In mijn log van 16 september 2005 schrijf ik over schoolmerklapjes. Deze merklapjes waren oefenlapjes om later je linnengoed te kunnen ‘merken’, dat wil zeggen het linnengoed voorzien van initialen en eventueel een cijfer erbij dat het aantal stuks aangaf dat in bezit was.
In het boekje ‘Merken en Stoppen’ van Maria van Hemert lezen we het volgende:
‘Eén van de belangrijkste stukken van het huisraad uit grootmoeder’s en overgrootmoeder’s tijd was de linnenkast. Zij was de trots van de huisvrouw, en terecht, zij verdiende die ereplaats ten volle. In keurige stapels lag er het linnengoed, de lakens, de doeken in velerlei soorten, 12, 24 stuks van elk, alles van het mooiste handgeweven linnen, alles met de hand gezoomd en alles voorzien van de geborduurde naamletters.’
Op de foto is een miniatuur oefenwerkje van een dames (onder) hemd/jurk, uit begin twintigste eeuw, te zien. Afmeting: 23 cm x 20 cm. De maakster ‘AN’ moet een zeer goede handwerkster geweest zijn. Met zeer kleine, fijne steekjes is het werkje, met de hand, in elkaar genaaid. Om de minuscule kruissteekjes van haar monogram te kunnen zien, hebben we een loep nodig! Zij zal beslist een mooi gevulde linnenkast gehad hebben. Wat zal ze trots geweest zijn!
Wie waagt zich er tegenwoordig nog aan om dit soort vakwerk te maken? En wie heeft er nog de tijd voor?
en wie is er nog trots op zijn linnenkast? 😀
eigenlijk is het een slecht teken geworden: als je je kleren of linnen moet merken, moet je meestal opgenomen worden in een instelling…
misschien is dat ook een reden.
groetjes
Als je inderdaad in een instelling wordt opgenomen, moet je kleding gemerkt zijn. Een andere reden dat het linnengoed niet meer gemerkt wordt is dat de was niet meer naar de bleek gaat.
Kleding hoeft tegenwoordig niet meer zo lang mee te gaan als vroeger.
Ik doe hier en daar een poging om dit soort vakwerk te maken. Ik maak kleine proefjes die uiteindelijk in een souvenirlap een plaatsje krijgen. Ik krijg steeds meer bewondering voor al die -vaak zeer jonge- meisjes uit vroeger jaren. Wat een enorme hoeveelheid tijd gaat daar in zitten!
Ik heb een klein lapje zaans stikwerk gemaakt, plm 25 x 20 cm en daar ben ik zeker 70 uur mee bezig geweest.
Het is wel erg leuk om die technieken eens te proberen.
Knap werk, het Zaans stikwerk van je Marcella! Helaas kom ik op dit moment niet toe om allerlei technieken uit te proberen. Maar wie weet………
Groetjes, Berthi
Voor iedereen die geinteresseerd is in Zaans stikwerk:Unieke tentoonstelling van Zaans Stikwerk, matelassé en quiltwerk van 15 mei – 1 nov. Niet eerder
tevoren waren er in Nederland zoveel stukken 18e eeuws Zaans stikwerk bijeen in
één tentoonstelling.
Maar liefst 3 doopdekens, een kussensloop vier babyjasjes, tien babymutsen,
twee paar babymitaines, een vrouwenmuts, losse mouwen, een (onafgemaakt) herenvest en een kraamherenmuts. Aangevuld met twee 18e eeuwse doorgestikte
zijden rokken, een palempore uit ca.1735, poppendekentjes, doorgestikte replica
kleding en ander doorstikwerk.
Is Zaans stikwerk wel stikwerk? Waar komt de naam vandaan? Hoe werd het gemaakt
en door wie? Lezingen en workshops op: ma 17aug. vrij 28 aug. woe 9 sept. Zo 20 sept. ma 5 okt. Inlichtingen bij Inge Bosman, tel 075 -6282081, email: inge.bosman@hetnet.nl
Ik lees hier over het weefgetouw van de familie Hermans van den Beerendonck. Dat gaat over mijn familie. Weet je hier iets meer over te vertellen? Zou ik erg leuk vinden.
@Catherine Hermans, stuur me een berichtje via het mailformulier dat je linksboven op mijn blog kunt vinden. Op die manier krijg ik je mailadres binnen.
Meisje begonnen al heel vroeg met de uitzet. Merkten ze dan ook al de lakens enz.
En hoe ging dat als ze gingen trouwen dan kregen ze een andere achternaam. moest dan alles opnieuw gebeuren?