Hier dan de volledige tekst van de column Doos, geschreven door Sylvia Witteman en verschenen in Volkskrant Magazine van 3-2-2007.
Bij de zoveelste poging om orde in de puinhopen te scheppen, stuitte ik op de naaidoos die mijn oma lang geleden voor mij inrichtte. Hij heeft een vreemde kleur: mijn oma hield van ingewikkelde halftinten met chique namen als mauve, taupe, vert-de-nil of cerise.
Mauve is ook die houten naaidoos, een gedistingeerde kleur inderdaad, afgezien van de hardnekkige associatie met steuncorsetten of gehoorprotheses. Bij het openen walmden mij allerlei herinneringen tegemoet. De handwerkjuf op de lagere school heette mevrouw Miesmacher, had ten overvloede een hees, Teutoons accent en bestond voornamelijk uit paars aangelopen, stampvoetend protest tegen de onafwendbare menopauze. Wij moesten onder haar krijserig bewind voortdurend speldenkussens breien, die vervolgens gevuld werden met oude, vaak ongewassen panty’s: de meeste ook al weer mauve, want zwarte panty’s werden toen nog uitsluitend gedragen door hitsige weduwvrouwtjes. Het breiwerk werd samengesteld uit dun katoenen garen, dat stroef stropte in mijn klamme vingers, en dan ook, vooral wat betreft de lichter getinte fragmenten, een niet uit te wassen groezeligheid vertoonde.
De jongens hadden het trouwens ook niet gemakkelijk, want die moesten figuurzagen, waarbij de zaagjes alsmaar schril piepend bleven haken in het triplex en vervolgens afbraken. Maar zij hoefden tenminste geen pannelapjes te haken of knoopsgaten te leren afzomen met een festonsteekje.
Punniken vond ik nog het minst erg, al herinner ik me dat het eindeloos duurde voor er tergend langzaam een bont gekleurde rups uit het klosje tevoorschijn kwam, waar je, ook na lang piekeren, geen andere bestemming voor had dan het gebruik als snel verviltende sleutelhanger of armband. Mijn oma moedigde het punniken desondanks aan, want zij beschouwde het als een goede voorbereiding op ingewikkelder handwerk, en dus op het leven zelf. Met lede ogen zag zij aan hoe ik, haar oudste kleindochter, slechts één handvaardigheid vlot onder de knie kreeg: het al fietsend zonder handen rollen van een joint uit drie aan elkaar geplakte vloeitjes. Zelf breide ze complete slaapkamerameublementen en borduurde ze Monets Japanse bruggetje na in ‘petit point’, een techniek van nachtmerrie-achtige arbeidsintensiviteit die, hoop ik, tegenwoordig bij wet verboden is.
Toen ik ongetrouwd met mijn vriendje naar Moskou verhuisde, probeerde ze aan mijn opvoeding te redden wat er te redden viel en gaf me die naaidoos mee. Het ding was een complete samenvatting van Hollandse deugden als zuinigheid en vlijt: de inhoud grotendeels samengesteld uit overgeschoten lapjes, restjes wol en vilt, Wybertjesdoosjes vol tweedehands knopen en drukkertjes, vreemd gevormde naalden, onbegrijpelijke krijtjes, een punnikklosje in de vorm van een langgerekte vliegenzwam en een zelfgemaakt speldenkussen dat met zijn frisse, veerkrachtige embonpoint in geen enkel opzicht leek op mijn voormalige pogingen in die richting. Op de bodem van het kistje bevond zich een allergeheimzinnigst voorwerp van gepolijst hout: het zag eruit alsof het voornamelijk geschikt was voor het afbreken van ongewenste zwangerschappen, maar bleek bij angstige navraag ‘kind, gewoon een handschoenspanner!’.
Ik vond die naaidoos een verachtelijk symbool van vrouwenonderdrukking en kleinburgerdom. Maar eigenlijk had ik stiekum helemaal niets tegen vrouwenonderdrukking, zolang die maar gepaard ging met een avontuurlijk doch financieel zorgeloos bestaan, en ik het handwerken aan ándere onderdrukte vrouwen kon overlaten.
Eenmaal in Moskou stelde ik de doos daarom ter beschikking aan mijn huishoudster annex KGB-spion Galya, die hem gebruikte om hoofdschuddend knopen aan mijn bloesjes te zetten, die tijdens verrre reizen of slordige drinkgelagen waren losgesprongen. Omdat ook Galya wel wat beters te doen had dan kantklossen of festonneren bleef de inhoud op die paar draadjes na zo goed als intact.
Mijn oma, daarentegen, ging dood.
Inmiddels hebben mijn kinderen zich die kist toegeëigend, vol verbazing over al die onbekende voorwerpen. Mijn zoontje doet dingen met de handschoenspanner die ik liever niet wil weten en mijn dochter loopt al dagen vragend achter mij aan met het punnikklosje. Ik heb geen idee meer hoe dat moet, maar mijn relaas over de fleurige wollen slang heeft haar danig opgewonden. Ook bevriende knutselmoeders en peuterjuffen laten het lelijk afweten. Ik vrees dat er niks anders op zit: ik ga mijn moeder bellen.
s.witteman@volkskrant.nl
Voor diegene die het nog niet weet: Paul Witteman is de peetoom van Sylvia Witteman.
wat een leuke tekst. kan me wel voorstellen na zulke handwerklessen dat je er je leven lang een antihandwerkhouding van krijgt, wel jammer!
het is juist zo ontspannend, ben tenminste heerlijk ontspannen bezig met mijn hartenlap 😉
Leuk lied kende ik niet. Ik heb je gehoord hoor Marlies, oosten wind he !!!
Hoorde op het jeugd journaal dat er een school ging breien om te ontspannen voor de Cito toets. De kinderen vonden het breien zo leuk dat ze er hierna mee door willen gaan.
Was jij dat Noor !?? :-)).
Dat vroeg ik mij al af of zij familie waren.
Mooi verhaal, die kleuren waar oma van hield, prachtig.
Hebben wij niet bijna allemaal de herinnering van de knopendoos of naaidoos.
Zelfs mijn man heeft het knopendoosje van zijn moeder hier in de kast staan. Heilig , mag ik geen knoopje van ‘lenen’:-)).
Hij vertelde juist gisteren dat het laatje van de trapnaaimachine zo lang en geheimzinnig was voor een klein jochie.
@marianne’m, wat een leuk verhaal van je. Knopendoosjes! Bij mijn moeder ging geen knoopje verloren. Kapotte kleding ging niet de vuilnisbak in, het kwam daar pas terecht als de rafels eraan hingen en de scheuren erin zaten, voordat alle knoopjes eraf waren gehaald. En dan praten we nog eens niet over zo’n lange tijd terug.
Er is toch veel veranderd in een zeer korte tijd!!
Eline kan nog geen knoopje aan haar kleding maken, laat staan een lusje vastnaaien. Of… heeft ze er geen zin?? O ja, het lusje van haar mooiste jas is stuk, of ik dat wilde maken???!!! Natuurlijk doet haar moeder dat!!!!:-)
en Paul Witteman komt uit de beroemde Andriessen familie. Componisten, en Paul is van de,zeg maar- “niet muzikale tak” 😉 Hij speelt overigens voortreffelijk piano maar kan volgens eigen zeggen niet de norm van de familie halen. Het is wel een heel aparte, creatieve familie.
Leuk hoe Sylvia de naaidoos beschrijft. bedankt voor de rest van ’t stuk!
…. of…. heeft ze er geen zin in? Bedoelde ik natuurlijk!! Het woordje ‘in’ had ik ingeslikt!!:-)
@marcella, ik heb eens een interview met Paul Witteman gelezen waarin stond dat hij erg geïnteresseerd is in (klassieke?) muziek.
Mijn dochter komt ook steeds met knopen aandragen, lekker makkelijk zo’n MAMA :-))).
Paul Witteman heeft idd pas een boek geschreven over klassieke muziek.
Hallo allemaal, na bijna 3 maanden zonder internet geweest te zijn (met dank aan kpn internetplusbellen,…die niet overweg konden met een verhuizing,..) kan ik eindelijk alle logjes weer lezen!!!!Jippie!!!! Dus eerst eventjes lekker lezen bij Berthi, dan Marcella, dan Marianne,……
Berthi, dank-je-wel voor alle verhalen, maar één ding moet me van het hart: “Waar is Juul”?
Leuke tekst, Maar het kan natuurlijk ook anders. Hebben wij ook allemaal niet met klamme handjes breiwerkjes onder handen gehad op school.Veel te strak gebreid en die breipennen gleden ook nog niet, zodat het echt steek voor steek ging en natuurlijk lekker strak gebreid, omdat je bang was dat de steken van de naalden gleden en je die steken dan weer niet op de naald kon krijgen. En toch hebben de meesten van ons nu veel plezier met onze handwerkjes. Ook bij mijn moeder staat in de kast een grote trommel met knopen. En ik heb inmiddels ook al een bescheiden blikje met knoopjes staan.
Ha Ingrid, we hebben je gemist. Zag pas juist je naam bij mijn oude logjes weer en dacht hé waar is zij gebleven.
Dat is ook wat zonder internet, als zo iets ook eenmaal mis gaat getsie !!!
Juul, houdt een winterlog slaap, ze was teveel met internet bezig en dat lukte niet meer naar haar zin. We missen haar allemaal heel erg, haar linken inbreng en vooral haar plagerijtjes en vrolijkheid. We hopen dat ze de lente gaat ruiken en snel ‘wakker’ wordt :-)). Maar ja nu met die sneeuw !!???.
@Ingrid, fijn om weer een reactie van je te lezen. Ik heb al meer klachten gehoord over internetplusbellen van de KPN.
En wat Juul betreft heeft Marian’ne je al een antwoord gegeven. Dus…. iedereen wacht met smart op de lente!!!!
Misschien is het jullie ook opgevallen dat er al een poosje geen reacties meer komen van Ineke. Dit heeft met familie omstandigheden te maken. Als het allemaal wat rustiger is, horen en lezen we weer van haar.
@Marja, de meesten onder ons zullen de te strakke breiwerkjes herinneren, maar gelukkig komt het bijna altijd goed!!
Prachtig verhaal! Ze schrijft erg beeldend zodat je het heel goed kan visualiseren. Mooi gebruik van de bijvoegelijke naamwoorden. Heerlijk!
Hier gaat ook geen knoopje de deur uit 🙂 Alle kledingstukken worden ontdaan van bruikbare delen zoals knopen, bandjes, lusjes, ritsen. Als het stof niet herbruikbaar is, doet het eerst nog dienst als dweil. Dat zit erin en gaat er ook niet meer uit, tja gewoonte eigenlijk.
Ik heb laatst een punnikklos bij de Kruidvat gekocht voor 1 euro, maar het lukte helemaal niet goed daarmee. De oude houten klos met vier zelfingeslagen spijkers in mijn naaidoos, werkte daarentegen wel prima. Gelukkig heb ik die nooit weggegooid. Het staat erg primitief, maar het heeft toch wel wat.
Ik vergeet er nog bij te zeggen dat ik de handschoenenoprekker of handschoenenspanner zoals zij het noemt ook in de naaidoos van mijn moeder had gevonden. Pas onlangs ben ik erachter wat het nu eindelijk is.
@Marianne, als ik me goed herinner heb je zelfs een log geschreven over de handschoenspanner! Of was dat een ander handwerkattribuut?
Goed onthouden 🙂
Ha Ingrid, ik had je inderdaad gemist. En Ineke ook! ik heb zelfs nog hier en daar naar jullie gevraagd bij de ABC-ontmoeting. Goed dat jullie allebei weer “terecht” zijn.
Ingrid fijn dat jij er weer bij bent en Ineke, hopelijk tot gauw!
Ik ben toch wel heel nieuwsgierig hoe zo een handschoenen spanner eruit ziet, ik heb echt geen idee. Maar me de wildste voorstellingen.
Mijn moeder had vroeger ook een naaidoos en een knopendoos. Ik zat daar vroeger vaak mee te spelen, prachtig al die knoopjes en haakjes en drukkertjes. Zat ik uren te sorteren op maat en kleur.
De knopendoos staat nu bij mij in de kast en mijn kinderen spelen er nu wel eens mee, de naaidoos gebruikt ze zelf af en toe nog.
Als ik oude kleding weggooi knip ik altijd de knopen eraf, voor in de knopendoos.
Wat een leuk artikel, en ook de reakties erop; volgens mij staat er in ieder Hollands huis een knopendoos!
De fam. Witteman is inderdaad creatief; in de jaren 20 van de vorige eeuw ontwierp de kunstenaar Thé Lau (opa van)sierraden die door de fa Witteman werden vervaardigd. Mooie ontwerpen heel prachtig uitgevoerd. Hoe lang die winkel heeft bestaan weet ik niet, misschien zijn ze er nog steeds..