In het pittoreske centrum van Arcen vind je de hoedenzaak Hoed van ’t Hof. Ik sprak met de eigenaresse en hoedenontwerpster Carina van ’t Hof.
Hoe is het idee ontstaan om een hoedenzaak te beginnen?
“Vanaf mijn twaalfde draag ik al hoedjes. Toen zei ik:’ooit ga ik ze zelf maken’. In het televisieprogramma De Stoel van Rik Felderhof, in 1998, zag ik de hoedenontwerpers David Vos en Joop Knoppers. Naar aanleiding van dit programma schreef een brief aan deze hoedenontwerpers. Ik wilde graag van hen het vak leren. Een paar maanden gingen er overheen voordat ik antwoord kreeg. Eén belangrijke vraag werd er door hen gesteld:’Heb je al eerder hoedjes ontworpen of gemaakt?’. Nee, was mijn antwoord. ‘Dan mag je bij ons het vak komen leren’. Zo ging ik in 1998 en 1999 elke zaterdag naar Amsterdam en leerde ontzettend veel in die tijd. Nu ga ik inmiddels het vierde jaar (25 mei 2003 geopend) in, dat ik mijn hoedenzaak heb.”
Verkoop je alleen eigen ontwerpen?
“Nee, ik verkoop ook confectie. Zoals bijvoorbeeld zonnepetten tijdens de zomermaanden. Dit maakt de drempel lager om naar binnen te lopen.”
Waar haal je de ideeën en inspiratie vandaan?
“Zodra ik met het materiaal ga werken ontstaat het idee vanzelf. Het materiaal wordt vaak als cloche of cappeline geleverd. Vandaar uit wordt dan de hoed gemaakt. Ik werk met vilt, leder en stro (voor de zomermaanden). Een hoed kost circa zeven tot negen uur werk. Een hoed bestaat uit twee delen: de dop en de rand. Op mallen trek ik met behulp van stoom en heet water de vorm goed. Je kunt nooit in één keer het materiaal over de mal trekken. Dat gaat stukje voor stukje. Vrij arbeidsintensief.
In het begin maakte ik veel klassieke modellen, maar ik ga steeds meer voor de eenvoudige stijl. Meestal heb ik geen spijt van een hoed die verkocht is. Op één hoed na. Gelukkig heeft een vriendin die gekocht, zodat ik de hoed nog regelmatig zie.”
Groeit de belangstelling voor de hoed?
“Het raakt meer ingeburgerd en men gaat het ambachtelijke steeds meer waarderen. Vroeger had het met welstand te maken. ‘Hoe groter de hoed, hoe statiger’. Zomers moeten veel mensen een hoed dragen voor hun hoofdhuid.”
Is de hoed onderhevig aan mode en trends?
“Alleen de kleur is bepalend, niet het model. De grootste vraag is naar natureltinten en zwart. Volgend jaar zullen veel sobere kleuren in de mode komen.”
Is er een bepaald model hoed dat geliefd is?
“De asymmetrische hoed; een beetje schuin en rechts naar beneden.”
Naast hoeden verkoop je accessoires als tassen en shawls. Is hier meer vraag naar dan voor de hoed of wordt er eerst de hoed gekocht en dan de accessoires?
“Het gaat om hoed, tas, shawl. Een compleet plaatje. Ik heb een hoedenzaak met aanverwante artikelen.”
Voor welke gelegenheid kopen mensen een hoed?
“Mijn grootste groep zijn de bruidsmoeders. Daarnaast heb ik vaste klanten die regelmatig een hoed kopen. Zij komen vanuit Maastricht, Breda, Den Bosch en Den Haag.”
Het gaat goed met Carina en haar hoeden. Ze voelt zich enorm rijk, ze mag immers dit mooie vak uitoefenen. Toch heeft ze nog een wens: een hoed voor prinses Marilène ontwerpen en maken.
Binnenkort komt er een website van Hoed van ’t Hof. Tijdens de wintermaanden kun je bij Carina ook terecht voor een hat and high tea- party. Tussen het genieten van allerlei heerlijkheden belicht zij de geschiedenis van de hoed van hoofdbescherming tot mode accessoire.
Hoed van ’t Hof
Schans 4
Arcen
©Tekst: Berthi Smith-Sanders
©Foto’s: Peter Smith