Dakar Fashion Week


Diarra Ndiaye, Ndeye Fatou Mbaye en Mariza Sakho showen outfits van ontwerper Adama Paris in de wijk Medina van de Senegalese hoofdstad Dakar terwijl bewoners geïnteresseerd toekijken.

Dakar is een groeiende hub voor Frans-Afrikaanse mode en de thuishaven van Fashion Africa TV, de eerste zender die geheel in het teken staat van de mode op het continent. De jaarlijkse Dakar Fashion Week bevat een extravagente, vrij toegankelijke modeshow op straat waar duizenden mensen vanuit de hele hoofdstad op afkomen. Adama Paris, van het gelijknamige modehuis, is een van de sturende krachten achter de modeweek en vele andere mode-evenementen.

De foto is gemaakt door Finbarr O’Reilly (Canada/Verenigd Koninkrijk) en won hiermee de 1e prijs Portretten – World Press Photo 2019.

Fallera-jurk

Vrouwen en meisjes dragen fallera-jurken naar het Spaanse Fallas de Valencia-festival. De jurken, geïnspireerd op kleding die eeuwen geleden werd gedragen door vrouwen terwijl zij op de rijstvelden werkten, zijn in de loop der tijd uitgegroeid tot bijzondere creaties die wel meer dan 1000 euro kunnen kosten. Fallera-jurken, doorgaans gemaakt van kant en zijde, worden gedragen door iedereen die wil deelnemen aan een van Spanjes grootste straatfestivals. Als finishing touch dragen fallera’s hun traditionele haarstijl, versierd met bijzondere kammen en juwelen.

Luisa Dörr (Brazilië) maakte onderstaande foto’s en won hiermee de 3e prijs Portretten – World Press Photo 2019.


Tweelingzussen Claudia en Victoria zijn klaar voor de festiviteiten.


Aangezien fallera-jurken zo kostbaar zijn, heeft Maria Fernandez een tweedehands exemplaar gekocht en zelf aangepast.


Lola (10) werd geboren in Ethiopië en geadopteerd door een Valenciaanse familie. Ze kleedt zich al sinds haar tweede als fallera.
.

Van sloof tot eva, de schorten van Loes Schurer


Loes Schurer. Foto: Peter Sauermann.

In Museum Dokkum is tot en met 11 januari 2020 de expositie Van sloof tot eva, de schorten van Loes Schurer te zien. In de expositie is een deel van de bijna 2000 schorten tentoongesteld, die Loes Schurer-de Haan uit Dokkum in meer dan dertig jaar heeft verzameld.

Een schort heeft vele verschijningsvormen. Het is een praktisch kledingstuk dat over andere kleding heen gedragen wordt om deze kleding en de drager zelf te beschermen. Het kan een simpel stuk stof zijn. Maar kan ook een rijkversierd kledingstuk van fijne zijde, of een stijf gesteven deel van een verpleegstersuniform zijn.

De oudste is bijna tweehonderdvijftig jaar oud en de jongste is van zeer recente datum. De schorten variëren in groot of klein, wit, zwart of bontgekleurd, van schattig kinderschortje tot leren voorschoot. De verzameling is bijzonder divers, wat ook niet anders kan met bijna 2000 verschillende schorten.

De expositie is thematisch ingedeeld. Zo zijn er onder andere mannenschorten, kinderschorten en worden een paar heel bijzondere schorten uitgelicht.

Loes Schurer-de Haan is al sinds jaar en dag als vrijwilligster betrokken bij het museum en mede daarom droeg ze haar collectie over aan Museum Dokkum. In de expositie vertelt Loes zelf door middel van video over haar bijzondere verzameling, waarvan ongeveer 100 schorten in het museum tentoongesteld staan.

Een verhaal over de schort schreef ik al in 2007 dat je hier kunt lezen. Nog een leuk verhaal over de schort.

Spinster


MaaikeW: ‘Aan de glas-in-lood ramen is te zien dat het hier niet om zomaar een Fries binnenhuis gaat, de glas-in-lood ramen laten familiewapens zien. Twee ramen zijn recent teruggevonden in Delft en geschonken aan het Fries Museum, deze ramen kwamen van Wiarda State, een plaats waar door de eeuwen heen verschillende adellijke families hun thuis vonden. Schilder François Carrée was in 1664 werkzaam voor stadhouder Willem Frederik en stadhouder Hendrik Casimir en kwam dus wel ergens. François Carrée schilderde o.a. gewone voorstellingen als deze afbeelding en was hofschilder. Wie de spinster was, is onbekend.’

De markies met het dubbele leven; 100 jaar Baekers’ Textielfabrieken Eindhoven – Charles Boissevain

Zodra we de plaatsnaam Eindhoven horen, denken we vaak als eerste aan Philips, maar voordat Gerard Philips in 1891 zijn bedrijf oprichtte was er in de lichtstad – de luciferfabricage vanaf 1879 leverde Eindhoven de erenaam lichtstad op – al een bloeiende textielindustrie. Voor de geschiedenis van de textielfabriek Baekers & Raijmakers dook Charles Boissevain de archieven in en legde zijn gevonden informatie vast in een publicatie die op 8 september werd gepresenteerd bij boekhandel Van Piere in Eindhoven.

Voordat we te weten komen dat Wil Baekers (1840-1907) en Leo Raijmakers (1842-1917) firma Baekers & Raijmakers’ Textielfabrieken in 1868 in Eindhoven hebben opgericht, vertelt Boissevain eerst over hun families van vóór 1868. Het ondernemerschap blijkt uit diverse bronnen in de genen te zitten. Kooplieden, winkeliers, bierbrouwers en wijnhandelaren staan zoal vermeld in de documenten.


De eerste fabriek van Baekers. De textielfirma Baekers & Cie bouwt in 1867-!868 aan de Spoorstraat zijn eerste pand, geheel rechts op de foto heel strategisch gelegen precies bij de splitsing van de spoorlijnen naar Boxtel resp. België. Links in de verte het treinstation van Eindhoven. Prentbriefkaart, circa 1900.


Advertentie van Bahlmann & Co. Rotterdamsche Courant, 26 oktober 1858.

Wil Baekers gaat op 17-jarige leeftijd naar Rotterdam om bij de firma Bahlmann & Co als winkelbediende te gaan werken. Hier krijgt hij zijn opleiding en zijn blikveld als winkelier en handelaar in textiel wordt verbreed. Op 23-jarige leeftijd keert Wil terug naar Eindhoven waar Anton van Moll hem helpt in zijn beginnend ondernemerschap. Samen starten zij onder de naam Baekers & Cie een groothandel in Belgisch tijk voor het bekleden van matrassen. In 1868 trekt Van Moll zich uit de firma terug en zijn schoonzoon Leo Raijmakers volgt hem op. Vanaf nu gaan ze verder onder de naam Baekers & Raijmakers. Acht jaar later wordt de vennootschap tussen Wil en Leo ontbonden, maar de firmanaam Baekers & Raijmakers zal blijven bestaan tot medio 1952.


Fabrieksdirecteur en – eigenaar Henri Baekers, 1912.

Per 1 juli 1904 wordt een vennootschap onder firma opgericht tussen vader Wil en zijn zoon Henri Baekers (1873-1932). Na het overlijden van Wil in 1907 is Henri enig directeur-eigenaar. Onder zijn leiding wordt flink uitgebreid en gemechaniseerd. Men start met 25 machinale weefgetouwen waarmee de tijk nu in de eigen weverij machinaal wordt gemaakt. Ook gordijn- en meubelstoffen en markiezendoek worden gemaakt. Het markiezendoek gaat goed, want steeds vaker worden de zonweringen aan de binnenkant van een woning vervangen door markiezen aan de buitenzijde. De eerste machinale weverij heeft een vloeroppervlak van 800 m2, maar in 1907 is deze al tweemaal zo groot.

Willy Baekers (1901-1976), de zoon van Henri Baekers, werkt sinds 1920 bij BARA (Baekers & Raijmakers) waar hij in 1923 onderdirecteur wordt. In 1928 geeft Willy de voorkeur aan een zelfstandige lagere textiel dag- en avondschool. Door alle veranderingen binnen het mechanische weven is meer geschoold personeel nodig. Op 1 april 1933 gaat de nieuwe opleiding van start. Willy heeft zich altijd ingezet voor het opleiden van gekwalificeerde medewerkers. Onder zijn leiding vindt er wederom uitbreiding plaats van de fabrieken. Rond 1930 heeft BARA een bedrijfsoppervlak van circa 15.000 m2 met 500 medewerkers. In 1928 staan er 325 weefgetouwen in de fabriek.

Baekers’ Textielfabrieken kent goede en minder goede tijden. In 1935 lijdt het bedrijf een verlies van bijna 10.000 gulden, maar in 1937 maakt BARA een winst van 132.000 gulden. In deze periode zijn er grote reclamecampagnes waarbij men zich voornamelijk richt op de markiezen die een extra lange levensduur hebben; de markies met het dubbele leven. Vanaf 1939/1940 tot en met 1942/1943 wordt er nog steeds winst gemaakt. Hierna breekt een periode aan met verliezen door gebrek aan grondstoffen, steenkool, elektriciteit en een poos niet kunnen werken. In maart 1945 heeft BARA weer voldoende grondstoffen om aan de slag te kunnen. Wel is er een tekort aan energie en goed personeel. Hierdoor bedraagt de productie slechts tien procent van die van 1939.

Al vanaf 1954 wordt linnen steeds meer verdrongen door katoen. In de sector huishoudlinnen ontstaat overcapaciteit. De veranderingen gaan steeds sneller plaatsvinden in de kledingindustrie, bij het huishoudtextiel en de bedtextiel producten. Dit allemaal ten nadele van de traditionele fabrikanten. Fusies breken aan, maar mislukken vaak door de hoge kosten. Zo ook bij de samenwerking tussen de textielfabrieken van Baekers, Elias en De Haes vanaf 1961. Uiteindelijk kan men door de hoge loonkosten en verouderde organisaties niet meer tegen de buitenlandse producten op. In maart 1966 neemt de laatste directeur Willy Baekers afscheid van zijn medewerkers en op 1966 wordt de firma uitgeschreven uit het Handelsregister. Er is een einde gekomen aan Baekers’ Textielfabrieken.

Jannetje de Pon-Castelijns heeft als rijgster gewerkt bij Baekers’ Textielfabrieken. Haar verhaal kun je hier lezen.


Charles Boissevain beschrijft op een prettig leesbare manier de geschiedenis van Baekers’ Textielfabrieken. Het boek is onderverdeeld in acht hoofdstukken met een chronologische tijdsperiode. Om het overzichtelijk te houden begint elk hoofdstuk met een stamboom zodat de lezer de draad niet kwijtraakt door de enorme hoeveelheid personen die we tegenkomen in het verhaal. De boeiende familiegeschiedenis van Baekers’ Textielfabrieken wordt aangevuld met vele afbeeldingen waarvan het merendeel onbekende foto’s zijn.

De markies met het dubbele leven; 100 jaar Baekers’ Textielfabrieken Eindhoven – Charles F.C.G. Boissevain wordt uitgegeven door WalburgPers. De publicatie telt 200 pagina’s, de afmeting is 15,5 x 24,5 cm, het is rijk geïllustreerd waarvan het merendeel zwart-wit afbeeldingen en het is een paperback uitgave in het Nederlands. ISBN: 9789462494411. Prijs: € 24,90.

Internationale Dag van de Post

Op 9 oktober 1874 werd in de Zwitserse hoofdstad Bern de Universal Postal Union (UPU) opgericht, waarbij ongeveer 150 landelijke postbedrijven zijn aangesloten. De Nederlandse TNT Post (toen PTT) werd UPU-lid op 1 juli 1875. Op het UPU congres van 1969 in Tokio werd besloten, dat 9 oktober in het vervolg de Internationale Dag van de Post zou zijn, om de wereld bewust te maken van de rol van de postale sector in de maatschappij en de sociale en economische ontwikkeling van landen.


Tot en met 13 oktober krijg je bij besteding van € 4,95 aan wenskaarten een postzegel en een mooie kaart cadeau. De actie is geldig bij de deelnemende winkels. Deze mooie kaart met postzegel viel bij mij op de deurmat! Een erg leuke verrassing! Dank je JennyV!

KLM 100 jaar


1950: Twaalf stewardessen poseren voor de Enschede, een Lockheed Constellation van de KLM. Foto: KLM/MAI

Vandaag vieren we een bijzondere dag in de luchtvaart. Honderd jaar KLM! KLM is de eerste luchtvaartmaatschappij ter wereld die onder haar oorspronkelijke naam deze mijlpaal bereikt. Speciaal voor dit feest heeft nagenoeg elk vliegtuig speciale stickers.


Foto: Sandra Van de Laar-Hendriks

De afgelopen maanden werd er in de hangaars hard gewerkt om de stickers op de vliegtuigen aan te brengen. Dat gebeurde tijdens het reguliere onderhoud aan de toestellen en duurde gemiddeld drie tot vier uur. Vanaf januari 2020 verdwijnen de stickers weer langzaam van de vliegtuigen.


Traditiegetrouw presenteert KLM elk jaar op haar verjaardag een nieuw Delftsblauw KLM-huisje. De huisjes zijn een exclusief geschenk aan passagiers in de World Business Class en zijn voor velen een geliefd collectors item. Het honderdste Delftsblauwe KLM-huisje is Paleis Huis ten Bosch. Het huisje werd vanmiddag door topman Pieter Elbers en minister Wopke Hoekstra onthuld tijdens de festiviteiten rond het honderdjarig jubileum van KLM in hangaar 10 op Schiphol. Huis ten Bosch is het woonpaleis van koning Willem-Alexander, koningin Máxima en hun drie dochters. Bekijk hier een leuk filmpje over de KLM-huisjes.

KLM heeft op haar honderdste verjaardag een nieuwe reclamevideo onthuld. Daarin wordt het verhaal van de luchtvaartmaatschappij verteld aan de hand van drie generaties (uit dezelfde familie) die voor KLM gewerkt hebben. Kijk hier naar Samen naar nieuwe herinneringen.

Op 7 oktober 2014 bestond KLM 95 jaar waar ik eveneens aandacht aan besteedde, hier kun je er over lezen. Een verhaal over de stewardess vind je hier en over het uniform lees je hier meer. De Kunsthal in Rotterdam toonde in 2017/2018 een selectie stewardessen uniformen uit de collectie van Cliff Muskiet. Op 4 september 2019 bracht KLM een ode aan het uniform tijdens een modeshow op de vlucht naar New York. KLM-purser Cliff Muskiet nam hiervoor het initiatief. Foto’s en korte filmpjes van deze modeshow kun je hier bekijken.

Bij WBooks verschijnt de uitgave Welcome aboard! Een eeuw KLM. Zowel een Nederlandse als een Engelse editie.

De mode-industrie


Nieuwsuur: ‘De fast fashion-industrie is booming. Iedere zes weken hangen er nieuwe collecties in de winkels om onze honger naar kleding te stillen. We kopen graag zoveel mogelijk kleren voor zo weinig mogelijk geld. Ieder jaar worden daarom honderd miljard nieuwe kledingstukken geproduceerd. Maar een derde daarvan wordt nooit gedragen.

Hoe vervuilend is jouw kledingkast? De mode-industrie is na de olie de meest vervuilende industrie. De opkomst van fast fashion heeft de manier waarop we kleding kopen en dragen compleet verandert, maar tegen welke prijs? De vraag is ligt de verantwoordelijkheid bij de mode-industrie of bij de consument.’

Bekijk hier het filmpje van Nieuwsuur.

Bourrelet


Johanna van Brabant draagt een bourrelet op haar hoofd en als gewaad een blauwe houppelande.

Heb je wel eens van een bourrelet gehoord? Ik tot voor kort niet. Op de website Het Woud der Verwachting lees ik het volgende: ‘Een bourrelet is een rol die als een onderscheidend aureool het hoofd van een adellijke dame siert. Het geeft de persoon door zijn aanwezigheid een stralend en verheven aanzien. Optisch gezien maakt een verbreed hoofd de hals smaller, iets wat zeer in trek was en vaak te zien is in afbeeldingen uit die tijd, zoals in Les Très Riches Heures van Jean, hertog van Berry, geïllumineerd door de gebroeders van Lymborch. Zo’n rol zweeft natuurlijk niet om het hoofd maar wordt ingenieus vastgemaakt aan de haren en de verwerking ervan met spelden en kapjes van textiel.’

Betty Dijk deed jaren onderzoek naar de bourrelet en uiteindelijk is het haar gelukt om deze hoofdtooi te maken. Haar uitleg kun je hier lezen.