Breien en boedeldag

Het is hartje zomer en toch denken sommigen al aan de wintermaanden. Mutsen, sjaals en handschoenen moeten er gebreid worden. Lijkt het je wat om deze winter voor de Grolsche wanten te gaan, dan kun je aanstaande zaterdag terecht bij Erve Brooks. Heb je genoeg brei-ervaring dan heb jij voldoende aan het patroon van de Grolsche wanten.

Openluchtmuseum De Duinhuisjes bestaat uit vier originele duinboerderijtjes met bijgebouwen, daterend van 1850 tot 1910. De huisjes zijn genoemd naar hun oorspronkelijke standplaats: Duinstraat, Huttendijk, Kreekpad en Duinzoom. De huisjes zijn ingericht in de stijl, zoals gebruikelijk was rond 1900, met uitzondering van het huisje Duinzoom, dat dient als tentoonstellingsruimte voor thema-exposities. Beheer, onderhoud en rondleidingen worden geheel door vrijwilligers verzorgd.

De huisjes hebben zo allemaal hun eigen verhaal, maar aan sommige voorwerpen die in de woningen staan kleeft eveneens een mooi verhaal. Neem nu bijvoorbeeld het ronde theeblad met twee handvaatjes en in het midden een glazen plaatje met daaronder een borduurwerk. Tien jaar geleden kreeg de Historische Vereniging het theeblad van een toen ongeveer 80-jarige dame. Ze vertelde dat ze als meisje elke dag langs een antiekzaakje kwam. Daar zag ze in de etalage het bewuste dienblad. Telkens als ze van en naar school liep, moest ze even kijken naar de kinderkopjes en het mooie borduurwerk. Op een dag kwam de eigenaar van de antiekzaak naar buiten toen ze weer stond te kijken. Hij vroeg haar wat ze zo mooi vond. Het theeblad dus. De man maakte met het meisje de afspraak dat hij het voor haar zou bewaren als zij steeds van haar zakgeld iets kwam betalen. Na een lange tijd mocht ze het eindelijk meenemen. Ze had het bedrag van 2,25 gulden bij elkaar gespaard.

De huisjes zijn ingericht met gekregen spullen. Zoveel spullen dat er jaarlijks een boedeldag wordt gehouden, de eerstvolgende is aanstaande zaterdag. Kijken vanaf 13.00 uur, start om 14.00 uur.

Textielpost – Parijs I



Wijni: ‘Vanuit een bloedheet Parijs een textielkaart. Vlakbij de Hallen kwamen we de handwerkwinkel La Droguerie tegen. Een winkel met duizenden kralen, knopen, bandjes en wol in alle kleuren van de regenboog. Na veel zoeken en lang wachten, ging ik met een 20-tal bandjes de deur uit. In de volgende straat rue Montmartre is Mokuba gevestigd. Mooier en sjieker dan La Droguerie, met het meest prachtige lint. Volgens mij zijn couturiers daar vaste klant. Een aanrader.’

Boekbanden in Nijmegen 1890-1930



Mieke S.: ‘Rond 1820 werd er in de boekbinderswereld een uitvinding gedaan die een ingrijpende invloed had: het binderslinnen (grotendeels katoen!). Vóór die tijd werd er al geprobeerd om met textiel in te binden maar dat mislukte; de lijm kwam telkens door de stof heen. Archibald Leighton vond een appret uit waarmee textiel veilig om een band geplakt kon worden.



Tegelijk vonden andere ontwikkelingen plaats zoals de vervaardiging van metalen en verhitbare persen voor het stempelen waardoor de versiering op de platten (= voor- en achterkant van het boek) in één keer aan te brengen was. Dit was goed te combineren met de nieuwe manier van boeken maken: de band en het boekblok worden apart gemaakt en in elkaar gehangen. Dit alles tezamen betekende dat boeken in grote oplage industrieel vervaardigd konden worden tegen beperkte kosten. De gegoede burgerij kon zich nu een goed gevulde boekenkast veroorloven. Voor deze boekbanden werden platen gesneden. Aanvankelijk alleen decoratief maar in de jaren vijftig kregen ze ook een titel, die onderdeel uitmaakte van het stempeldecor. De banden werden eerst alleen zwart gestempeld, later ook met allerlei kleuren en zilver. Er werden platen gesneden voor hele boeken met plaatjes erin die aan de inhoud ontleend werden. Veel ervan kwamen uit Duitsland. Daar kwam de Jugendstil op, in Frankrijk de Art Nouveau, in Engeland Arts and Crafts. Het voert te ver om alle overeenkomsten en verschillen hier op te noemen. In Nederland kennen we deze stijl als Nieuwe Kunst (of oneerbiedig: vermicellistijl). Deze kunstvorm is natuurlijk ook terug te vinden in de boekbanden uit deze periode. Wie eens 136 van deze banden bij elkaar wil zien kan terecht in de universiteitsbibliotheek in Nijmegen waar momenteel de tentoonstelling Kunstenaars, ontwerpers en boekbanden gehouden wordt. Het is geen grote tentoonstelling. Ik zou er niet extra voor uit pakweg Den Helder komen, maar voor wie tóch in de buurt is, is het de moeite waard.



Universiteitsbibliotheek, Erasmuslaan 36, Nijmegen.
Openingstijden: maandag t/m vrijdag 9.00 – 17.30 uur,
23 juli gesloten vanwege de vierdaagse,
17 en 18 juli geopend van 10.00 – 17.00 uur.
De tentoonstelling loopt nog t/m 31 juli.

Ten slotte nog een extraatje dat niet bij de tentoonstelling hoort maar er wel bij past. Mijn man Math volgt in Genk de beroepsopleiding tot boekbinder. Toevallig is hij op dit moment bijna klaar met het restaureren van een Jugendstilband van een oud-collega. Hierbij foto’s vóór en na.’



Moeder en zoon



Moeder en zoon samen 150 jaar! Dat roept om een feestje, en zo gebeurde dat vandaag ook. Een stralende dag met veel familie uit het westen van het land die je niet dagelijks over de vloer krijgt. Het werd gewoon een gezellige feestelijke familiereünie die zeer toepasselijk werd afgesloten met een overheerlijke Indische rijsttafel.

Op de foto zie je Peter op de schoot van zijn moeder. Deze foto is in het najaar van 1951 genomen, vlak voor hun vertrek vanuit Soerabaja naar Nederland. De situatie was moeilijk in Indonesië. Eigenlijk niet meer leefbaar. In december 1951 zijn ze per boot vertrokken naar Nederland en in februari 1952 zijn ze aangekomen in ons zeer koude kikkerlandje.

Knitting in Nature 2010

Miriam Tegels: ‘Traditioneel begint de week op maandagmiddag met een natuurwandeling. Na de onweersbui op de vroege middag arriveren onze gasten en wanneer de koffie en vlaai op zijn, trekt een ieder een lange broek aan voor een natuurwandeling. Hier vertelt mijn man/natuurgids Frans Tegels over het groot hoefblad.



Dinsdag 13 juli is het thema van de eerste workshop de Moebius. Hier toont Linda het ontwerp dat ik speciaal voor deze week maakte. Het bevat een aantal interessante technieken zoals: de Moebius opzet, een kantpatroon met een diagonale lijn, een afhangende punt, het verwerken van verzilverde kraaltjes in het patroon. De Moebius werd het favoriete werkstuk deze week, op vrijdagmiddag waren enkele gasten zover dat de Moebius werd afgekant en geshowd!



Gebreid werd er steeds weer en overal. Hier genieten we van een drankje op een terras in Brüggen, na een fietstocht langs Die Schwalmauen, (de meanders van riviertje de Swalm) en een korte stadswandeling.



Op woensdag 14 juli is het thema van de breiworkshop: Kabelen zonder kabelnaald. In dit kleine proeflapje zit een variëteit aan technieken, naar links en naar rechts leunende meerderingen, naar L- en naar R-draaiende kabels,waarbij deze kabels worden gedraaid zonder de hulp van een extra kabelnaald. Wanneer je deze techniek eenmaal beheerst kun je hem toepassen in alle werkstukken met kabels, waarbij je tijd bespaart door effectiever te breien. Verderop in dit proefje zie je het minderen ná een kabel, het invoegen van knoopsgaten en de afwerking met een I-cord.



Op woensdagavond bezoeken we Stitch & Bitch Roermond in café Willems. Ondanks het noodweer dat om 18.00 uur over de stad raasde vonden een groot aantal breisters hun weg naar dit bruine café. Uitbater Ton reikte handdoeken aan zodat we enigszins droog aan de gezellige avond konden beginnen. Behalve de gasten van Knitting in Nature en de vaste groep van Stitch & Bitch Roermond waren er deze avond gasten van de bevriende Stricktreff Kaarst aanwezig.

En zo snelt Knitting in Nature naar een afsluiting op vrijdag. Mijn moeder, Mien van Buggenum, verzorgt nog een laatste keer het ontbijt in de ruimte van pension Groenewoud. In de laatste workshop worden alle voorgaande werkstukken afgemaakt. Na een laatste gezamelijke lunch is het tijd om afscheid te nemen van elkaar en van Knitting in Nature 2010. Wie weet zien we elkaar volgend jaar weer!’

Textielpost – Jeruzalem



‘In The Israel Museum Jerusalem is veel textiel te zien. Na een langdurige restauratie wordt het de volgende maand (juli) weer geopend. Deze kleden zijn heel mooi’, schrijft HannieG op de ansichtkaart dat een detail van een kleed uit Koerdistan laat zien.

Het Israel Museum werd in 1965 opgericht. Het grote museumcomplex bestaat uit lage rechthoekige museumhuizen waar diverse collecties in ondergebracht zijn, zoals: Judaïca, etnografica, beeldende kunst, kunst uit Afrika, Noord- en Zuid-Amerika, Oceanië en het Verre Oosten, archeologie, zeldzame manuscripten, een collectie historisch glas en beeldhouwkunst. Een uniek, speciaal voor dat doel ontworpen gebouw, de Shrine of the Book, huisvest de Dode Zee-rollen. De Dode Zee-rollen omvatten een collectie handschriften van meer dan 900 documenten, inclusief ruim 200 handschriften van de Hebreeuwse Bijbel, de Tenach (het Oude Testament). Ze werden ontdekt tussen 1947 en 1956 in elf grotten in de buurt van de nederzetting van Qumran, een plaats aan de noordwestkust van de Dode Zee, ongeveer 12 kilometer ten zuiden van Jericho.

Hier kun je enkele afbeeldingen van textiel zien uit The Israel Museum Jerusalem.

Sjouwende vrouwen in Guatemala







We borduren verder op de log van gisteren. Anneke Schoonenberg Kegel maakte foto’s in Atitlan in Guatemala van jonge vrouwen met een zware last op hun rug. Anneke: ‘Deze jonge meisjes hebben koffie geplukt. Ze dragen zakken op hun rug, gevuld met koffie, zo vreselijk zwaar. Ze moeten die bij de zakkenweegmijnheer inleveren. De mannen die hetzelfde werk doen verdienen hier een euro per dag mee. De meisjes zullen ongetwijfeld minder krijgen. Aan de gezichten van de meisjes, na inlevering van hun vracht, kun je de vermoeidheid aflezen.’

Zware last



Met veel eerbied spraken we in de voorgaande logs over de vrouwen die hun was in diverse landen op een voor ons ouderwetse manier doen, en moet je nu deze twee vrouwen eens zien. Ze sjouwen een torenhoge zak op hun rug die tot de nok gevuld is. Waarmee? Hoeveel kilometers hebben ze al achter zich liggen, en hoeveel nog te gaan? Beide vrouwen dragen witte kousen met eenvoudige slippers, een hoofddoek, een jas met daaronder een lange rok of jurk. Het zijn vast twee zussen. De jongste en vitaalste voorop. Het is knap dat ze met zo’n bepakking op hun rug recht kunnen blijven staan, laat staan lopen. Ik zou meteen omkukelen en geen rug meer over houden. Deze vrouwen zijn volleerde draagsters. De tweede vrouw slaat haar hand voor de mond. Heeft ze in de gaten dat ze gefotografeerd wordt, óf heeft ze een binnenpretje? Doen de vrouwen dit werk voor extra inkomsten? Zo ja, laten we hopen dat ze dan naar behoren betaald worden.

Foto: AFP, twee vrouwen nabij de Iraakse grens in Turkije.

Helsingborg



Miriam Tegels: ‘Voor mijn reis naar het Zweedse Helsingborg had ik via internet contact gezocht met Elisabeth Magnusson, eigenaresse van wolwinkel Tant Thea. Ik vroeg haar naar de mogelijkheid om een Stitch & Bitch avond bij te wonen tijdens mijn vakantie. Daarop heeft zij een brei-avond georganiseerd in haar nieuwe winkel Tant Thea, op maandag 5 juli j.l. Breisters uit de wijde omgeving zijn op haar uitnodiging ingegaan en zo waren wij met een groep van 20 enthousiaste breisters aanwezig. In het Engels werd ik door hen geïnformeerd over het bestaan van breigroepen in Zweden. Een nuttige website als het Nederlandse Stitch ’n Bitch kennen ze in Zweden helaas niet. Wel vind men elkaar via Ravelry. En, alhoewel de meeste volwassenen in Zweden de Engelse taal vrij goed beheersen, vinden breisters het moeilijk om met Engelse en Amerikaanse patronen te werken. De schaarse Zweedse patronen die in een vrouwenweekblad verschijnen zijn daarom zeer geliefd! Ook het afkorten van breitermen zoals r (recht) en avr (averecht), kent men in Zweden niet, alle handelingen worden volledig uitgeschreven. Duidelijk werd wel dat ook in Zweden het breien een opleving kent: veel jonge mensen willen het leren. Daags ná de bijeenkomst had ik een interview met het Helsingborgs Dagblad. Het werd een mooi artikel, Elisabeth Magnusson van Tantthea ontving meteen leuke reacties! Na het kopen van een paar strengen mooi linnen van het Zweedse merk Karin Öberg namen we afscheid van elkaar.’



Miriam Tegels: ‘Op de kade van de Zweedse havenstad Helsingborg ontmoette ik Majgreth Bengtsson, in traditioneel kostuum. Zij droeg op deze koele ochtend een prachtg handgebreid vestje waar ik graag het verhaal van wilde horen.
Majgreth: “Ja, dit vestje heb ik zelf gebreid. Naar een voorbeeld van een geliefd vestje dat mijn moeder voor mij maakte. Het is bestemd voor mijn dochter. Vandaag heb ik het zelf nodig want het past bij onze klederdracht en het is fris! Het betreft geen Zweeds traditioneel patroon, gewoon een kantpatroon dat mijn moeder mooi vond en daarom voor mij maakte.” ‘