31 gedachten over “Breister met breischede

  1. Let ook op haar “hoofd doekje” en lange rokken…
    “Als je begrijpt wat ik bedoel.” :o)
    Zou ze haar rechter hand niet gebruiken?
    Het lijkt mij zó vreemd aanvoelen om met één hand te breien.

  2. Ik bedoel dus: maak je niet druk om hoofddoekjes en lange rokken.
    Mijn moeder droeg vroeger ook een hoofddoekje, en m’n schoonmoeder draagt er nog steeds één!
    Zelf droeg ik in de zeventiger jaren ook Turkse en Indiaase doeken om m’n hoofd, en vooral de Turkse hoofddoekjes hadden van die mooi afgewerkte randen, stond pas ook nog iets over in HzG.

  3. Ik vind het een SCHITTERENDE foto! Het was me al opgevallen dat ze erg grote handen heeft en dat hoofddoekje…… zit wel erg strak om haar hoofd. Zit dat wel prettig?
    Ik heb niet graag een doek, muts, sjaal of wat het ook mag zijn op mijn hoofd. Alleen……als het erg koud is, wil ik tegenwoordig toch wel zo’n rare haarband omdoen voor mijn oren.

  4. Nou zou dit geen onderkapje zijn wat gedragen wordt onder een knip of plooimuts ?
    Je kunt het niet zo goed zien op deze foto .
    Mijn Oma droeg ook een zwart onderkapje onder haar dagelijkse muts en op zondag een muts met lange kanten strook . Naar de kerk ging er nog een hoedje overheen , dat was wat deftiger .
    De hoed was getooid met een struisveer .
    Ik moet er nog bij vertellen dat het in Salland was .
    Ik weet nog goed dat ik wel eens meeging met Oma naar de mutsen-wasster. De muts werd bijna helemaal uit elkaar gehaald . Alle randjes en stroken gewassen en heel precies in plooitjes vasrgespeld op een plank met spijkertjes .
    Op TV MIDVLIET zag ik vanmiddag nog een Achterhoekse breien aan prachtige wanten met mooie ingebreide patronen .

  5. Van die warme-oren-haarbanden heb ik ook, en ook mutsen hoor, ik heb zelfs weleens een bivakmuts op gehad in een erg koude winter.
    Wat een werkhanden heeft ze hè? Maar hoe of waarom dat breien met de breischede nu lekkerder gaat dan “gewoon” breien, is me nog steeds niet duidelijk. :o)

  6. Hoi Berthi,
    En zo leer ik elke keer dat ik hier lees wel weer iets nieuws :o)
    Ik had nog nooit gehoord van een breischede, maar het zou een uitkomst voor mij zijn. Mijn rechternaald (ik brei altijd met korte naalden ivm schouderklachten) wijst altijd recht naar voren. Ik prik de rechternaald dus in/tegen mijn buik. Dat steunt de naald (bij het draad omslaan kun je de naald rustig loslaten, zonder dat hij wegzakt, glijdt) en breit imo heel fijn. Maar met sommige truien aan gaat het breien niet zo fijn, omdat de naald erdoorheen steekt en dan ‘vast’ hangt. Kijk en daarom zou een breischede-achtig iets heel handig zijn. Ik ga eens proberen met een kurk of zo. Of een naaldbeschermer. Dat ik daar toch niet eerder aan gedacht heb ;o)
    Groetjes,
    Judith, die er lak aan heeft dat mensen vinden dat ik een idiote breihouding heb…. het werkt namelijk prima!

  7. Ik brei precies zoals Judith beschrijft maar dan linkshandig 😉
    Ik kreeg vroeger veel commentaar dat ik een rare breihouding had. Maar het resultaat was wel erg netjes…ik ga eens experimenteren met allerlei kokertjes ( lege balpen? ) om te kijken hoe dat werkt

  8. Het is heel goed mogelijk dat deze mevrouw een ondermuts draagt…..maar waarom zou ze voor een foto dan niet haar ‘gegoede’ muts dragen?
    Judith en Marcella,
    Jullie moeten een breischede laten maken door een houtdraaier!

  9. hmmm…ik zal mannie eens lief aankijken. Ik ga eerst oefenen met een ander “ding”… als het bevalt vraag ik een “echte”. Ik heb jaren niet gebreid, toen ik dat nog wel deed droeg ik vaak spijkerbroeken met zo’n klein extra zakje net onder de broekband. ideaal om je breinaald in te stoppen. Bij de oren piept er een klein stukje wit uit de muts. Kan dat een ondermuts zijn?

  10. vandaag, 06-02-2006 las ik bij prikbord-quilten iets over breischedes, sokkenpatroon, ladderophaalnaald etc.
    de vraag blijft waarom ik daar naar toe werd getrokken, want het ligt niet voor de hand dat het mijn interesse heeft/had.
    en direkt in de roos: een beeld van een vrouw uit lang vervlogen dagen uit Moddergat.
    ik lees de reakties op deze foto, en een ding weet ik zeker, hier ga ik op reageren, en wel direkt.
    Er wordt druk van alles bedacht en geschreven in reakties, over mutsjes, drachten, “voor een foto een gegoede muts misschien “? over haar handen, over een SCHITTERENDE foto, over haar rokken……………………, en ik zal iedereen die hier te gast is het echte verhaal vertellen, waarbij breischedes in het niet vallen, en de rest ook helemaal niet ter zake doet.
    n.l. het leven van deze vrouw, en wil haar, ook al is ze al heel lang dood, in het licht zetten zonder al die bijzaken, als mutsen, “goed op de foto”, rokken, en een SCHITTERENDE foto.
    bij stukjes zal ik iets over haar leven vertellen, zodat ze anno 2006 wel in een heel ander licht komt te staan………….wat mij betreft in een groot licht.

  11. allereerst de foto zelf.
    de foto is niet geplaatst met onderschrift, ook zou deze foto helemaal getoond moeten worden, er valt zoveel op te zien…………………….

  12. vanmiddag heb ik al een hele conversatie met berthi gehad, delen van die conversatie kopieer ik hier naartoe, zodat iedereen kan lezen……………….
    en, ook de foto met onderschrift heb ik haar gemaild, misschien kan die ook nog op een of andere manier getoond worden, zodat het duidelijk voor iedereen is, die dit leest

  13. kopie uit mail van mij:
    en mag ik vragen hoe jij aan een foto komt uit moddergat???
    van ongeveer dat daar de spaanse griep uitbrak???
    japke

  14. kopie uit onze mailconversatie:
    Hallo Japke,
    Deze foto staat afgebeeld in Handwerken zonder Grenzen 3/1991. Het is een detail uit een grotere foto. En inderdaad in de tijd dat de Spaanse griep uitbrak…..
    Kom jij uit Moddergat? Kun jij me vertellen of de muts die zij draagt bij een dracht hoort. Misschien een ondermuts?
    De breischedes die je op mijn weblog ziet, hebben eerder in dat nummer van HzG gestaan. Ik heb ze van de schrijfster over kunnen nemen.
    Groetjes, Berthi

  15. kopie conversatie:
    wat aardig dat je direkt mailt, ik zal even iets opzoeken uit moddergat, even geduld…………misschien is er iets te zien op andere foto’s, japke
    en natuurlijk kom ik uit paesens-moddergat, het zijn eigenlijk twee dorpjes.
    ik kom uit paesens, maar je wilt niet weten hoe vaak en veel ik bij dit soort mensen op bezoek kwam.

  16. kopie conversatie
    allereerst
    http://www.museummoddergat.nl
    en nu zal ik even zelf op zoek in foto’s, het is een vissersdorp he? dus als je dat een dracht wilt noemen. ze zit dik ingepakt met weet ik wat hoeveel onderrokken. (dat kun je zien, maar weet ik uit ervaring………..)
    de muts zal ook vast wel een naam hebben, maar dat weet ik niet meer.
    alles is zwart, dus diep in de rouw. maar dat was daar altijd zo…….. de zee geeft…………en neemt……………….
    in 1883 zijn bijna alle mannen en jongens verdronken van dit dorp, dus deze dame is ook rouwende. geen nakomelingen, geen bron van inkomsten, een hele vloot weg……………
    het was nog voelbaar in mijn generatie, alles zwart en armoede, ik heb heel wat mensen brood op de plank en geld gebracht.
    je hoort nog van me, moet even wat plaatjes voor je opzoeken, en die mail ik je. japke

  17. dan stuur ik de foto met onderschrift:
    jeltje klazes groen (1836-1934) die in de rampnacht haar man en twee zonen verloor en achterbleef met zeven jonge kinderen………….

  18. ik dacht al toen ik die foto zag…………….
    de spaanse griep heeft geheerst in die tijd, maar dat verschrikkelijke ook, het verdrinken van zoveel mensen……………
    kopie conversatie:
    je kunt lezen, hoe het echte verhaaltje van deze dame is. schreef ik toch al, rouwen…………..
    foto nr1, want ga eventjes voor je verder zoeken.

  19. kopie conversatie: met 3 bladzijden over de ramp.
    ik stuur je drie pagina’s over het echte verhaal van deze vrouw, over de ramp in 1883.
    heb nog even gekeken naar haar mutsje, ze draagt er zelfs nog een zwart lint door, er onder zit waarschijnlijk een wit mutsje.
    maar uiteindelijk is ze dik ingepakt, en diep in de rouw.
    zo zie je maar hoe een breiverhaal iets heel anders kan vertellen dan alleen maar hoe ze dat doet. in haar geval is het de ramp geweest, en niet de spaanse griep. dat kwam later.
    hoop dat je het kunt lezen, zo niet dan wil ik het ook naar je opsturen.
    en kijk nog even, of ik meer heb

  20. de bladzijden over de ramp, zal ik komende dagen in kleine stukjes hier vertellen/schrijven.
    zodat iedereen met deze vrouw kan kennismaken, en het allemaal wel in een heel ander licht komt te staan, pas dan kan een foto/beeld gaan leven, en een beetje tot recht komen………zelfs anno 2006

  21. bronvermelding:
    boekje: monument van de maand
    paesens en moddergat
    maaike kuipers
    jaargang 2, deel 6
    blz. 66, blz 67 (foto jeltje klazes groen 1836-1934),blz 68, blz 70. ( hier en daar ingekorte versie)

  22. @Japke: Dank je voor je aanvulling, ieder mens verdiend zijn eigen verhaal.

  23. en hier volgen een aantal passages uit genoemde bladzijden:
    zondag 4 maart 1883, de schepen waren van hun winterstek gehaald en lagen, nieuw geteerd, opgeknapt en helemaal nagekeken, klaar op de ree om uit te varen; een nieuw visseizoen moest beginnen.
    men overwoog en bekeek het weer van alle kanten.
    omdat “De Bilt” toen nog niet bestond, keek men naar de lucht, “voelde” de wind en liet alle opgedane weerkennis en de intuitie spreken.
    Maart heeft de naam wisselvallig te zijn, maar op dat moment was het prachtig weer en omdat er na een winter bovendien hoognodig weer verdiend moest worden, voeren tenslotte zondagavond alle 22 blazen en aken met daarop 109 bemanningsleden uit.
    Ze zeilden weg naar hun visgronden op “It Skolfjild”.
    De vangst was matig, maar het was vooral het veranderende weer wat de vissers zorgen gaf.
    Op maandagavond besloten ze naar Moddergat terug te zeilen.
    De storm haalde aan, eerst uit noordoost en daarna uit het noordwesten.
    Regen, hagel en sneeuw wisselen elkaar af en de volgende morgen, toen de vloot uit elkaar geslagen op Amelander hoogte lag, was het al een vliegende storm.
    Met die wind hadden de ervaren vissers het nog wel klaargespeeld, maar ditmaal kregen de golven een hoogte van maar liefst 60 voet (tussen de 17 en 18 meter!) en daar waren de schepen niet op berekend.
    In en rond de zeegaten tussen de eilanden stond een zware branding en liepen woeste grondzeeen.
    Het ene na het andere schip sloeg om en verging.
    83 van de de 109 vissers vonden de dood.
    50 gezinnen raakten zonder kostwinner en meer dan 100 kinderen verloren in een nacht hun vader.
    Slechts 4 vissersschepen keerden behouden terug op de rede terwijl er eentje op Ameland aankwam.
    Moddergat was in diepe rouw gedompeld.
    Hartverscheurend was het, die jammerende en kermende vrouwen, die om hunne vaders roepende kinderen en die om hunne zoons weenende ouders aan de dijk te zien rondlopen of neerhurken, turende naar de gezichtseinder, in de zwakke doch heimelijke hoop, dat er nog een schip mocht opdoemen, dat een of meer der geliefden mocht aanbrengen, schrijft een krant (de Oostergo op 10 maart 1883)
    Het wonderlijkste verhaal over de ramp is dat van Gerben Basteleur, 30 jaar en zoon van de schipper van “De Nooitgedacht”.
    Op Schiermonnikoog hoorden mensen uit een omgeslagen en op het strand aangespoelde boot, klopsignalen komen.
    Deze “langslopende menschen kapten een gat in het schip” en trokken Basteleur zo naar buiten.
    De man had een nacht lang in een luchtbel in het omgekeerde schip over een spant gehangen en ontkwam zo aan “den fel hem dreigende dood”, zoals de krant meldde.
    De ramp bracht niet alleen verdriet, maar ook armoede.
    Niet een van de vissers was verzekerd en met het vergaan van de schepen was ook hun hele bedrijfskapitaal verdwenen.
    Er kwam een rampenfonds dat bijna anderhalve ton opbracht.
    Een geweldig bedrag in die dagen, maar niet genoeg om en nieuwe schepen te betalen en de weduwen en wezen te onderhouden.
    Toch voeren er 8 jaar later opnieuw 22 schepen met een bezetting van 102 man naar hun visgronden.
    De hoop op een nieuw en goed vissersbestaan groeide.
    In 1898 waren er zelfs 30 schepen met 145 bemanningsleden op zee.
    Overal in Nederland bloeide het vissersbedrijf op.
    Dat Moddergat desondanks “de boot zou missen” is voor een deel te danken aan het feit dat daar geen haven was of werd gebouwd, zoals bijvoorbeeld Scheveningen in 1904 deed.
    Daarnaast bleef de Paesumer en Wierumer vloot vissen met traditionele schepen en bouwde men geen haringloggers die het werk sneller klaarden.
    De eerste zeillogger in Nederland ging al in 1865 te water, in 1897 kwam de eerste stoomlogger, terwijl in 1901 de eerste motorlogger in de vaart kwam.
    Vanaf 1898 kwam er ook nog de concurrentie van de stoomtrawlers (“trolders”) bij.
    Tegen deze moderne overmacht moest de Paesumer vloot het uiteindelijk definitief afleggen.
    In 1905 voeren er nog 23 schepen met 97 man aan boord, in 1912 waren het nog maar acht schepen, terwijl er in 1913 slechts drie schepen uitvoeren.
    De jongens en mannen monsterden aan op de loggers van Maassluis, Vlaardingen, Emden en Bremen, terwijl de meisjes werk zochten in de haringindustrie van o.a. Emden en Vegesack.
    Moddergat viel langzaam maar zeker stil.
    In 1958 werd op de zeedijk bij Moddergat een monument onthuld dat de herinnering aan de ramp van 1883 levend wil houden.
    Op het monument staat een gedicht van
    D.A. Tamminga:
    “As de dea it skip birint
    Dan is der gjin untkommen,
    O wetter, o wif elemint!
    De se hat jown, hat nommen.”
    vertaling in nederlands:
    “Als de dood sneller loopt dan het schip
    Dan is vluchten niet meer mogelijk.
    O water, jij onzeker natuurelement
    De zee heeft gegeven en genomen”
    In 1978 heeft men om het monument vier stenen muurtjes aangebracht.
    Op de binnenzijde daarvan vertellen 17 hardstenen platen over de 17 schepen die vergingen en vermelden daarbij de namen en leeftijden van de mannen die omkwamen.

  24. nog wat opmerkingen als slot:
    wat een oude foto al niet los kan maken………..
    monumentaal in vele opzichten
    een gedachte alleen al dat deze vrouw in overleving 98 jaar is geworden.
    alhoewel het breien, en middelen fascinerende fenomenen zijn, en steeds opnieuw mensen prikkelen in bezigheden, vertelt deze vrouw iets meer, voor een ieder in beleving anders.
    en dat………….. wilde ik zo graag even aan jullie allemaal vertellen, hoe haar leven was.

  25. Ik kende het verhaal van Moddergat, wij hebben recenter in onze familie twee scheepsrampen meegemaakt. De eerste schipbreuk heeft ons familielid overleeft, maar bij de tweede schipbreuk (jaren later en een ander familielid) waren er geen overlevenden, na heel lang speuren is uiteindelijk een deel van het wrak gevonden, maar de lichamen zijn nooit meer terug gevonden.
    Ik weet van zeer nabij hoe erg dit is.

  26. Japke, dit is geen gering verhaal en het raakt me als vissersdochter uit een familie die ook al generatie op generatie doorvist. Het leven op en met zee is niet gemakkelijk, niet voor hen die naar zee gaan, niet voor de thuisblijvers.

  27. juul, maaike, berthi, dank voor jullie reakties, en delen, ook die raken mij weer, isn’t that what’s life about???? again, and again…………..
    a never ending story………………….

  28. Naar aanleiding van een vraag over breischede’s kom ik op de web-log van Berthi terecht.
    Met de prachtige foto van Jeltje.
    Dat drama van Paessens/Moddergat kende ik maar was weer zeer aangrijpend.
    Wij hebben het museum en monument ook eens bezocht, tijdens een ingelaste pauze toen wij daar in het prachtige Friesland fietsten. Een eenzaam oord, hoor! Als je dan een verhaal hoort over die vissersweduwen die daar zonder man en inkomen aan de kost moesten zien te komen.
    Er waren vrouwen die lopend met manden vis aan een juk naar Dokkum gingen om vis uit te venten.
    Aangrijpende gebeurtenissen!
    Allemaal de groeten en succes bij jullie bezigheden van Joke W-D. te A.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *