Diva’s in Zwolle



Amando paviljoen 2009. Foto: Wout Nooitgedagt.


Sinds 2001 is Het Wilde Oog ambassadeur van erfgoedkunst in het speelveld tussen klederdrachterfgoed, architectuur, beeldende kunst en podiumkunst. Hans Lemmerman en Inge van Run (beide Theaterschool Amsterdam) werken aan een beeldarchief waarin drie Spakenburgse klederdrachtvrouwen op avontuurlijke wijze geportretteerd worden. De dames Corrie, Hendrikje en Wijmpje Koelewijn zijn inmiddels tot ware diva’s uitgegroeid. Deze drie (schoon)zussen zijn in de foto’s en filmpjes van Het Wilde Oog het boegbeeld van een dynamische cultuur-identiteit. Ze tonen hun verbondenheid met Spakenburg in hun dracht.
Maar waarom zouden ze daarmee niet nieuwsgierig zijn naar architectuur met visionaire grondslag? Zoals het Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum, Theater Agora te Lelystad of het Glazen Huis te Leerdam? Alchemie is het resultaat! In het nieuwste project trekt Het Wilde Oog met haar ‘Hollandse K3’ langs stations in Overijssel met belangwekkende architectuur. Zwolle en Dalfsen bijvoorbeeld. En neemt ook Staphorster klederdrachtvrouwen mee op haar ontdekkingstocht. Foto’s getuigen van de culturele rijkdom, het theatrale potentieel en humor van deze ontmoetingen! In het Stedelijk Museum is een kleine beeldselectie te zien van werk uit de afgelopen jaren.

Diva’s in Zwolle is in het Stedelijk Museum in Zwolle te zien van 9 september tot en met 10 oktober 2010.



Corrie & Gerrit & Rien. Ontwerp: Rien Bekkers. Foto: Gijs Haak.

Textielpost – Shetland II



Gisteren zag je de schitterende Shetlandshawl, vandaag komt het Shetlandschaap met een gebreid jasje aan voorbij, die de fijne zachte wol geeft waar iedereen zo enthousiast over is. Deze textielkaart is niet verstuurd door Miriam Tegels, maar door Jan ter Heide. Jan kwam Miriam tegen in Lerwick en zo hoorde hij over mijn project Textielpost.

Hoe het Shetlandschaap precies is ontstaan is niet met zekerheid te zeggen. Het meest aannemelijke is dat ruim 1000 jaar geleden de Vikingen hun schapen naar de Shetlandeilanden hebben gebracht. Deze zijn waarschijnlijk gekruist met de schapen die al aanwezig waren op de eilanden. Door de geïsoleerde ligging zijn de specifieke raskenmerken bewaard gebleven. Het belangrijkste kenmerk van het Shetlandschaap is de goede kwaliteit wol die zij levert.

Miriam Tegels kwam tijdens haar verblijf op Shetland nog meer te weten over de Shetlandse schapen. ‘Ze zijn zo geliefd vanwege de lengte van hun haren, die bovendien ook nog eens ultrafijn zijn. Vijfentachtig procent van de Shetlandse ‘crofters'(schapenboeren) brengt hun wol naar de Shetland Woolbrokers in Lerwick. Daar wordt de wol op verschillende maieren verwerkt en dan verkocht. Direct van het schaap kun je er een vacht kopen, deze wordt luchtdicht verpakt, klaar voor de reis in het koffer naar Nederland! Alleen de schaapjes met de mooiste vachten worden geschoren, de rest van de kudde mag ‘verharen’. Wanneer de zomergroei van de vacht inzet en het schaap is nog niet geschoren, dan vallen de haren spontaan uit. In vroeger tijden werden de schaapjes vlak voor dit tijdstip
‘geplukt’. Tenslotte: door de lengte van de haren kun je van Shetlandse wol een hele fijne draad spinnen, geschikt voor kantbreiwerk.’

Textielpost – Shetland I



Miriam Tegels: ‘Na alle brei-avonturen in Schotland (Knit-Camp-Sterling), waarover later meer; eindelijk een kaart vanuit Shetland. De traditionele 4-kanten Shetlandshawl is hier overal te koop. Bijvoorbeeld in The Spiders Web. Alle producten zijn door lokale breisters thuis vervaardigd. Het Shetland Lace garen wordt hier in Lerwick geproduceerd en ik kocht vandaag 3 bollen ‘Cobweb Lace Yarn’, totaal 750 m bij Jamieson & Smith Woolbrokers, alwaar je het hele proces kunt zien vanaf de vachten die de boer binnenbrengt tot de verkoop van wol.’

Over de Lerwick Lace Shawl zegt Miriam het volgende: ‘Sharon Miller schreef er het boek over The Lerwick Lace Shawl. Aan de hand van dit boek wil ik graag de Lerwick Lace Shawl gaan breien. Als voorstudie dient de Mary Kay shawl. Mary Kay is een zéér ervaren kantbreister uit Shetland die een workshop Shetlands’ Lace gaf op 18 augustus in Lerwick. Mary Kay: “Shetland Lace wordt altijd recht gebreid. In een rechte shawl/ scarf zie je dan dus ribbels. De minderingen (decreases) met hun bijbehorende omslagen (yarn overs) worden op de meest efficiënte manier gedaan: de naar links leunende minderingen als: omslag, brei 2 steken samen door achterin te steken (K2tbl). De naar rechts leunende minderingen als: 2 steken recht samenbreien, 1 omslag. Een mindering over 3 steken wordt dan: 1 omslag, 3 recht samenbreien, 1 omslag. Door het zéér open karakter én de ribbels maakt het niet uit dat voor deze manier van minderen gekozen wordt; het zichtbare resultaat is verbluffend. De Mary Kay shawl op de bijgevoegde foto weegt 25 gram en is gemaakt van 1 bolletje Jamieson & Smith Cobweb Lace Yarn, 350 meter.’



Miriam samen met Mary Kay op de foto


Gordijnen

In één van de eerste interviews van prinses Máxima vertelt zij wat haar zo opvalt in Nederland. Ten eerste: de vrouwen die door de stad fietsen met een kind voorop en eentje achterop en dan ook nog eens boodschappentassen aan het stuur hebben. Ten tweede: de gordijnen die ’s avonds niet dichtgedaan worden zodat je bij de mensen binnen kunt kijken.

Vandaag lees ik in de Volkskrant een interessant stukje over het onderwerp gordijnen open. Lees met me mee: ‘Thera Wijsenbeek-Olthuis schrijft in De sociale geschiedenis van het gordijn dat gordijnen in Nederland nooit zijn gebruikt tegen inkijk of de kou. In de 16e eeuw was het gordijn vooral een statussymbool, en veel te kostbaar om zomaar voor een raam te hangen. Fluweel en brokaat moesten worden ingevoerd uit Italië of het Midden-Oosten, en een nieuw pak van Leids laken was duurder dan een fraai bewerkte eiken linnenkast. Textiel werd ingezet om indruk te maken op buitenstaanders. Gordijnen hangen daarom in eerste instantie vooral om pronkbedden, die opgesteld stonden in de vertrekken waar ook het bezoek werd ontvangen. Rond 1660, op het hoogtepunt van de Gouden Eeuw, werden ze ook voor het raam gehangen. Vooral aan de ramen die zich aan de voorkant van het huis bevonden, op de benedenverdieping. “Over de oorsprong van dit gebruik tast ik in het duister”, schrijft Thera Wijsenbeek-Olthuis. “Werden er in deze periode misschien huizen gebouwd zonder luiken, of werd in deze tijd een raamgordijn als gezellig of voornaam ervaren? Waarschijnlijk heeft het met een nieuwe mentaliteit van vertoon te maken. De huisbezitters, zo trots op hun nieuw verworven schatten en rijkdom, gaven op die manier aan de buitenstaanders een signaal af over hun rijke interieurs.” De gordijnen werden in ieder geval niet gebruikt om nieuwsgierige blikken buiten de deur te houden; daarvoor waren houten luiken effectiever. “Aangezien alleen de fraaiste kamers van de woonhuizen gordijnen kregen, kan men veronderstellen dat het juist de bedoeling was dat het voorbijgangers zou opvallen en dat zij naar binnen keken.” Toen al. En nu dus nog steeds. Maar waarom dan toch? Is het inderdaad een kwestie van pronken en uiterlijk vertoon, of houden Nederlanders gewoon graag in de gaten wat er op straat gebeurt?’

De zomer nadert zijn einde, de dagen worden korter en de avonden langer. Bij de Volkskrant willen ze graag weten of wij de gordijnen gewoon dicht gaan doen of toch open laten. Je kunt een mail sturen naar: dernederlanden@volkskrant.nl



De eerste afbeelding is een schilderij van Jan Vermeer, Gezicht op huizen in Delft, bekend als ‘het straatje’, circa 1657-1658. Het tweede schilderij heeft de titel De kaartspelers, circa 1663-1665 van Pieter de Hooch.

Tilleke Schwarz in Tilburg



Tilleke Schwarz: ‘Vandaag naar Tilburg om eindelijk het werk van Lam de Wolf te zien. Prachtig! Veel liefde voor haar materiaal. Via het quiltwinkeltje Quilt it & Dotty in de Goirkestraat naar Giuseppe Penone in de Pont. Echt een andere wereld met enorme boomstammen en bijzonder werk gemaakt van duizenden acacia doornen op zijde. Trouwens het quiltwinkeltje jubileert het volgende weekend (2 jaar), 28 en 29 augustus 2010.’

Afbeelding ansichtkaart: The postcard 2000, acryl op papier van Rosemarie Trockel. Tilleke: ‘Is “bijna textiel”, of niet? Ik houd ervan om grenzen op te zoeken.’

Textielpost – Brugge I



Brugge associëren we direct met kant. Ik was dan ook erg blij toen er twee prachtige kantkaarten bij mij in de brievenbus vielen: van Sylvie en LiesbethJ. De laatste persoon schrijft het volgende op de achterkant van de ansichtkaart: ‘Vandaag (1-8-2010) op brocantes-markt in Brugge bij een kraam met antiek linnengoed: ariadne at Home, juli 2009, artikel over mangeldoeken met jouw naam. Ter info, leuk hé! Markt op zich niet zo bijzonder, kantwinkeltjes leuk. Begijnhof óók!’

Brugge is dé kantstad van België, maar hoe is dat zo gekomen?



Wanneer kant precies is ontstaan is niet duidelijk. Men neemt aan dat kant in de 16e eeuw is ontstaan.

Rond 1850, België bestond net 20 jaar en in Oudenaarde zag Augusta Godin het levenslicht. Ze huwde met baron Amedé Liedts, de zoon van baron Charles Liedts, toen minister van Binnenlandse Zaken. Hij stond samen met koning Leopold I aan de wieg van België met zijn vooruitstrevende en alom geprezen grondwet.

De barones had een kantcollectie van zowel Vlaamse als Italiaanse zeldzame kragen, manchetten en chabots. Haar schoonheid kwam nog meer tot zijn recht bij het dragen van mooie kanten. Barones Liedts stierf op 35-jarige leeftijd en liet niet alleen een zeer verdrietige echtgenoot achter, maar ook een zeer prachtige en waardevolle kantcollectie van meer dan 150 stuks.

In 1889 schonk baron Amedé Liedts de befaamde kantcollectie van zijn echtgenote aan de stad Brugge, maar koppelde er drie voorwaarden aan:
1ste: Ze moest in zijn geheel en onaangeroerd blijven.
2de: Ze moest permanent tentoongesteld worden.
3de: Er mocht geen andere kant bijkomen.

De stad Brugge renoveerde het Gruythuyse om de kantcollectie erin onder te brengen. De collectie van barones Liedts was voor haar echtgenoot zo waardevol en emotioneel beladen dat de baron zelf de architectuur van het pand, zowel buiten als binnen, mee hielp bepalen en later ook het opstellen van de permanente tentoonstelling.

Deze collectie heeft zeker anderen ertoe aangezet hun waardevolle kantstukken aan de stad Brugge over te dragen met als gevolg dat Brugge vanaf toen, midden 19e eeuw, dé kantstad is geworden. Iedereen kwam naar Brugge om de kantcollectie te bewonderen, zeker omdat kant een echte hype was en Brugge over de mooiste kant ter wereld beschikte.

Leuk om te weten is dat kant van het werkwoord kanten, afboorden, komt. Er ontstond een behoefte om linnen af te boorden, enerzijds omdat kant op zichzelf staat en ook omdat het mooier oogde. De eerste kanten waren getand, vandaar de naam Dentelle, het Frans voor kant.

Bron: Randeevoe Oudenaarde, april 2010

Patroon Spakenburgs mutsje



Bettie las bij deze log en deze log de enthousiaste reacties over de Spakenburgse mutsjes. Ze stuurde me een patroon en van Museum Spakenburg heb ik toestemming gekregen om dit patroon op mijn blog te plaatsen.

Materiaal: DMC nr. 50 katoen
Haaknaald: nr. 0.60

Verklaring afkortingen:
drie dst.: driedubbel(e) stokje(s)
hv.: halve vaste(n)
l.: losse(n)
dst.: dubbel(e) stokje(s)
v.: vaste(n)
st.: stokje(s)

Opmerking:
Een v. of st. aan het begin van een haaktoer wordt vervangen door respectievelijk 2 l. of 3 l.
Iedere gehaakte toer sluiten met 1 hv.
Een picot is 3 l., 1 v. in de eerste losse.

Stermotief:
6 l. met hv. sluiten tot een ring.
1e toer: 10 v. om de ring.
2e toer: * 1 v. in 1 v., 2 v. in 1 v., vanaf * herhalen tot totaal van 18 v.
3e toer: * 1 v. in 1 v., 2 v. in 1 v., 1 v. in 1 v., vanaf * herhalen tot totaal van 25 v.
4e toer: * 3 v. op 3 v., 4 l. (2 v. overslaan, dan insteken), vanaf * herhalen tot totaal van 5 boogjes.
5e toer: * 2 v. op 3 v. om het boogje, 3 v., 1 picot, 3 v. vanaf * herhalen.
6e toer: * 2 v. op 2 v., 11 l. (insteken in de 2 v. die niet bij boogjes uit 4e toer horen), vanaf * herhalen tot totaal van 5 boogjes.
7e toer: * in de boogjes: 9 v., 1 picot, 9 v., vanaf * herhalen.

De muts bestaat uit 38 sterren. Het patroon geeft aan waar de sterren aan elkaar gezet worden. Oorspronkelijk worden de verbindingen gehaakt. Je kunt de sterren ook aan elkaar naaien.

Rand:
Begin bij de ster linksonder, haak met l. naar verbindingspunt van de volgende ster. Zorg dat dit een rechte lijn is. Verleng de ster met 2 drie dst. en 2 x 2 dst. Haak met l. verder naar de volgende ster. Herhaal dit tot alle sterren vastzitten, rand sluiten.

1e toer: vasten om de lossen.
2e toer: dubbele stokjes.
3e toer: 1 st., 1 l., 1 st., 1 l., herhalen.
4e toer: 1 st. om de lossen, 1 l., 1 st. om de lossen, herhalen.
5e tot en met 8e toer: als 4e toer.
9e toer: 1 v. om de lossen, 1 picot, herhalen.
De rand wordt aan de achterkant verstevigd met linnenband van 2 cm.

Was- en strijkvoorschrift:
Kook de muts uit in een pan met sop van een kookwasmiddel en spoel de muts uit. Kook stijfsel van het merk SB, haal de muts door het warme stijfsel en wrijf het stijfsel er goed in. Leg de muts tussen schone doeken en strijk dan over deze doeken tot de muts nog iets vochtig is. Verwijder de doeken. Zet het strijkijzer op wol-temperatuur. Strijk de sterren uit en let hierbij goed op de punten.

De muts wordt gedragen met een zwart satijnen ondermuts van dezelfde vorm. Deze muts moet iets kleiner zijn dan de gehaakte muts.

Gütermann & Co



Met zo’n groot reclameaffiche trek je de aandacht op de markt. Je kunt er niet omheen en de marktkoopman hoopt via deze ludieke manier veel kopers naar zijn kraam te lokken. Ik vraag me af of het hier om een oud origineel affiche gaat of een kopie? Op de foto zie je dat het affiche opgerold kan worden en dan mooi in een koker past. LiaS zag deze Gütermann & Co reclame in de zomer van 2008 op de markt van Zwolle.

De eigenaresse van dit reclameaffiche heeft inmiddels gereageerd. Jennette van Goor heeft de poster op zeil laten afdrukken. Op haar website staan meerdere afbeeldingen van Gütermann affiches.

Nu al Sinterklaas…



In het nieuwe nummer van Flow zie ik Sinterklaas in zijn pakjesboot voorbijkomen. Extreem vroeg dit jaar. Ik lees verder: ‘Je moet er maar op komen: auteur Jan Carel Zadoks verzamelt sinds 1960 Sinterklaaspapier. En dat is nu, met informatie over Sintpapier door de eeuwen heen, verzameld in een boek. Het boek Sinterklaas verpakt, 50 jaar Sint Nicolaas inwikkelpapier ligt vanaf september in de winkel.’

Deze pakjesboot bracht me terug naar mijn jeugd. Regelmatig ging ik als kind op bezoek bij oma en opa. Hoe dichterbij 5 december kwam, hoe spannender het werd. De kleinkinderen zaten in de huiskamer bij elkaar zo hard mogelijk sinterklaasliedjes te zingen zodat Zwarte Piet het goed kon horen want we waren er altijd van overtuigd dat Zwarte Piet in de buurt was en heerlijke snoepjes zou strooien. Ook vouwden we papieren bootjes van krantenpapier. Deze bootjes plaatsten we aan de linkerkant op een traptrede. Hierna volgde een ongelooflijk ‘lange’ tijd met veel spanning. Zou Zwarte Piet langskomen om snoepjes in de bootjes te doen…



Jurianne Matter heeft de papieren bootjes uitgewerkt tot wensbootjes. Met elke bestemming varen ze met je mee. Als huwelijksbootje, geboortebootje, nieuwe-baan-boot, verjaardagsschip en traktatieschuitje. In ariadne at Home van augustus 2010 vertelt Jurianne Matter hoe zij op dit idee is gekomen. Jurianne Matter: ‘Het idee kwam toen ik een jaar na de tsunami in Frankrijk was en daar een goede vriendin en haar moeder wilde herdenken die tijdens de ramp waren omgekomen. Ik wilde “iets” doen, maar wist niet goed wat. Een van mijn zoons zei toen: “Waarom vouwen we geen papieren bootjes en laten we die morgen op de rivier varen?” Dat leek me een prachtig symbolisch idee. De jongens moesten me echt even helpen met het vouwen van het bootje, want dat lukte niet meer zo goed. Even later stond er een hele vloot witte papieren bootjes klaar. Ik kwam op het idee om ze uit te vouwen, te betekenen en beschrijven en daarna weer in elkaar te vouwen. Zo schreef ik alle mooie herinneringen aan haar leven en nare herinneringen aan haar dood op. De dag erna stond ik met mijn gezin langs de rivier en keek hoe de bootjes langzaam wegdreven. Een heel emotioneel moment. Ik vond het zo’n mooi ritueel, ik had er echt steun aan, dat ik dat anderen ook toewenste. Zo zijn de wensbootjes ontstaan. Om te herdenken, maar ook om te vieren: een geboorte, bruiloft of verjaardag.’

Textielpost – Dayton



Jenny, Stefan (mijn jongste broer), Anke en Emma zijn net terug van een heerlijke vakantie in Dayton (Ohio). Het was er lekker warm zodat de kinderen regelmatig gebruik konden maken van het privé zwembad op hun logeeradres. Daarnaast was er tijd om een bezoek te brengen aan het National Museum of the US Air Force. Wist jij dat de vliegtuigindustrie in Dayton is ontstaan? Ik niet. De gebroeders Wright waren fietsenmakers in Dayton. Zij werden geïnspireerd door een artikel over de experimenten van Otto Lilienthal, en via contacten met het Smithsonian Institution verdiepten zij zich in de problematiek van het vliegen. Hun eerste experimenten deden zij met proto-zweeftoestellen in Kitty Hawk, de plaats waar zij later hun historische successen zouden boeken. In 1901-1902 ontwierpen ze een eerste windtunnel, om hun nieuwe modellen van zweeftoestellen uit te testen, en bouwden een grote theoretische kennis op.

November 1995 kwam Dayton in de aandacht doordat op de Wright-Patterson Air Force Base onderhandelingen plaats vonden die later zouden leiden tot het Verdrag van Dayton en dat een einde maakte aan de Bosnische oorlog.



Terug naar het National Museum of the US Air Force. Behalve dat er veel over de historie van de vliegtuigindustrie is te zien, kom je er ook textiel tegen. Heel bijzonder is de herdenkingsquilt (zie afbeelding ansichtkaart) die gemaakt werd in 1997 ter gelegenheid van de 50e verjaardag van de United States Air Force. Alle 85 luchtmachtbasissen wereldwijd reageerden enthousiast om deel te nemen aan dit project. Richtlijnen werden opgesteld voor de grootte van het vierkant, de kleur en de materialen. De quilt bevat uiteindelijk 100 vierkantjes, elk van 16 bij 16 inch. Het hart van de quilt heeft een vierkant ter grootte van 36 inch. Op de vier hoeken van de quilt zijn eveneens grote vierkanten te vinden. Hierin aandacht voor de luchtmachtbasissen van de Verenigde Staten, Azië, Europa en andere wereldwijde luchtmachtbasissen. In de bovenste rand is de volgende tekst geborduurd: Integrity first service before self excellence in all we do, in de onderste staat geborduurd: United States Air Force 50th anniversary commemorative anniversary quilt. De tekst wordt geflankeerd door het 50-jarig jubileum logo van de sterren en vleugels. Het borduren nam meer dan 500 uur in beslag en het in elkaar zetten van de quilt duurde meer dan drie maanden.