Het Gemeentemuseum Den Haag heeft onlangs zeven stukken uit de afstudeercollectie ‘Van Rococo tot Franse Revolutie’ van modeontwerper Erik Frenken (1976) aangekocht. Erik Frenken, nu werkzaam voor Viktor & Rolf, studeerde cum laude af in 2002 in de richting modevormgeving aan de Koninklijke Academie in Den Haag en (eveneens cum laude) in 2004 aan het Central Saint Martins College of Art and Design in Londen. Frenken oogstte met zijn afstudeercollectie veel succes. Hij won verscheidene prijzen, waaronder de ELLE Style Award voor Best Young Designer. Hij heeft zeer zorgvuldig gekeken naar vormen en technieken van kleding uit de eeuw van de verlichting, maar heeft daarnaast zelf zeer gedegen vorm- en materiaalonderzoek verricht. In de zeven stukken die het Gemeentemuseum nu heeft aangekocht, maakt hij binnenwerk zichtbaar, speelt hij met steunvormen of vergroot hij deze, waardoor nieuwe vormen ontstaan. Daarnaast zoekt Frenken de grenzen op van verschillende materialen, zoals het toegepaste gepit stro – dat doorgaans gebruikt wordt als stoelbekleding. Dit materiaal gebruikte hij op diverse manieren in zijn ontwerpen, zoals in een rok, maar ook in een fraaie rugdecoratie met rijgsluiting. Frenken bedient zich daarnaast van zijde, bedrukt katoen, gouddraad, leer maar ook van andere – meer onconventionele – materialen als hout. Niet alleen het materiaalgebruik, maar ook de vormen en technieken, die hij toepast vertonen grote overeenkomsten met hetgeen in de 18e eeuw is gebruikt voor mannen- en vrouwenmode. De bedrukte katoenen stof refereert bijvoorbeeld aan de gangbare 18e-eeuwse sits. Door het katoen met schuurpapier te bewerken creëert hij echter een sterk eigentijds beeld, gebaseerd op een historische basis.
Van 25 maart tot en met 5 juni 2006 presenteert het Gemeentemuseum een tentoonstelling met werk van jonge eigentijdse ontwerpers, als Marloes ten Bhömer, Hamid Ed-Dakhissi, Erik Frenken, G+N, Mada van Gaans, Monique van Heist, Bas Kosters, Spijkers en Spijkers en Jan Taminiau. De creaties worden getoond in een historische context met werk van andere Nederlandse modeontwerpers, omdat ook de jongste generatie, anders dan haar ontwerpen op het eerste gezicht doen vermoeden, schatplichtig is aan de modegeschiedenis.