Het is ons bekend dat liturgisch textiel vaak rijkelijk versierd is met goud- en zilverborduurwerk. Maar door wie en waar werden de paramenten – de zijden gewaden en attributen voor de katholieke liturgie – gemaakt? Wat is er bewaard gebleven van deze schatten? Marike van Roon begon aan een onderzoek om antwoord te vinden op deze vragen. Meer dan een decennium werkte ze aan haar onderzoek. Het resultaat van haar bevindingen is gebundeld in de zeer omvangrijke en rijk geïllustreerde uitgave: Goud, zilver & zijde. Katholiek textiel in Nederland 1830-1965.
Marike van Roon baseerde haar onderzoek op drie bronnen: archieven, contemporaine publicaties en de paramenten zelf met bijbehorende gegevens. Helaas zijn er bijna geen archieven van ateliers bewaard gebleven. Het enige complete archief dat belangrijk is geweest voor het onderzoek is dat van het Brugse atelier Grossé. Het is zeker dat de ateliers van Grossé geleverd hebben aan de Nederlandse markt. Grossé verwierf grote faam met schilderachtige taferelen vervaardigd in de ingrijpsteek en splijtsteek, de zogenaamde ‘broderies historiées’. Voor dit borduurwerk werd floszijde gebruikt, een ongetwijnde, los gesponnen zijden draad. Bij de ingrijpsteek liggen de steken ongelijk verspringend naast elkaar, bij de splijtsteek grijpt elke steek in de vorige waardoor een zeer geleidelijke overgang tussen kleuren verkregen kan worden. Deze technieken werden in de vijftiende en zestiende eeuw gebruikt om de belangrijkste delen van de afbeelding, zoals handen en gezichten, genuanceerd weer te geven. Bij Grossé werden hele taferelen uitgevoerd in deze techniek.
Kazuifel van C.H. de Vries, circa 1900. Zaandam, Sint-Bonifatiuskerk
Het is niet alleen Grossé die bepalend is geweest voor liturgisch textiel. Eind negentiende eeuw werden in Nederland de bedrijven H. Funnekotter en C.H. de Vries opgericht die van grote betekenis zijn geweest. Het borduurwerk in goud verhoogde uiteraard de prijs. Bij Funnekotter telde je 1350 gulden neer voor een kazuifel van zilver chevron, geheel met goud geborduurd. Het borduurwerk van de goedkopere paramenten werd altijd uitgevoerd in tamboureerwerk. De Vries had in zijn borduurateliers bekwame borduurwerkers in dienst. Dat bleek zeker uit de restauratie van de uit 1858 daterende gewaden van de Sint-Franciscus Xaveriuskerk (De Krijtberg) in Amsterdam. In 1910 werd het goudborduurwerk schoongemaakt en overgezet op nieuw zilverlaken. Deze klus kostte 2000 gulden. In een bespreking van de restauratie werd De Vries voorgesteld als ‘den kunstzinnigen minnaar van oude borduurwerken, den waardigen kunstenaar, die reeds zoveel oude schatten voor goed heeft hersteld en bewaard’. Grossé vermoedde dat De Vries deze restauraties uitbesteedde.
De Annunciatie (detail), op een koorkapschild van de Zusters van het Arme Kindje Jezus te Simpelveld. Maastricht, Sint-Servaaskerk.
Religieuzen in kloosters associëren wij met bidden en borduren. Toch heeft de kloosternijverheid slechts een kleine rol gespeeld in de productie van paramenten, concludeert Marike van Roon. Paramenten werden voornamelijk vervaardigd door professionele borduurwerkers. Het klooster van de Zusters van het Arme Kindje Jezus te Simpelveld is vrijwel het enige klooster in Nederland dat zich op professioneel niveau bezighield met de vervaardiging van paramenten.
Atelier van de Zusters van het Arme Kindje Jezus te Simpelveld, circa 1950. Simpelveld, Klooster Huize Loreto.
De stoffen die gebruikt werden voor de paramenten is een belangrijk punt waar Marike van Roon dan ook de nodige aandacht aan besteed. De borduurders/sters onder ons kunnen hun hart ophalen aan de vele gedetailleerde beschrijvingen over het borduurwerk, borduurdraden en patronen.
De pelikaan die haar jongen voedt met haar eigen bloed. Detail van een koorkap uit 1855. Deze afbeelding symboliseert de eucharistie. Leiden, Hartebrugkerk.
Motieven als het ‘Lam Gods’ en ‘de pelikaan die zijn jongen voedt’ waren populair. Afbeeldingen die wij eveneens tegenkomen op de merklappen. Gouddraad was geliefd voor het borduurwerk, maar de samenstelling van de draad kwam ter discussie te staan, schrijft Marike van Roon. Onderzoekers ontdekten dat de gebruikte gouddraad in de middeleeuwen anders van samenstelling was dan het Franse gouddraad. Het Franse gouddraad was gemaakt van een smal strookje metaal, gewalst uit een getrokken draad. Dit strookje werd rond een zijden kern gewikkeld. Het strookje kon ook van echt goud gemaakt zijn, maar dat kwam eigenlijk nooit voor. De vele soorten en kwaliteiten zijn onder te verdelen in drie categorieën: ‘echt goud’ is verguld zilverdraad, ‘half echt goud’ is verguld koperdraad en ‘onecht goud’ is koperdraad dat aan de oppervlakte met behulp van zinkdamp tot messing is gemaakt. Indien de vergulding niet goed was uitgevoerd werd het metaal snel zwart. Het middeleeuwse gouddraad – Cyperse gouddraad – bleek zich in de meeste gevallen goed te houden. De fabrikanten te Lyon loofden prijzen uit om achter dit geheim te komen. Onderzoek wees uit dat er twee soorten gouddraden bestonden. De kern was een linnen draad en rondom deze draad werd een verguld bandje gewikkeld. Bij het ene bandje was verguld leer (vermoedelijk het echte Cyperse goud) gebruikt en bij het andere vergulde darm (vermoedelijk een Europese imitatie van het Cyperse goud). Het laatste soort gouddraad stond bekend als het Keulse gouddraad. Dit gouddraad werd echter geen succes, men bleef het Franse gouddraad gebruiken.
In zes tijdperiodes beschrijft Marike van Roon de ontwikkeling van het liturgisch textiel. Ze sluit af met de ondergang van de borduurnijverheid. De terugloop van kerkgangers die in de jaren vijftig van de vorige eeuw begon, zou door de modernisering in de jaren zestig daarop geen gunstige invloed hebben. De markt voor de paramenten veranderde dan ook ingrijpend. De onzekerheid binnen de kerk leidde tot een sterke achteruitgang van opdrachten. Het kostbare handborduurwerk raakte snel uit de gratie. Goedkopere resultaten konden bereikt worden met behulp van eenvoudige applicaties. De paramenten van de jaren zestig uit de vorige eeuw kenmerken zich door soberheid en abstracte decoraties.
Het oude rijk geborduurde liturgisch textiel wordt nog nauwelijks gebruikt. Een klein gedeelte hiervan is te vinden in musea, maar het meeste bevindt zich op de zolders en in de kasten van de pastorieën.
Marike van Roon is erin geslaagd om haar opgedane kennis zeer goed te documenteren en niet onbelangrijk een prettig leesbaar verslag er van te maken. Goud, zilver & zijde vormt een bron van onschatbare informatie voor textielliefhebbers.
Goud, zilver & zijde. Katholiek textiel in Nederland 1830-1965, Marike van Roon. Uitgegeven door Walburg Pers, gebonden uitgave, 400 pagina’s, ISBN 978-90-5730-642-6. Prijs: € 47,50.
wat een prachtig hhandwerk en hhoe kregen ze het gedaan, met zo weimig licht ?/ het is bijna niet te begrijpen, want zouden onze ogen dat zonder hulpmiddllen nooit voor elkaar krijgen. Ik heb nu al moeite me t de kleine kruisjes
Dit is echt een weekend verhaal , heel lang en zeer interessant . Bij het zien van de eerste beelden van prachtig borduurwerk , dacht ik gelijk , in de kloosters wordt heel mooi werk verricht met zeer veel geduld . En zie ik de nonnen al in veel ijver gebogen over hun arbeid .
Ik kom hier natuurlijk terug om alles goed te lezen . Ik heb een lading lectuur uit de brievenbus gehaald . Ben altijd erg blij met m,n vrije weekend .
Och ik zie het boek is van de Walburg Pers . Ik dacht al waar zag ik dit eerder .
We beleven weer veel leesgenot over prachtig en zeer kunstig borduurwerk .
Het is niet zo eenvoudig deze goudborduursels .
@basje, het waren professionele borduurwerkers die hier mee bezig waren. Het was hun beroep. Dus elke dag bezig zijn met het handwerk. Het is vakwerk dat de nodige waardering verdient. Heel goed dat Marike van Roon dit textiel onder de aandacht brengt. Ze heeft er een zeer grondige studie van gemaakt met als resultaat een prachtige uitgave. Gisteren is Marike van Roon gepromoveerd op haar proefschrift.
De gewaden van de pastoors en priesters zien er vaak prachtig uit. Het borduren met gouddraad vraagt om speciale technieken. Morgen ga ik het nogmaals lezen want mijn ogen zijn niet helemaal scherp meer.
Vroeger stonden de priesters met de rug naar de kerkbezoekers toe in de kerk. Op die manier konden de kerkgangers de prachtig bewerkte achterkant van de gewaden bewonderen. Tegenwoordig staan ze met het gezicht naar de mensen toe. Veel menselijker, maar de prachtige achterkanten krijgen we veel minder te zien.
Daarom was ik erg blij dat een jaar of 15 geleden de gewaden van onze kerk allemaal tentoongesteld werden. Iedereen kon ze van redelijk dichtbij bewonderen. Ook die al een paar eeuwen oud waren. Veel oh’s en ah’s heb ik toen gehoord (en zelf uitgeroepen ook). De gewaden van onze kerk zou ik eigenlijk wel weer eens van dichtbij willen zien. Het is al zo lang geleden.
Heel interessant. Dit boek staat nu op m’n verlanglijstje !
wat een interessant bericht – en boek. al die stille, anonieme borduursters die zulke prachtige dingen hebben gemaakt.
in een roman las ik ooit dat ook geborduurd werd met vrouwenhaar, ik heb mij altijd afgevraagd of dat waar was.
in rome heb je nog veel winkels waar rijkversierde kazuifels worden verkocht. maar die kunnen natuurlijk niet tippen aan al die pracht uit het verleden …
Dit is vakwerk! De borduursels maar ook het boek.
Prachtig werk. Het materiaal zal niet al tijd even makkelij te verwerken zijn geweest.
De liefhebber treft het dat er zo’n mooi boek over geschreven is.
@Gerrie, het is nog niet zo lang geleden dat ik de log plaatste over Charles Behrens, en hij was de man die de naam Walburg Pers bedacht.
Geniet van je vrije weekend met veel leesplezier.
@Hilda, gelukkig blijft de log staan zodat je zelf het geschikte moment kunt kiezen om het verhaal te lezen.
@Bietje, een goede reden om nu een nieuwe expositie te organiseren. Ik ben naar heel veel tentoonstellingen geweest, maar een expositie van kerkelijk textiel ontbreekt nog.
@Sylvie, heel mooi!
@lheurebleue, de kwaliteit van vroeger is wel te evenaren, maar daar hangt een prijskaartje aan. Voor de paus kan (bijna) alles.
Eerder schreef ik een log over het Nijmeegse bedrijf Stadelmaier. Zij kregen een grote opdracht:
http://berthi.web-log.nl/berthi/2008/04/paus-benedictus.html
@Saskia, klopt helemaal, beiden zijn perfect verzorgd.
@Willy, het is goed dat er gedreven mensen zijn zoals Marike van Roon, want het kost erg veel tijd en energie, maar het resultaat zal veel bevrediging geven waardoor je al die jaren van onderzoek snel bent vergeten.
Dit is een prachtig boek wat ik op mijn boekenverlanglijstje zet.
Een kijkje bij de Walburgpers is zeker de moeite waard.
Op veel gebied hebben ze prachtige boeken.
(voor mijn schoonzoon al een boek besteld voor zijn verjaardag) betaal je via IDEAL ook geen portokosten.
@Elma, IDEAL is zo handig. Ik gebruik het ook steeds vaker.
Leuk dat je bij Walburg Pers een boek voor je schoonzoon bent tegengekomen. Het boek Goud, zilver & zijde is een boek waar jij veel plezier van zult hebben. Het zal een waardevolle aanvulling zijn voor je boekencollectie.
Het boek zal ook nog wel aan de collectie toegevoegd worden.
Deze week kwam er al een boek binnen!!!!!!!!!!
PETTERSSONSPETSAR-SPITZEN, wat net in juni uitgekomen is. Het is een boek met erg mooie Zweedse kanten. Ook staan er erg veel foto’s in van historische toepassingen. De tekst is in het Zweeds, Duits en Engels. Wij hebben niet altijd Eva naast ons zitten om het te vertalen.
Het boek is een uitgaven van Barbara Fay Verlag – Gammelby.
Kantklosters kennen ook gouden en zilveren draden die de mooie namen hebben Zeug, Kraus en Plett, waar de goudkanten mee geklost worden.
Op onze reis in 1992 hebben wij de burg in Abenberg bezocht, waar een kantklosmuseum is gevestigd waar de goudkanten werden geklost. Dicht bij het museum was ook een winkel waar het materiaal verkocht werd.
Dus is er nog wel een klosje zeug in huis.
De schatkamer van de dom in Aken heeft een ruime collectie religieuze gewaden die te bezichtigen zijn.
@Elma, een mooie tip voor de kantklosters onder ons.
@Mieke S, goed om te weten. Als ik in Aken ben ga ik een kijkje nemen. Zeker nu ik het boek van Marike van Roon heb doorgenomen. Je gaat met andere ogen naar het religieuze textiel kijken.
Wat een ontzettend interessant onderwerp. Wat schrijf je toch leuke blogs. Ga vooral zo door. groet.
het boek “goud, zilver en zijde” vind ik een goed boek met veel informaties over paramenten en hun makers.vele gewaden zijn jammer genoeg verdwenen of hebben plaats gemaakt voor kovels met stolas.
misgewaden uit die tijd heb ik vaker op vlooienmarkten gezien!!!!
ook in het genoemde tijdvak werden kunstvolle gewaden vervaardigd. in goede herinnering heb ik de niet meer bestaande firma pijnappel, den bosch.
in de parochie waar ik geboren ben, werden nog niet zo heel lang geleden kazuifels uit de besproken jaren verknipt om er wandtapijten van te maken. ik weet, dat er enkele heel mooie gewaden in de sakristie waren.
vaak werd er met de paramenten slecht omgegaan. zodoende is er heel wat verloren gegaan.
ik vind het boek tevens een herwaardering van het “katholiek textiel” uit die periode.
thomas van zanten, em.pastoor, rees (d.)
@Thomas van Zanten, dank voor je reactie.
Als Marike van Roon herwaardering voor het katholiek textiel zou teweegbrengen dan vond ze haar boek geslaagd en dat gaat lukken.
Ontzettend jammer dat er kazuifels verknipt zijn. Na de publicatie van Goud, zilver & zijde zal dit hopelijk niet meer gebeuren.