Om één uur zou ik in Sittard aanwezig zijn om de spullen klaar te zetten voor mijn lezing. We dachten een snelle route via Duitsland naar Sittard gevonden te hebben. Dat viel tegen. Een inschattingsfout gemaakt. Een kwartier te laat kwamen we in Sittard aan. Gelukkig waren er genoeg mensen aanwezig om een handje te helpen, waardoor ik om kwart voor twee met de lezing kon beginnen.
Wat is het een genot om voor een geïnteresseerd publiek je verhaal te vertellen. Na afloop kwam er een mevrouw naar me toe en vertelde me dat ze twijfelde om naar mijn lezing te komen. Ze had keelpijn en hoofdpijn. ‘Wat valt er nu te vertellen over mangelen en mangeldoeken’, zei ze. Ze had haar twijfels, maar kwam toch. En… ze was blij dat ze gekomen was. Ze had niet verwacht dat ze zoveel boeiende gegevens te horen zou krijgen!
Ik vind het ook altijd fijn om naar lezing te gaan, je leert er altijd van! En dankzij mensen zoals jij hebben wij dan weer een fijne dag!
Er zit altijd veel voorbereidend werk in, en dat zien niet alle mensen!
En nooit harder rijden dan mag, beter te laat aankomen, dan helemaal niet. (zover je dat zelf in de hand hebt natuurlijk, maar je moet het lot niet tarten)
Groetjes, Juul :o)
Leuk dat je ons laat zien hoe je bezig bent met je lezing . Best nog wel een heel werk , alles voorbereiden .
Na mijn maandje Bielefeld destijds organiseerde ik ook enkele avonden . Ik had een verzameling creatieve artikelen en weefwerk meegebracht en ook een uitgebreide foto collectie .
Wel fijn als je een aandachtig publiek hebt en het is toch heel leuk om je kennis door te geven .
Kun je wel altijd je mangeldoeken mooi etaleren ?
Want je moet maar afwachten hoe de ruimte is .
Ik hoop dat je nog vaak door het land mag trekken om je verhaal te doen .
Een lezing voorbereiden kost inderdaad veel tijd. Zoals een artikel schrijven ook de nodige tijd kost.
Maar ik doe het met veel plezier.
Om een aantal van mijn mangeldoeken te kunnen laten zien, is het elke keer weer zoeken naar creatieve oplossingen. Tot nu toe is het altijd gelukt. Je bent afhankelijk van de beschikbare ruimte.
Bij mijn vader staat nog steeds zo’n enorme, ouderwetse mangel. Vroeger hielp ik mijn moeder met mangelen, draaide aan het wiel, terwijl zij de lakens zo rimpelloos mogelijk tussen de walsen voerde. Maar mangeldoeken ken ik niet. Waar dienden die voor? Misschien moet ik je lezing gewoon eens bijwonen. Wanneer, waar?
Groetjes,
Leuk, zo’n lezing over zo’n onderwerp van vroeger! In welk verband geef je die lezingen?
Meestal geef ik een lezing voor een groep mensen die met linnen, damast en jacquard-damast bezig zijn. Deze lezing was voor een weefkring. Zij weten veel over linnen en damast. Maar mangeldoeken is voor hen vrij onbekend en daarom vinden zij het boeiend om informatie over dit onderwerp te krijgen.
Ineke,
Een mangeldoek is een beschermingsdoek voor het linnengoed, het grote vlakke textiel, dat gemangeld wordt.
Ik geef een lezing als ik gevraagd word door een groep. Maar van 26 maart-23 april heb ik een expositie in het Limburgs Museum, in Venlo. Als je daar naar toe gaat, wil ik je met alle plezier het één en ander vertellen over de mangeldoeken.
Berthi,
Je ziet me zeker in Venlo! Neem t.z.t. nog wel even contact met je op, zodat we iets kunnen afspreken, want een privé uitleg wil ik natuurlijk niet mislopen!
Overigens werd bij ons thuis altijd gemangeld zonder mangeldoek; mijn moeder voerde de lakens en baddoeken en slopen enz. er zo kreukvrij mogelijk doorheen. Ik kan me de “lamme arm”nog goed herinneren, na zo’n uurtje helpen.
Ineke, waar jij het over hebt zal waarschijnlijk een twee cilindermangel zijn, en daar werd inderdaad geen mangeldoek bij gebruikt. Alleen bij de trek- bakmangel, draaimangel en de drie cilindermangel in Duitsland. Ik hoor wel van je wanneer je naar de expositie komt.
Een twee cilindermangel : dat noemden wij vroeger gewoon een “wringer”, en zonder mangeldoeken. :o)
Een wringer haalt het vocht uit het linnengoed en een mangel strijkt (koud) het linnengoed.
Wie weet hoe oud de wringer is? Hadden ze al een wringer in de Jordaan rond 1800? En 1200? Hoe oud is dat principe? De vraag komt uit het weten dat wasgoed niet meer buiten aan de gevel mocht hangen rond 1850 in de Jordaan, maar binnen moest… toen woonden er pakweg 200 mensen aan zo een binnensteegje tussen de huizen aan de gracht, nee, geen zijstraatje, zo een niet opvallend steegje.. hoe deden ze dat met de was dan? Hadden ze nou al wringers toen?
De uitbreiding van de vraag naar het jaar 1200 geldt niet voor de Jordaan natuurlijk, maar eerder voor het gebied zuidelijke nederlanden en los daarvan blijft mijn vraag: hoe oud is dat ding? Het weefgetouw is bijvoorbeeld al 2000 jaar en ouder, en de wringer?
@Willemijn, ik heb al een boek gepakt, maar nu geen tijd om het verder uit te zoeken. Later meer!
@Willemijn, in het boek: ‘Het geluk van de huisvrouw’ lees ik het volgende:
De oudste Nederlandse wasmachinefabriek is Velo. Het bedrijf begon in 1901 met de import van Amerikaanse wasmachines, maar besloot al snel zelf wasmachines te gaan produceren.
… Haatje Kema kreeg de opdracht een verbeterde versie van de bestaande modellen te ontwikkelen. Kema was bedrijfsleider bij de fietsfabriek Gazelle geweest en gebruikte zijn kennis om de wasbeweger een kwart méér per slag te laten draaien. Met evenveel handkracht bewoog het sop heftiger in de kuip. Deze wasmachine met houten kuip en het zogenaamde waskruis werd in Nederland het meest verbreide type wasmachine. Met een handbewogen slinger werd aanvankelijk een gewone fietsketting aangedreven, die het waskruis beurtelings rechts- en linksom liet draaien. Op de machine kon ook een WRINGER worden bevestigd, een hulpmiddel dat misschien nog wel meer verlichting bracht dan de wasmachine zelf.
In het boek: ‘Ik kan huishouden’ lees ik:
Men brengt het schoongewasschen goed onuitgewrongen met het zich daarin bevindende zeepwater op het grasveld.
In oude catalogi van de Bijenkorf (begin 20e eeuw)staan losse wringers te koop, die op een houten kuip geplaatst werden. Op de mangeldoeken kom je die afbeelding ook tegen, en dan met name mangeldoeken van begin 20e eeuw.