La corniche des chapeaux – Marseille


De laatste zomerdag – morgen begint de meteorologische herfst – van 2019 gaat een zeer warme tropische dag worden met veel zon. Voor mij een beetje té warm en té veel zon waardoor ik de schaduw zal opzoeken. In Marseille hebben ze een mooie oplossing bedacht voor een schaduwplek zonder het uitzicht verloren te laten gaan. Langs de boulevard staan banken die je uitnodigingen voor een pauze, maar waar het zeker erg warm zal zijn in de volle zon. Victor Vieillard had de oplossing. Hij bedacht fraaie kleurrijke hoeden en petten waar je onder kunt gaan zitten, zowel overdag als ’s avonds.

Spellewerkend zie ‘k u geerne – Guido Gezelle


Kantklosster – Vila do Conde (Portugal).

Een gedeelte van het gedicht Spellewerkend zie ‘k u geerne – Guido Gezelle:

Spellewerkend zie ‘k u geerne,
vingervaste, oudvlaamsche deerne;
die daar zit aan ’t spinnen, met
’t vlugge allaam, uw kobbenet.

Vangen zult g’ … hoe menig centen
in die looze garenprenten,
die gij neerstig, heen en weêr,
krabbelt, op uw kussen neêr?


Schaars genoeg om licht en leven,
schamel dak en doek te geven
u, die kanten wijd en breed
werkt aan ’t koninginnenkleed.

Het volledige gedicht kun je hier lezen.


Kantklosster – Peniche (Portugal).

Kantklosjes

Wikipedia: ‘Kloskant wordt gevlochten waarbij iedere draad op een klosje gewikkeld is. Het klosje dient als voorraad en heeft een soort steeltje waaraan het vastgepakt wordt. De klosjes worden altijd in paren gebruikt, die over het gehele werk bij elkaar blijven behoren. Een ervaren kantklosster kan werken met honderden klosjes tegelijk, die zeer snel om elkaar heen geslagen worden. Na het maken van een aantal slagen wordt een speld in het patroon gestoken, wat het vlechtwerk op zijn plaats houdt. Als een klosje leeg raakt, wordt er opnieuw draad omheen gewonden, dat aan het uiteinde van de oude draad wordt vastgeknoopt. Het knoopje wordt met een fijne schaar zo kort mogelijk afgeknipt.’

Kantklossen was onderdeel van de opleiding aan de Andrea Eneroths Högre Handarbetsseminarium die Eva Behrens volgde en deze handwerktechniek zal altijd geliefd blijven bij Eva. Misschien mede een reden om kantklosjes te verzamelen. Nu staat deze bescheiden collectie te pronken in een glazen vaas op een boekenplank in mijn werkkamer. Alhoewel ik geen kantklosster ben, maar deze klosjes erg charmant vind, was dit voor mij een reden om een zoektocht te starten naar enige achterliggende informatie over kantklosjes. Al snel kwam ik tot de conclusie dat er niet veel over kantklosjes is geschreven. Uiteindelijk heb ik het veelal moeten doen met afbeeldingen die ik op internet vond en daar zijn mijn bevindingen ook vaak op gebaseerd.


Rijk versierde Engelse kantklosjes die verzwaard zijn met kraaltjes; de ‘spangle’.

Als ik de kantklosjes bekijk, zijn het de Engelse klosjes met een ‘spangle’ die direct opvallen. Deze houten klosjes zijn veelal gemaakt van fruithout zoals kersen of pruimen die het populairst waren. Alle Engelse klosjes, behalve verschillende ‘South Buchs’ ook wel duimpje of Hugenoot genoemd, hebben een ring van kralen. De klosjes staan bekend onder de naam ‘spangle’. Soms worden ze ook wel ‘Jingle’ genoemd. In delen van Buckinghamshire en Oxfordshire is dit verbasterd tot ‘Jinkum’. (zie Pearls and Roses)

De ‘spangle’ is aan de klosjes gemaakt als versiering maar ook om ze extra gewicht te geven. De onderste kraal van de ‘spangle’ is meestal de grootste en dikwijls versierd. Van de overige kralen kunnen sommige vierkant zijn. De vierkante kralen zijn meestal rood, wit en soms donkerblauw. De kleuren turquoise, amber, bruin of groen komen veel minder voor. Sommige grote kralen die in een ‘spangle’ worden gebruikt, hebben een speciale naam. Deze naam hebben ze te danken aan hun kleur of vorm. Bekend zijn bijvoorbeeld de hartvormige of geslepen grote kralen, die ‘Valentines’ worden genoemd. De draad waarop de kralen geregen zijn, is meestal van koper. Ook wordt wel verkoperd draad en zelfs koord gebruikt. De ‘spangle’ wordt aan het klosje bevestigd door een gaatje in de onderkant van het klosje te boren. Af en toe wordt de ‘spangle’ door middel van een nietje aan het klosje bevestigd, maar dat laat bij intensief gebruik snel los.


Engels kantklosje van been met de tekst LOVE.

Binnen de groep Engelse klosjes nemen de klosjes van been een bijzondere plaats in. Been is te herkennen aan nerven met bruine verkleuringen; heel fijntjes. Ook hiervan zit een voorbeeld in de collectie van Eva. Dit klosje dateert uit het Victoriaans tijdperk en is door een pointillist voorzien van de tekst LOVE. De letters bestaan uit stippen die gegraveerd zijn in het been en gevuld met rode inkt. Meer informatie over Engelse klosjes kun je hier lezen.


Honiton kantklosjes zijn klein en slank met taps toelopende uiteinden.

Men zegt dat de kunst van het maken van kant door Vlaamse vluchtelingen in het midden van de late 16e eeuw naar Honiton in Engeland is gebracht. Op een oude grafsteen in de stad is de naam James Rodge gegraveerd; bone lace seller die in 1617 stierf. Het is niet bekend of hij uit Vlaanderen is geëmigreerd of niet. Honiton-kant is een kantsoort die veel gemeen heeft met de Brusselse Duchesse. De roos van Honiton-kant lijkt platter en is asymmetrisch in tegenstelling tot de bloemen van de Duchesse-kant.



Franse Cottier kantklosjes.

Cottier klosjes kunnen opengedraaid worden zodat er een mini-bolletje garen binnenin geplaatst kan worden. De draad wordt via een gaatje in de klos naar buiten gebracht en op die manier kan de draad afgerold worden. Door het rubber bandje staat spanning op de draad. Ze hebben de naam van de ontwerper, Jacques Cottier, die een facteur in kant was in Craponne vanaf 1880.


Een Frans kantklosje, waarschijnlijk uit de jaren ’20 van de vorige eeuw.

Frankrijk kent een lange en belangrijke kanttraditie. Het land is zowel om zijn kloskanten als naaldkanten bekend. Bekende kloskanten zijn: Valenciennes, Cluny en Dentelle du Puy, Lille en Point de Paris. De twee beroemdste naaldkanten zijn Argentan en Alençon.


Kantklosjes uit Denemarken. De steel van het klosje is fijn en onderaan bolvormig. Vaak is dit bolletje versierd met kleine kraaltjes.

Zuid-Jutland (Denemarken) schreef geschiedenis met zijn Tønder-kant. Lieve Lams schrijft het volgende hierover: ‘Oude handelsregisters getuigen dat Deense kant in grote hoeveelheid uitgevoerd werd. Zo was in het jaar 1767 de opbrengst van de handel in Tønder-kant groter dan het verkoopcijfer van koeien, ossen, paarden en alle andere landbouw producten samen. In die periode waren niet minder dan 20.000 mensen in Zuid-Jutland betrokken bij de kantproductie en -handel. Nog altijd wordt er in de streek veel kant geklost.’


Antiek model van een Deens kantklosje.

Tønder-kant werd traditioneel gemaakt met heel fijn linnen garen, tegenwoordig gebruikt men katoen 200 of Egyptisch katoen. In het Drøhses Hus in Tønder wordt de geschiedenis van Tønder-kant verteld. Om de drie jaar wordt er een kantfestival georganiseerd in deze plaats. Dit jaar was het Lace Festival van 31 mei tot en met 2 juni.


Traditionele Deense kantklosjes.


Kantklosjes uit Duitsland. De losse hulsels dienen om de draad schoon te houden.

Het kantklossen werd in 1561 in Annaberg geïntroduceerd door Barbara Uthmann (circa 1514-1575). In Annaberg is een prachtig standbeeld van deze ondernemende vrouw te vinden. Het kantklossen wordt tot de dag van vandaag in ere gehouden door diverse kantklosverenigingen. (zie Textielpost – Schneeberg (Duitsland))
Volgens de overlevering zou Barbara Uthmann het kantklossen geleerd hebben van een Brabantse vluchtelinge die om haar geloof gevlucht was naar het protestantse Ertsgebergte. Vervolgens gaf Barbara Uthmann haar kennis over aan arme mensen en richtte zij een school op.


Een kantklosje met daarop een naam en de plaats Borghamn (Zweden) geschreven.

Borghamn is een plaats in de gemeente Vadstena. Eva ging na haar opleiding kantkloslessen geven in het Birgitta klooster in Vadstena. Deze plaats was en is het kantcentrum in Zweden. Vermoedelijk leerde de bevolking kantklossen van de zusters Birgittinessen in Vadstena. In de 18e eeuw werd in Vadstena en omgeving in bijna elk huisgezin geklost. Het hoogtepunt was het einde van de 19e eeuw wanneer de echtgenote van Koning Karel XV, een Hollandse van geboorte, grote bestellingen plaatste in de kantwinkels van Vadstena.


Deze twee kantklosjes zijn nagenoeg hetzelfde als het klosje uit Borghamn waardoor ik sterk het vermoeden heb dat deze klosjes eveneens uit Vadstena komen.


Drie Zweedse kantklosjes uit Dalarna.

Sally Johanson (1915-1984) stond samen met Eva Behrens aan de wieg van de OIDFA. Sally streefde voor het behoud en het verder ontwikkelen van Zweedse kant en zij werd de eerste voorzitter van de OIDFA. Ze heeft lang geleden de Vadstenaknyppling nieuw leven ingeblazen. Het boek Knyppling van Sally werd door Eva vertaald in het Nederlands. Zij hebben veel samengewerkt.



Kantklosjes die mogelijk uit Scandinavië komen.


Vier kantklosjes van glas. In het klosje bovenaan op de foto zit een klein klosje vandaar de naam moeder en kind. Op het klosje is de volgende tekst gegraveerd: ‘EVA – en hij maakt alles nieuw – hieronder een paar bloempjes.’ De tekst ‘en hij maakt alles nieuw’ staat te lezen in de Openbaring 23:3-5. Het klosje onderaan op de foto is een sieraad dat je aan een kettinkje kunt bevestigen zodat je dit als hanger kunt dragen.

Kantklosjes van glas zijn sierklosjes, ze zijn te kwetsbaar om te gebruiken.



Vier Belgische kantklosjes.

In België heeft men vele soorten kant zoals bijvoorbeeld Mechelse-kant, Duchesse, Binche en Vlaanderse-kant. Maar Brugge is dé kantstad van België. Hoe dat zo is gekomen kun je hier lezen.


Een klein smal kantklosje voor Binche-kant, mogelijk voor Point de Fée.

De fijnste vorm van Binche-kant is Point de Fée of toveressewerk. Het is een Brugse specialiteit. De complexe tekeningen worden uitgewerkt tot een feeëriek en ragfijn kantwerk, met honderden klossen en een zeer fijne draad.

De Binche-kant is ontstaan in de Belgische stad Binche. In de 15e eeuw verhuisden kantwerksters uit Gent met Maria van Bourgondië naar Binche, maar er is geen bewijs voor deze legende. Wel is bekend dat vanaf eind 16e eeuw Binche-kant werd gemaakt.


Kantklosjes die gebruikt worden voor de Duchesse-Rosaline-kant.

Duchesse-kant wordt zo genoemd als eerbetoon aan Maria-Hendrika van Oostenrijk, hertogin van Brabant, en echtgenote van koning Leopold II. In de streek ten zuiden van Aalst werd sinds circa 1850 tot 1950 deze ‘Duchesse de Bruxelles’ geklost. Deze kantsoort was geïnspireerd op de 17e eeuwse Vlaanderse kanten. De motieven bestaan uit sterk gestileerde bloemen en bladeren. De Brugse Duchesse heeft geen bloemen in naaldkant. Rosaline is een fijne kant en wordt gekenmerkt door kleine reliëfs van naaldkant midden op de ronde bloempjes.

Zuster Judith de Kreijger heeft haar eigen Duchesse-kant ontwikkeld: Withof Duchesse.


Vermoedelijk Belgische kantklosjes. Op de website Europeana collections zag ik deze klosjes met een datering 1850-1920. Het zijn kleine smalle klosjes met een afmeting van 8,5 cm.


Kantklosje uit Malta.

Het handwerk van Malta is Bizzilla: kant. Josefien schreef er een uitgebreid artikel over op dit blog dat je hier kunt lezen.


Kantklosjes uit Spanje.

Blonde-kant heeft haar naam te danken aan de blonde kleur van de Nanking zijde. Deze kantsoort kende haar hoogtepunt rond 1825-1845. Blonde werd niet alleen in Spanje geklost, maar ook in Bayeux, Chantilly, Caen, Turnhout en Geraardsbergen. De zwarte Blonde was typisch voor Spanje waar hij erg populair was.



Drie kantklosjes uit Portugal.

Lieve Lams: ‘Uit documenten blijkt dat kant in Portugal zeer oud is; er was zeker kant vanaf het begin van de 16e eeuw. In de 16e eeuw werd er reeds Vlaamse kant ingevoerd in Portugal, wat de woede opwekte van de kantwerksters uit het noorden, Vila do Conde. Vooral de kuststreek in het noorden was belangrijk voor de kantproductie. Er werd kant geklost van het type ‘Honiton’ en Chantilly in zwarte draad.’

Er wordt nu nog geklost in Peniche en in Vila do Conde. Hier kun je een mooi filmpje zien over kant in Peniche.


Vijf mini-kantklosjes: de eerste twee klosjes links hebben een afmeting van 3,7 cm, het smalle klosje heeft een lengte van 4,8 cm en de laatste twee mini-klosjes zijn slechts 1,8 cm lang.



Helaas heb ik niet alle kantklosjes kunnen achterhalen waar ze vandaan komen of voor welk soort kant ze gebruikt worden/werden. Misschien herken jij een kantklosje? Zo ja, dan zou ik het graag horen.

Bronnen: Pearls and Roses, waar ook mooie kantklosjes te koop zijn.
Kleinhout, hier zijn eveneens kantklosjes te koop.
MijnPakkieAn, ook hier zijn kantklosjes te koop.
Kant wereldwijd van Lieve Lams.

Met dank aan Lia Smit voor de tips.

Vessels for the Muses – Peter George d’Angelino Tap


Voorafgaand en tijdens het Delft Chamber Music Festival, brengt Kadmium dit jaar opnieuw een tentoonstelling met een bijzondere combinatie van beeld en geluid. Zowel in de benedenruimte als in de bovenzaal zal het veelzijdige en interdisciplinaire werk van ontwerper/modevormgever en regisseur Peter George d’Angelino Tap getoond worden.

Voor de derde achtereenvolgende zomer werkt hij in Zwitserland aan een operaproductie, waarvoor hij decor en kostuums ontwerpt. Eveneens is hij verantwoordelijk voor de regie. In Kadmium toont hij verscheidene elementen van de opera Bianca e Fernando (1826) van Bellini, die hij enige jaren geleden bij Opera St.Moritz heeft geproduceerd. Van deze opera is in de benedenzaal onder meer het monumentale wandkleed (12 x 3,5 meter) De Hubris (Over Hoogmoed) te zien. Dit decor wordt in samenhang met kostuums van de hoofdrolspelers, muzikale hoogtepunten en een speciale belichting gepresenteerd. De inrichting zal spectaculair zijn, verwant aan de opera als totaaltheater. Bezoekers worden uitgenodigd zich te laten verrassen en mee te laten voeren.

Het tweede gedeelte van de tentoonstelling vindt plaats op de eerste verdieping. Tien jaar lang ontwierp d’Angelino Tap de concert-kleding voor het beroemde pianisten duo Arthur en Lucas Jussen. Hiervan zullen zo’n twintig ensembles te zien zijn, evenals foto’s en een videoregistratie van hun optreden tijdens het Grachtenfestival in Amsterdam (2018).

Eveneens wordt zijn creatie Delf’wear geëxposeerd, een collectie Delfts blauwe vaasjaponnen.

Vessels for the Muses is nog slechts enkele dagen te zien, namelijk tot en met 25 augustus 2019. Kijk op de website voor openingstijden en het adres.

14 jaar bloggen


Feest vandaag, mijn blog bestaat 14 jaar! Wat vliegt de tijd. In 14 jaar tijd is er door mij en de gastbloggers een prachtig archief opgebouwd. Over veel thema’s is er al geschreven, maar nog regelmatig komen nieuwe onderwerpen aan bod. Handwerk/textiel in de breedste zin van het woord is onuitputtelijk. Daarbij maak ik zo af en toe een uitstapje naar een ander item dat mij aanspreekt. Zo probeer ik dit blog interessant te houden voor de lezer. Hierbij wil ik dan ook de lezers hartelijk danken voor de belangstelling en interesse in de onderwerpen die ik aanboor.


Niet alleen mijn blog is vandaag jarig, ook Tineke viert haar verjaardag die deze schitterende kaart maakte voor mijn 14e blogverjaardag. Tineke, bij deze van harte gefeliciteerd en op naar een prachtig nieuw levensjaar!


World Photo Day 2019


Jaarlijks op 19 augustus is het Internationale Dag van de Fotografie (World Photography Day). Er wordt stilgestaan bij de (positieve) invloed die foto’s en fotografen hebben op onze samenleving.

De datum van 19 augustus is met een reden gekozen: dit was namelijk de dag dat in 1839 de daguerreotypie door de Franse overheid werd vrijgegeven en door iedereen in de wereld gebruikt kon worden.

Daguerreotypie is een vroege fotografische methode, uitgevonden door Louis Daguerre in de eerste helft van de 19e eeuw. Het procedé werd in 1839 door de Franse overheid aangekocht en Daguerre wordt sindsdien als de ‘officiële’ uitvinder van de fotografie beschouwd.

Deze dag is ook bekend als World Photo Day.

De foto maakte ik op het Vrijthof in Maastricht.