Gisteren noemde ik het boek Over merklappen gesproken… van Bix Schipper-van Lottum. Vandaag wil ik het over een ander belangrijk boek hebben; en wel Merklapmotieven van Albarta Meulenbelt- Nieuwburg. Dit boek kocht manlief op een boekenmarkt. Het leuke is, dat het gekochte exemplaar eigendom is geweest van Anneke Nieuwburg, de zus van Bep (zoals zij genoemd werd} Meulenbelt-Nieuwburg. Bep Meulenbelt is op 6 juni 1981 op 63-jarige leeftijd overleden. In dit boek treffen we een hoofdstuk aan over Krans, krans met engelen, kroon en cartouche. Voor diegene die dit boek niet hebben volgt hier de tekst:
Krans. Het huwelijk wordt in de oud-christelijke kunst soms als volgt voorgesteld: de twee echtgenoten reiken elkander over een boek heen de hand, terwijl Christus, achter hen staande, hen beiden bekranst. Op de merklappen zien we veelal een krans door een man en vrouw vastgehouden. Daarnaast vinden we de krans als overwinningssymbool. Een krans met rozen is het symbool van hoogste verdienste. Engelen zijn in de tijd vóór Constantijn mannen of jongelingen zonder attribuut. Eerst in de tijd na Constantijn (einde van de vierde eeuw, begin vijfde eeuw) treffen we voorstelllingen aan van engelen met vleugels. De oudste voorbeelden vindt men op Noordafrikaanse reliëfs. Engelen met een bazuin geven Gods stem weer, oproepend tot het oordeel. Op de merklappen zien we ook engelen met een palmtak in de hand. De zo geliefde gevleugelde engelenkopjes uit het begin van de Renaissance zouden reeds uit de oud-christelijke tijd afkomstig zijn. De palmtak is in de oud-christelijke kunst niet het symbool van het martelaarschap, doch slechts van de overwinning in de betekenis van de gelukkige voleinding van het leven.
De kroon heeft dezelfde betekenis als een krans, ring of cirkel. Het zijn eeuwigheidssymbolen. Wanneer de omgeving van het kind bijbelvast is geweest, dan heeft men het wellicht de woorden voorgehouden van Openbaring 2:10: Weest trouw tot in de dood en Ik zal u geven de kroon van het leven. Maar de grote populariteit van de kroon als ornament is voortgekomen uit de oudste patronenboeken en later uit de Mariaverering. De kroon en de krans waren voor de vrome jonge dochteren een symbool van de onschuld, zowel voor de hemelse als voor de aardse bruid. Op de merklappen zien we vaak verschillende typen kronen, die men kan vergelijken met de heraldieke kronen. Rangkronen: Prinsenkroon, Koninklijke kroon, Hertogskroon, Markiezenkroon, Gravenkroon, Burggraafkroon, Baronnenkroon, Ridderkroon, Jonkherenkroon.
Cartouches komen heel veel op stoplappen voor. Zij zijn afgeleid van het cartouche-schild uit de tijd van Hendrik II van Frankrijk (tweede helft van de zestiende eeuw).