Nieuwe Rotterdamsche Courant

Onderstaand bericht stond in de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Het is interessant om te lezen hoe Elisabeth Rogge in 1913 dacht over merk- en stoplappen.

Nieuwe Rotterdamsche Courant
Dinsdag 9 december 1913, Avondblad A

Merk- en stoplappen te Leiden.

Mej. Ellis M. Rogge schrijft ons:
In de kleine zaal van het Leidsche Volkshuis zijn een aantal merk- en stoplappen te zien, bijeengebracht uit de 18de, 19de en 20ste eeuw. ’t Is een belangrijke collectie, die tevens door expositie van het werk onzer dagen het licht doet vallen op den achteruitgang van het naaldwerk en de plaats, die het thans inneemt. Of is het niet duidelijk waar te nemen, hoe bij den merklap der 18de eeuw werd gestreefd naar meer dan het afwerken van enkele conventioneele patroontjes? Zijn het geen kunststukjes in kruissteekjes, die doeken met hun huisjes en molentjes, hun bloemen en vogels, die achter glas den wand sierden van het woonvertrek van weleer bij rijk en arm?
Als wij de rijen oude lappen overzien, dan treft ons de zuivere, fijne bewerking van het weelderig ornament met zijn toetsen-, tinten- en kleurenrijkdom. De meeste lappen zijn omrand met breede of smalle dartele bloemfestoenen, naïef in de hoeken omgebogen of aldaar afgebroken. In het middenvak heeft de fantasie vrij spel en schept een tal van vormen en tafereeltjes, zóó pittig en vol bekoring, dat wij het beschouwen niet moede worden. Al wat op godsvrucht, nationaliteit, op bedrijf, handel en persoonlijke welvaart toepasselijk mocht heeten, werd op het doek met kleurigen zijden draad vereeuwigd. Uit enkele doeken (1769 en 1804) spreekt reeds onbewust eenige liefde voor ’t vlakornament, en wordt van eene naturalistische weergave afgeweken, echter ten koste van karakter en uitbeelding.
Meer eigenaardig dan getuigend van teekentalent is een lap van 1804, waarop een huis met breede stoeprand. In de geopende huisdeur staat een jong meisje, aan weerszijden beklimmen blijkbaar vriendinnen de treden, die naar het huis voeren. Helaas is deze lap, evenals vele andere doeken, aan de reinheid der Hollandsche vrouw opgeofferd, vervaalt en verbleekt.
De merklappen uit de eerste periode, met stalen van opennaaisels en velerlei lettertypen als proeven van merkteekens voor ’t letteren van linnengoed, ontbreken. Eveneens de alphabet-lappen uit den goeden tijd, met hun sier- en krulletters naar Middeleeuwschen en Oosterschen trant. De aanwezige alphabet-lap van 1870 duidt reeds op sterk verval. Op verscheiden doeken is naast den kruissteek veelvuldig gebruik gemaakt van den oogjessteek; op een lap van 1773 is bijna de geheele ornamentiek in gaatjes uitgevoerd, bij correct werk zijn beide kanten dus identiek.
Midden 19de eeuw wordt het verval duidelijk merkbaar. Een merklap 1849 toont dit treurig feit door de smakelooze uitbeelding van kleine landschapstafereelen, graftomben met treurloof, bloemstruiken in wol op galige 1) grondstof. Daarnaast hangen twee lappen, met dik- wollen ornament op linnen: een flauwe afschaduwing van wat de mooie werklap eenmaal was. Nog enkele neerdalende trappen en wij komen aan ’t debuut van Kaatje Molenaar en Henderika Rijnsburger, kinderen der 20ste eeuw. De lappen zijn van gaas, de werkdraad is wol in de meest banale kleuren. De glanzende sterren, de pralende bloemen, de aardige vogeltjes zijn hier strak, onbewogen, zonder leven, in niets, dan vermoedelijk in het aantal steken, meer gelijkend op het bekoorlijke van weleer. Slechts dood school-materiaal!
Is dat dan de werklap van onzer dagen?
Ten deele ja! Doch op de middentafel ligt nog een lap der 20ste eeuw. ’t Is de merklap van het Leidsche Volkshuis, waaraan ongeveer 140 kinderen tusschen 10-12 jaar werkten. In 1907 ontworpen ter ere van ’t lentefeest. Op handweeflinnen werd dit poëtische werkstuk in fijnen kruissteek gearbeid. Met zijn teeren kleuren, zijn bloemen en figurale voorstelling, zijn geschiedenis, is het de ouden merklap in ’t kleed van onzen tijd. Deze doek alleen is een bezoek aan de tentoonstelling waard.
En de stoplappen? De oude naaischolen waar het vakonderricht, in de naai- stopkunde zulk een hooge trap van ontwikkeling bereikte, handhaven hun roem. Er zijn prachtige oude lappen met reuze groote zijden kwadraten, gestopt in blok- en streep-, in keper- en oogjes-, in kraanoog- en gerstekorrel-, in ruit- en schaduwpatroon, in winkelhaakstop en hoekstop. Alle doeken hebben een sierlijk ingestopt middenvak, omlijst met randen, en versierd met initialen, emblemata’s 2), kroontjes, bloemmandjes en jaartallen in oogjeswerk. Enkele exemplaren hebben proeven van stoppen met openwerk en breiweefsel, een lap van 1751 met gewoon recht, van 1801 met twee recht twee averecht.
Doch de kleurrijke stoplappen, in de 19de eeuw nog de glorie van de naaischool, hebben in de 20ste eeuw haar roem overleefd om te eindigen in een in vakken verdeeld lapje stopgaas, waarop in blauw of rood en wit de meeste eenvoudige weefdessins in zoo klein mogelijken omvang worden uitgevoerd. Het stoppen met de hand is niet meer van onzen tijd. De machine neemt de taak over. De wasch- en bleekerijen met hun scherpe reinigingsstoffen maken zelfs het beste weefsel snel vergankelijk en deze beide factoren beperken het onderricht in het stoppen tot een minimum wij menen dat de machine hier een dankbaar veld van arbeiden heeft.
De tentoonstelling te Leiden, heden geopend, blijft ongeveer een week te bezichtigen.

1) Gaal is een kale streep in laken. Galige betekent ‘vol met strepen’.
2) Emblemata zijn zinnebeelden.

21 gedachten over “Nieuwe Rotterdamsche Courant

  1. Het is een hele lap tekst, maar als je er even voor gaat zitten, prachtig.
    Bijna honderd jaar geleden geschreven, maar ik wilde dat ik in een tijdmachine kon stappen om naar de tentoonstelling te gaan.
    :o)
    Mej. Rogge had lekker een stevige eigen mening! LOL
    Maar goed dat zij straks geen verslag van de Biedermeijer tentoonstelling hoeft te doen…
    ;o)
    En er wordt nog steeds een beetje gehandwerkt, maar vooral ook anders creatief genoten in ’t Leids(ch)e Volkshuis, hoe zou mej. Rogge daar naar kijken…
    http://www.leidsevolkshuis.nl/cms/index.php?algemeen
    http://www.lwo.nl/index.pl?Het_Leidse_Volkshuis
    Waar is de tijdmachine…
    :o)

  2. Wat leuk om te lezen! Het taalgebruik is zo beeldend dat je sommige lappen helemaal voor je ziet!
    Bij deze mejuffrouw Rogge moest ik meteen denken aan Jaantie Breipen, een vroegere handwerkjuf hier uit de buurt. Zij heeft jarenlang handwerkles gegeven op de basisschool. In haar nadagen viel ze wel eens in als onze juf ziek was. Ze was lang, dun, ongetrouwd en zuur! Ze werd ook wel Jaantie Breilappe genoemd. Het prototype handwerkjuf dus.
    Onze eigen juf liet ons heel hippe dingen maken. We breiden met durable katoen in lila, paars en oranje! Wel zat het garen altijd vreselijk in de knoop of je nu bij het draadje in de bol begon of het draadje buitenaf pakte, vreselijk!
    Elis M. Rogge heeft als auteur op http://www.antiqbook.nl een heel aantal titels staan over handwerken, naaldkunst en weven.

  3. “Het stoppen met de hand is niet meer van onzen tijd” klaagde juffrouw Rogge al een eeuw geleden! Inmiddels zijn ook ervaren handwerksters in katzwijm voor een stoplap uit die tijd. En de rol van iemand als handwerkjuf Rogge is totaal uitgespeeld. Op welke basisschool wordt nog handwerkles gegeven? Meestal is het verworden tot vingerhaken en knutseldingetjes onder leiding van vrijwilligsters en/of moeders.
    @Juul, mag ik mee, als je tijdmachine werkt? Maar ook weer terug naar ‘het hier en nu’ graag! En dan nemen we juffrouw Rogge ook even mee naar nu, hoe zou ze dat vinden?

  4. Prachtig verhaal, hoe ze begint met lof over de oude sierlijke lappen. En uiteindelijk afzakt naar ironische minachting voor het jongere handwerk. Wat zou ze van onze eigentijdse lappen vinden.
    *sterk verval, treurig feit, smakeloze taferelen, banale kleuren, dood schoolmateriaal*
    Gelukkig zijn wij over dit jongere handwerk al weer anders gaan denken en waarderen.

  5. Ontzettend mooi verhaal…zag vanacht al dat dit erop stond maar zei ook al tegen Juul: morgen echt even de tijd voor nemen!!
    Prachtig verhaal van een dame met een uitgesproken mening!!
    Wij waarderen het jongere handwerk gelukkig wel!!

  6. @Mienke, wat een handwerkjuf. Ik vraag me weleens af waarom handwerkjuffen vaak ongetrouwd waren…. en meestal niet de aardigste en vriendelijkste juffen waren?
    E.Rogge heeft vele boeken op haar naam staan. Verschillende exemplaren liggen bij mij in de kast.
    @Juul, wat goed dat er nog steeds cursussen gegeven worden, ook handwerken, en exposities gehouden worden in dat mooie pand, het Leidse Volkshuis.
    Wil je meer over Elisabeth Rogge weten, lees dan haar biografie op internet:
    http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn6/rogge

  7. Leuk stuk. Nu had ik nog nooit van haar gehoord, en dat terwijl we toch dezelfde geboorteplaats gemeen hebben, dat schept natuurlijk onmiddellijk een band…..
    Ik heb even gekeken welke publicaties zij allemaal op haar naam heeft staan, en daar ga ik in ieder geval de volgende titel via de bibliotheek aanvragen:
    Mijn gids in huis en hof : practische wenken voor de huisvrouw in het dagelijksch leven / door Elis. M. Rogge
    Auteur: Elisabeth M. Rogge
    Jaar: [1907]
    Ben zeer benieuwd of ze daar ook zo ruimdenkend is :-))

  8. Berthi, vaak werd dit soort “vrouwen’ beroepen door ongetrouwde vrouwen gedaan omdat de getrouwde veelal geen baan hadden of niet mochten werken, van een baas of zelfs man!!

  9. @marian’ne m, je hebt gelijk! Juist omdat ze niet getrouwd waren, kon er waarschijnlijk weinig vriendelijk van af!

  10. @Berthi en Mienke,
    Bedankt voor de linkjes, ik ga ze nog lezen.
    :o)
    @Ineke,
    We hadden echt een tijdmachine, levensgroot, je kon er met meerdere personen in, je had zo meegemogen.
    Zoonlief heeft ‘m echter al weer gesloopt…
    Helaas, maar ja, hij had ‘m ook gebouwd.
    (decorstuk voor op toneel)
    ;o)

  11. @Berthi,
    Dat vind ik een rare opmerking van je!
    Zie: http://berthi.web-log.nl/berthi/2006/09/dont_marry_be_h.html#comments
    Maar alle gekheid op een breinaald, ik denk dat deze vrouwen gewoon heel erg serieus waren, super serieus met hun vak bezig.
    Ik heb zowel hele aardige, als ook hele strikte en strenge handwerkjuffen gekend.
    Net gewone mensen toch?
    Wij hadden een echte(!) mej.(!) juffrouw als tante, streng maar rechtvaardig, ach en privé best lief en heel erg deftig, maar als je haar goed kende vooral heel erg lief.
    En tot op hoge leeftijd kwamen er nog oud-leerlingen op bezoek, zelfs naar haar begrafenis, en toen was ze al zo’n dikke veertig jaar “van school”.
    En ze zag er echt uit als een mej.(!) juffrouw, maar schijn bedriegt.
    Jufferige bolster, zachte pit.
    :o)

  12. Kijk, als iedere eventuele huwelijkskandidaat even kritisch bekeken werd als het handwerk, waarover ze verslag deed, dan zijn er niet veel kandidaten door de eerste selectieronde gekomen, vrees ik. Met als gevolg, dat juffrouw Rogge juffrouw bleef. Ja, en in haar tijd gold natuurlijk ook het standsverschil nog tamelijk erg, dat beperkte de keus ook weer. En misschien was er fysiek ook nog iets minder aantrekkelijk aan haar, wie weet, waardoor ze een soort pantser om zich heen heeft gebouwd. Maar ja, haar zus bleef ook ongetrouwd. Dan kan het ook zijn, dat de ouders niemand goed genoeg keurden. Da’s wel tragisch natuurlijk.
    We zullen het wel nooit weten, vrees ik.

  13. Net als Juuul, verschillende vrijgezelle juffen gehad, de een stoer en streng als een man. In die tijd dat homosexualiteit nog (ook) een taboe was bleven deze dames ook alleen. De ander klein en aandoenlijk lief vrouwtje. De directrice Mevr. Hengel, gehandicapt door de Polio. Ik vond het niet leuk om deze leerkrachten (mee) te pesten en dat merkten zij wel op. Een (juffr.Moorlag) vroeg mij dan ook om op zaterdag bij haar in de huishouding te komen helpen. Daar ik al bij mijn oma hielp en s’middags in de Hema stond kon ik er niet op in gaan. Waar ik blij om was want ik was heel verlegen en vond dat toch wel wat direkt. Achteraf zo’n spijt gehad, zij maakte veel handwerkreizen, vooral naar Lapland, een van mijn favorieten. Ze maakte er veel films over en liet deze in de klas zien. Misschien had ik wel mee gemogen als gezelschaps dame/meisje. Is toch een gemiste kans, ist nie!!!!
    Later heb ik haar nog een keer met een handwerkklas in de Ariadne zien staan.
    Soms zou je willen dat je iemand als volwassene weer kon ontmoeten en dan vragen wat je als kind niet kon/durfde.

  14. Ik heb hier een boek voor me wat onder leiding van Elis. M. Rogge tot stand is gekomen.
    Titel: Kantwerk – Het maken van kloskant
    Door M. Schutten-Putters, directrice Nederlandsche kantvereeniging Het Molewiekje
    V. Holkema & Warendorf’s Uitg – Mij.N.V. Amsterdam
    Boeken voor Vrouwenhandwerk met teekeningen en patronen
    Onder leiding van Elis. M. Rogge
    Jaartal:? Met potlood staat bovenin geschreven 1932-’33
    Zo’n 12 krantenartikelen en diverse foto’s voorin het met oude stof gekafte boek

  15. @marian’ne m, wat een mooi verhaal. Toch jammer dat je toen niet in kon gaan op haar vraag. Ik denk dat je heel veel van haar had geleerd.

  16. @Marian’ne, prachtig gezegd!
    Of als je (platonisch) verliefd was op iemand die onbereikbaar was? (b.v. een ander geloof of al getrouwd)
    En ook was er in ’t gezin vaak een dochter die thuis hielp met zorgen, en ’t te druk had met werk, én de thuis/mantelzorg, om ook nog sociale (mannen)contacten te hebben.
    Als je wél wilt, maar door je (te grote)verantwoordelijkheidsgevoel niet kunt, kun je ook behoorlijk gefrustreerd worden.
    Bovendien waren het misschien hele creatieve vrouwen, die voor hun creativiteit, in die jaren, nog geen mogelijkheden hadden.
    Zomaar wat theoriëen…
    :o)

  17. psst, wat gaaaaaaaaf dat je een bijpassend boek hebt bij deze log!
    :o)

  18. @marianne
    ik heb het even voor je opgezocht in de NCC (=Nederlandse Centrale Catalogus van bibliotheekbezit) en je mag het eerste jaartal wegstrepen: Kantwerk het maken van kloskant is uitgegeven in 1933.
    En voor de lijstjesmensen onder ons:
    de complete serie bestaat uit;
    1. Boeken voor vrouwenhandwerk : met teekeningen en patronen
    Rogge, Elis. M. / Van Holkema & Warendorf / 1930
    2. Kantwerk : het maken van kloskant
    Schutten-Putters, M. / Holkema & Warendorf / 1933
    3. Weven van smalle en breede banden
    Ovink, Henriëtte / Holkema & Warendorf / 193X
    4. Kaartweven
    Ovink, Henriëtte / Holkema & Warendorf / 1935
    5. Spinnen en weven
    Ockinga-Zeeman, AG. / Holkema en Warendorf / 1935
    6. Zelf boekbinden
    Menalda, Elisabeth / Van Holkema & Warendorf / 1934
    7. Leerwerk
    Graaff, Geertruid de / 2e dr / Holkema & Warendorf / 1949
    8. Leerwerk
    Graaff, Geertruid de / Holkema & Warendorf / 1937
    9. Naaldwerk
    Blauwkuip, Jo / Van Holkema & Warendorf / 1936

  19. Berthi, van Marnel kreeg ik door dat je dit stukje over Elis Rogge geplaatst hebt.
    Erg leuk iets van haar te lezen, ik heb een aantal boekjes van haar, vooral op weefgebied.
    Op dit moment van een vriendin een breiboekje van haar te leen.
    Titel: Kant-Breiwerk naar oude patronen.
    door Louise Thomson en Elis M. Rogge.
    Daar staan kantjes en tussenzetsels in, ze zijn zeer duidelijk beschreven en getekende? plaatjes erbij.
    Wie weet zie ik je binnenkort op een van de breiavonden in de stad en heb ik het dan nog hier om het je te laten zien.
    Vriendelijke groet, Juul.

  20. @Juul Matthijs, leuk dat je gereageerd hebt. Ik heb het plan om binnenkort jullie nieuwe “woning” te komen bewonderen en dan zie ik wellicht het boekje van Elis Rogge.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *