Nu we al een paar dagen in de ban zijn van het ooievaarsschaartje en de luiertang, lijkt het me aardig om deze berichtjes af te sluiten met een paar spreekwoorden.
We beginnen met ‘Iemands bakermat’, de plaats waar iemand geboren en opgegroeid is. Om het kind te verzorgen gebruikte men van de zestiende tot de achttiende eeuw een bakermat. Het was een ovale rieten mand waar de baker of de moeder met gestrekte benen in kon zitten om het kind te verschonen en te verzorgen. De mand had één hoge kant die bescherming bood tegen de tocht. Drie maal per dag zat de baker of moeder dicht bij het vuur in de bakermat om het kind te verzorgen. Te dicht bij het vuur gezeten zou het kind ’te heet gebakerd worden’ en later een ’te driftig karakter’ kunnen hebben. Na gebruik werd de bakermat aan de muur gehangen.
Afbeelding: detail uit De Magere keuken, naar en tekening van Pieter Bruegel, circa 1525. De vrouw geeft in de bakermat een kind uit een drinkhoorn te drinken.
‘Iemand in de luren leggen’, iemand foppen, bedriegen. Kinderen leden in de zeventiende eeuw vaak aan de Engelse ziekte (rachitis). Bij gebrek aan vitamine D groeiden de ledematen krom. Men dacht dit tegen te gaan door de kinderen stevig in doeken te wikkelen. De kinderen werden op deze wijze in de luren gelegd. Het woord luur is afgeleid van het Middelnederlandse ludere, luier. Het inwikkelen in luiers heette inbakeren. De doeken waarmee het kind werd omwikkeld werden voorverwarmd tegen het kouvatten. Waren ze te heet dan had dit invloed op het gestel, de kinderen waren dan ’te heet gebakerd’.
Afbeelding: schilderij Tweelingkinderen burgemeester Jacobus de Graeff van Amsterdam, 1617, Muiderslot, Muiden.
‘Aan de leiband lopen’, zich door anderen laten leiden, niet zelfstandig zijn. Een kind dat nog niet alleen kan gaan en staan moet aan de leiband lopen. We zouden nu zeggen: een looptuigje dragen. De banen waarmee vroeger het kind aan de leiband liep werden op de rug aan de kleding vastgemaakt, of met banden om het lijfje gesloten. Soms droegen de kinderen bij het leren lopen ook een valhoed, waar we het in deze log over hadden.
Bron: Levende spreekwoorden van Girbe Buist.
Zal de uitdrukking ‘Te vies om met een tang aan te pakken’ afgeleid zijn van de luiertang en de poepluiers zoals MiekeS vermoed?
Ha ha..het is nu bijna bedtijd….en dan komen de vieze praatjes voorbij…..
) poepluiers) dat mag na tienen zeiden ze vroeger altijd !!
heerlijk blogje, Ik ben gek op spreekwoorden, Het boek dat je noemde ken ik niet dus even gluren bij blocom, of is het antiquarisch Fijne dag Basje
Wat een prachtige prenten laat je zien Berthi, die koppies!
Mooi de herkomst te lezen van deze spreekwoorden en dat ze nog steeds gebruikt worden.
Dat zijn nu eens geen gezegden die uit de scheepvaart of de textielindustrie voortkomen. Leuk om te lezen!
@Basje, wij zijn ook dol op spreekwoorden. Voor vaderdag kocht ik bij Albert Heijn de dwarsligger: van Dale Elk nadeel heeft zijn voordeel. In dit kleine boekje dat verpakt zit in een toepasselijk handig klein doosje staan 2500 moderne spreekwoorden. Gekocht voor de prijs van € 7,50.
Het boekje Levende spreekwoorden is alleen antiquarisch te krijgen. Het is een boekje uit 1988. Ik heb één exemplaar voor je gevonden bij Boekwinkeltjes voor de prijs van € 3:
http://www.boekwinkeltjes.nl/uitgebreid_zoeken.php?schrijver=&titel=levende+spreekwoorden&overig=&tweedehands=1&nieuw=1
@Basje, vergeet ik een aardig spreekwoord te geven:
Een huis zonder boeken is als een lichaam zonder ziel. 🙂