Spakenburgse mutsjes



De zeer fijn gehaakte mutsjes zijn een in het oog springend onderdeel van de Spakenburgse dracht. Zoals het mutsje nu is, is het niet altijd geweest. We gaan terug in de tijd. De muts met oorijzer werd in de 17e en 18e eeuw algemeen gedragen. Aan het einde van de 17e eeuw kwam een nieuw type muts in de mode. Dit was de muts met de grote, rechtopstaande, kanten ‘kuif’, de Fontange. Ook bij de burgerkleding raakte deze muts in zwang, zij het dan in een iets aangepaste versie. Deze kornetmuts kom je in de 18e eeuw niet tegen in Bunschoten, wel zijn er andere namen waaronder de kornetmuts ook bekend was in die tijd: kuifmuts en karkasmuts.

De muts die in de 18e eeuw al tot de dracht hoorde, de trekmuts – in Bunschoten hul genoemd – heeft weinig veranderingen ondervonden. Al rond 1930 werd hij door de meeste jonge vrouwen niet meer gedragen. Na 1960 droeg een bruid die in dracht trouwde geen bovenmuts meer.

Aan het einde van de 19e eeuw werd door jonge vrouwen bij de daagse dracht de bovenmuts weggelaten. Dan was de tussenmuts, eigenlijk één van de ondermutsen, ook ongermus genoemd, zichtbaar. In die tijd werd deze ongermus nog gebreid. Hij bestond uit een bol en een pas. Het breipatroon bestond uit grote en kleine geometrische figuren. De ongermus is in de loop der jaren uitgegroeid tot een beeldbepalend element. Eerst werd hij nog gebreid, maar rond 1915 gaf men de voorkeur aan een gehaakte ongermus. Tot aan het eind van de twintiger jaren in de vorige eeuw bleef de muts bestaan uit een bol en een pas. Hierna liet men de bol en pas los. De muts werd opgebouwd uit zes kleine rozetvormige motieven. Als afwerking kreeg de muts een aantal rijen picotjes. In latere jaren kreeg deze rand de uitstraling van een los bandje, waar de motiefjes aangezet werden. Een extra rijtje picotjes maakte het geheel af. Rond 1945 werd het aantal rozetten teruggebracht tot vier. Men begon toen ook met het sterker stijven van de muts. Aan het begin van de zestiger jaren in de vorige eeuw kreeg de muts een voor- en achterkant, die één groot motief hadden, dat uit diverse kleinere was opgebouwd. De gehaakte ongermussen worden nu nog op deze manier gemaakt.

Bron: ‘… gereet en gekleet naar hun staat’, Historie en ontwikkeling van de klederdracht van Bunschoten, Spakenburg en Eemdijk. Fea Lamers-Nieuwenhuis, ISBN 90-71084-10-8, 1991.

Spakenburg is geliefd bij de Nederlanders en de buitenlanders. Ze komen er graag. Tijdens de zomermaanden worden er diverse activiteiten georganiseerd zoals de Spakenburgse Dagen en de eerste zaterdag in september de Visserijdag. Een bezoek aan één van de musea mag eigenlijk ook niet ontbreken aan een dagje Spakenburg.

Terug naar de gehaakte mutsjes. Weet je wat de Spakenburgse dames tegenwoordig doen met hun ‘oude’ mutsjes? Ze worden verknipt en maken er kaarten van, want met een muts van vorig jaar kun je echt niet gezien worden, schrijft Anneke Schoonenberg Kegel mij. Niet alleen Anneke was in Spakenburg, maar ook Els van Gans en Marian’ne m. Alle drie de dames stuurden mij een fraaie kaart met een detail van een verknipte muts en het mooie is dat deze kaarten allemaal in dezelfde week op mijn deurmat vielen. Toevallig…