares die opgroeide in een artistiek milieu. Op jonge leeftijd bracht ze vele uren door op het atelier van haar tante Thérèse Schwartze op de Prinsengracht in Amsterdam. In 1893 kwam ze op de Rijksacademie in contact met andere schilderessen uit welgestelde families. Later zouden zij bekend worden als de Amsterdamse Joffers. Lizzy schilderde aanvankelijk stillevens en portretten. Al snel gebruikte zij poppen als model. In Amsterdam kocht ze in 1910 het poppenhuis dat sindsdien onafgebroken op haar atelier stond.
In de meidenkamer op de begane grond van het poppenhuis hangt aan de muur een miniatuur merklapje uit 1785 en een miniatuur stoplapje uit 1801. Zeer waarschijnlijk zullen deze lapjes in het klein nageborduurd zijn van origineel bestaande lapjes. Het is de vraag wie de borduurster was? Waren de lapjes al aanwezig in het poppenhuis toen Lizzy het op de veiling kocht van Frederik Muller?
Het merklapje heeft de stijl van de merklapjes die in het Diaconie Weeshuis in Amsterdam werden gemaakt. De eerste rij laat het Gotische alfabet zien, gevolgd door een cijferreeks van 1 tot en met 10. De rij wordt afgesloten met de Gotische letters: GBBRFBGBIBI. Het alfabet in de tweede rij is geborduurd in de Romeinse kapitalen en wordt afgesloten met de letters: GBBRFB?I.
Onder de kronen zijn de volgende initialen geborduurd:
SB: Sophia Elizabeth Baerzelman, Linnen Matres op de Groote Linnenwinkel
AKH: Anna Kienhuijse, Onder Matres op de Groote Linnen Winkel
IH: Johanna Heere, Onder Matres op de Groote Linnen Winkel
ATB: Anna Ter Burg, Matres Klein Linnen Winkel
ALG: Anna Lonquet of Longuet, Assistent op de kleine Linnen Winkel
AS: Anna Christina Steenkool, Stijfmoeder en bewaarster van ‘t Linnengoed
ASV: ?
GHB: Gijsbertie van Bijle (?), Huijs en Zaal schoonhoudster aan de Meijsjeszijde
De volgende rij laat een grote kroon zien met daaronder de initialen SB van Sophia Elizabeth Baerzelman, in het midden een cartouche met de initialen CVH?, zeer waarschijnlijk van de moeder van het weesmeisje en als laatste onder de grote kroon AVM, zeer waarschijnlijk de initialen van haar vader. Verder komen op het merklapje veel initialen voor die eindigen op VM, vermoedelijk familie. Het merklapje heeft het jaartal 1785. Linksonder staat het nummer van het weesmeisje geborduurd: 255, enkele kruisjes van het cijfer 2 zijn vergaan. In het Diaconie Weeshuis werd dit het huisnummer genoemd.
Het stoplapje dateert uit 1801. De maakster is LGM. Als ik het stoplapje zo van de foto beoordeel dan zijn het allemaal doorstopjes, maar desalniettemin zeer fraai gedaan.
Het poppenhuis van Lizzy Ansingh is te bezichtigen in het Erfgoedcentrum in het cultuurhuis Rozet in Arnhem.
Oude ansichtkaarten die betrekking hebben op het Diaconie Weeshuis kun je in deze log zien.
Wow, wat mooi die kleine merk lapjes!
begrijp nu ik het filmpje van het Museum aanklik dat het Poppenhuis tot de vaste collectie hoort en niet alleen Nu met die tentoonstelling in Rozet waar je was ?
Leuk he die link met Th. Schwartze !!
Prachtig poppenhuis en flink mee gespeeld. de inhoud van de kastjes is zo leuk wat was er in die tijd toch echt meisjes spul. Op speelse wijze het leven als vrouw in, De stoplap is zo prachtig en gelijkmatig gedaan Het merklapje ?een schatje. Basje
Wouww, wat knap gemaakt zo in het klein. Leuk dat je het kunt terug voeren op het weeshuis.
Mooi, mooi, mooi dit poppenhuis is een grote inspiratie bron geweest in mijn poppenhuis periode voor het internet. Met een vergrootglas uren naar de plaatjes gekeken om een goede indruk te krijgen. Nu met de moderne technologie zie ik het veel duidelijker, leuk !!
En bedankt voor de extra info.
Dit merklapje vertoont wel wat overeenkomsten met een patroon uit de winkel van Merkwaardig. ADR 1763. Gotisch alfabet, rij kronen. De initialen van de Matressen komt uiteraard niet overeen met een verschil van 22 jaar.
Wat een geweldig knap gemaakte lappen!!!!
En Berthi wat leuk om het verhaal erbij te lezen.
Gr. Ton
Wat zijn dat prachtige stop en letterlappen. Het verhaal is erg mooi om te horen. Fijn dat er nog zoveel er van bekent is
Wat weer een schitterende ontdekking heb je in de Roset gedaan.
Een lezing geven over merklappen en ons dan gelijk even iets moois laten zien.
Die miniatuurtjes in een poppenhuis blijven prachtig om te zien.
Laat ik nou in de eerste oogopslag het zelfde gedacht hebben als INE..maar heb het lapje van 1763 hier op tafel liggen en zie nu toch het verschil…maar zelfde idee !!
welke maat moet ik me nu eigenlijk voorstellen bij de miniatuur lapjes?
Ze zijn heel mooi, maar moeten dan ook heel fijn zijn? Of vergis ik mij?
@Ine en Licia, ik heb het patroon er ook bij gepakt. Het Diaconie Weeshuis had net als het Burgerweeshuis een herkenbare stijl voor de merklappen. Er zijn wel enkele verschillen te zien, maar het lapje blijft herkenbaar als zijnde een merklapje van de Diaconie Weeshuis.
@Josefien, ze zijn zeker erg klein en fijntjes, maar de maat weet ik niet.