Crinoline


Amsterdam, 12 februari 1866

Somber weer. Naar de dichter Van Lennep, die op de Keizersgracht woont. Hij was oud geworden, heeft lang wit haar en lijkt op Voltaire, zoals hij zelf opmerkte – en hij trok een gezicht met de narrengrijns van Voltaires borstbeeld. Hij stelde mij in het vooruitzicht dat zijn drama De vrouwe van Waardenburg tijdens mijn verblijf hier zou worden opgevoerd. Hij vertelde dat in Bern de dochter van mevrouw Von Arnim, die gehuwd is met Grimm, hem verzocht had haar hand te drukken, daar hij op haar vader leek.

Daarna ging ik naar de componist Verhulst (Leidsestraat bij de Prinsengracht). Hij was verheugd mij te zien. Noemde Niels Gade de grootste onder de levende Europese componisten, toonde mij ­enkele van Gade’s composities, ­onder andere de Hamlet-ouverture. Ik zag twee vrolijke meisjes: Louise en Anna, zijn kinderen. Zijn vrouw zag er jong en fris uit, maar zij droeg in het geheel geen crinoline, zodat zij er wat rechttoe-rechtaan uitzag.

Voor de koffie naar huis, daarna in regen en wind uit om eens rond te kijken, door de Kalverstraat, een soort Østergade, met winkel na winkel. Naar de Beurs. Toen weer terug naar de Botermarkt (het huidige Rembrandtplein), waar ik het standbeeld van Rembrandt bekeek. Kwam moe thuis. Moet de plattegrond van Amsterdam bestuderen om morgen goed georiënteerd te zijn.

Hans Christian Andersen (1805-1875), Deense sprookjesschrijver. Ingekort fragment uit Hans Reeser: Andersen op reis door Nederland, Walburgpers 1976.

Bron: de Volkskrant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *