Kerstavond met een traditie

Josefien heeft al meerdere keren een prachtig verhaal geschreven voor dit blog. Vandaag deelt Josefien met ons een heel bijzonder en mooi verhaal dat past bij kerstavond. Geniet ervan!

Josefien: ‘Na mijn verhaal over het zilveren klompje moest ik denken aan een ander klompje uit mijn collectie. Het heeft een heel aparte vorm. Het lijkt op een houten klompje zoals wij in Nederland kennen, maar de neus is heel lang en naar boven gebogen. De bovenkant is van rood leer en het is vastgezet met koperen bolle spijkertjes, zoals stoffeerders die gebruiken. Mijn mini-uitvoering is ongeveer 5 centimeter en er zit een naairingetje in. Het is vast een souvenir uit een of andere regio, dacht ik, maar waar vandaan? Een bijzonder exemplaar dat natuurlijk uitnodigde tot een onderzoekje.


Het duurde even voor ik het vond en ik zocht in verschillende taalgebieden omdat ik wel aannam dat ik niet in Nederland zou moeten zoeken. Maar toen ontdekte ik dan ook dat zulke klompen uitsluitend werden gedragen in een vallei van zo’n dertig vierkante kilometer in het zuiden van Frankrijk. Het gebiedje heet Bethmale en ligt tegen de Pyreneeën aan. Liefhebbers van wielrennen kunnen het kennen want de Tour de France gaat er regelmatig doorheen. Het is een dunbevolkt landelijk gebied: er wonen op dit moment 96 mensen.

De vreemde klompen met lange punten worden daar nog steeds gemaakt, gedragen als klederdracht bij bijvoorbeeld volksdansen en als aandachtstrekker voor toeristen. Een beetje zoals ónze klompen en klederdrachten nu worden gebruikt.


Leuk om te weten, natuurlijk, maar dan nog steeds de vraag: waar komt deze bijzondere vorm vandaan?

Het blijkt te zijn voortgekomen uit een legende:
In het dal was een prachtig meisje en zij was verloofd met een herder/jager uit de streek. Maar op een kwade dag was er in het gebied een inval van de Moren (daarmee worden doorgaans Noord-Afrikaanse krijgers bedoeld…). We hebben het dan over de periode rond het jaar 1000. Het meisje ontmoette bij toeval de aanvoerder van deze groep Moren en zij viel als een blok voor zijn charmes. Haar verloofde de jager hoorde van haar ontrouw en zon op wraak. Samen met de andere jagers uit de streek beraamde hij een plan om het op te nemen tegen zijn rivaal. Bij het snijden van pijlen en ander wapentuig stuitte hij op een omgevallen notenboom. De boom vormde samen met de wortels een bijna rechte hoek. Dat bracht hem op het idee om van het hout van de boom klompen voor zichzelf te snijden. De punten van zijn klompen waren wel dertig centimeter lang! Er volgde een bloedige strijd, die werd gewonnen door de jager en zijn maten. De legeraanvoerder werd gedood, evenals het meisje. De harten van beide geliefden werden op de punten van de klompen gespietst, niet echt een “happy end”.

Daarna werd het in dit dal de gewoonte voor de jongens om een geliefd meisje een paar van dit soort klompen te geven op kerstavond, als blijk van liefde. Het leer is dikwijls rood en met de bolle spijkers wordt vaak een hart gevormd op de bovenkant van de klomp.


Het meisje breide, op haar beurt, voor de jongen een vest/jasje van de lokale schapenwol en omzoomde die met fluwelen randen. Op de mouwen kwam rood borduurwerk. Jasjes zoals deze zijn nog altijd te zien op lokale feestelijke bijeenkomsten, maar vast niet meer handgemaakt.


Een bijzondere klomp, een opmerkelijke legende en een mooie traditie, maar ik hoop dat de liefdesgeschiedenissen van de latere generaties een betere afloop kenden!’

Maria van Gelre


Tot en met 6 januari 2019 is Ik, Maria van Gelre te zien in Museum Het Valkhof.
Maria van Gelre, geboren Marie d’Harcourt (La Saussaye, 24 februari 1380 – in of na 1428 maar voor 1434) was vanaf 1405 hertogin van Gelre. Maria is vooral bekend door het gebedenboek dat ze heeft laten maken en dat gezien wordt als een van de belangrijkste kunstschatten uit laatmiddeleeuws Gelre. Met ruim 1200 pagina’s is het omvangrijker en dikker dan alle vergelijkbare gebedenboeken die we kennen. Museum Het Valkhof toont 40 pagina’s uit het gebedenboek in twee reeksen wegens de kwetsbaarheid. De eerste reeks van 20 pagina’s was te zien tot en met 23 november 2018. Vanaf 24 november tot en met 6 januari 2019 is de tweede selectie van 20 pagina’s te bewonderen.


Maria van Gelre’s houppelande. Foto: Thijn van de Ven.

Waar Maria’s houppelande van gemaakt is kun je hier lezen. Op deze video zie hoe model Roseanne Trijsburg gekleed wordt in de replica houppelande van Maria van Gelre.


Foto: Thijn van de Ven.

Op 8 december vond in Museum Het Valkhof een kostuumpresentatie plaats. Op 24 en 31 december 2018 is het museum extra geopend om iedereen de kans te geven deze unieke tentoonstelling te gaan zien. Behalve 20 pagina’s uit het gebedenboek worden er ruim 100 (kunst)objecten getoond: miniaturen en handschriften, schilderkunst en sculpturen, textiel en sieraden.

Grootste boekenplank ter wereld


Tot voor kort was het een groot somber graansilocomplex, nu is het een van de kleurrijkste objecten in de Zuid-Koreaanse havenstad Incheon. 22 kunstenaars hebben het industriële bouwwerk voorzien van een enorme muurschildering, volgens Guinness World Records de grootste ter wereld. Het kunstwerk was besteld door het stadsbestuur, dat graag af wil van het grijze industriële imago van Incheon, een miljoenenstad ten westen van de hoofdstad Seoel. De muurschildering beeldt 16 boekomslagen uit die verschillende seizoenen laten zien, en vertelt over het volwassen worden van een jongen. De kunstenaars hadden er 850.000 liter verf voor nodig. De muurschildering is 23.699 vierkante meter groot.

isiShweshwe : A history of the indigenisation of blueprint in South Africa


Juliette Leeb-duToit heeft grondig onderzoek gedaan naar de geschiedenis van de blauwdruk of isishweshwe in Zuid-Afrika. Haar verhaal start begin achttiende eeuw en sluit af met hedendaags blauwdruk. Met voorbeelden uit diverse groepen in Zuid-Afrika illustreert het boek hoeveel Zuid-Afrikaanse culturele groepen zich nu associëren met isishweshwe, hoewel velen de rijke geschiedenis van de blauwdruk als een product van Europese en Amerikaanse bedrijven niet waarderen die op de een of andere manier in Afrika vertegenwoordigd zijn. Vlisco uit Helmond heeft hier ook een aandeel in. In 1995 bezocht de schrijfster Vlisco en sprak met de directeur Frans van Rood. Rond 1960 stopte Vlisco met het produceren van blauwdruk voor Zuid-Afrika, maar kwam in 1991 terug toen de handelsboycot eindigde die samenviel met de afschaffing van de apartheid.

Ben je geïnteresseerd in blauwdruk en de geschiedenis hiervan dan is dit boek absoluut een aanrader. Tot voor kort had ik geen idee dat blauwdruk zo veelvuldig vertegenwoordigd is in de kleding van de Zuid-Afrikaanse vrouw en man.

isiShweshwe : A history of the indigenisation of blueprint in South Africa, Juliette Leeb-du Toit. Uitgegeven door University of KwaZulu-Natall Press, 2017. ISBN: 9781869143145. Het boek is te bestellen bij Bol.com.





Mode in Zwart-Wit


Van 15 december 2018 tot en met 23 februari 2019 is Mode in Zwart-Wit te zien in Museum de Koperen Knop. Deze expositie laat de mode zien vanaf 1947 toen de New Look haar intrede deed en loopt door tot heden, met hedendaagse bekende ontwerpers. De expositie wordt opgebouwd in periodes van tien jaar. Zoals bijvoorbeeld de jaren tachtig met Dressed for Success.

Achtergrondverhalen en kleding vertellen het verhaal van 1947 tot heden. Met schitterende outfits van bekende ontwerpers en modehuizen, zoals: Frans Molenaar, Givenchy, Natan, Viktor en Rolf, Spijkers en Spijkers, Edgar Vos, Mart Visser en Jan Taminiau.

Bij de outfits zullen ook schoenen uit het Schoenenmuseum in Waalwijk, tassen uit het Tassenmuseum Hendrikje en hoeden van Capello uit Nijmegen te zien zijn. Daarnaast is een collage met de kapsels van 1947 tot heden, die zeker tot ieders verbeelding spreken. De expositie gaat ook wat dieper in op ‘de kleuren’ zwart en wit. Waarom deze – feitelijk geen kleuren zijnde – in het modebeeld zo beeldbepalend zijn. Als klapper worden aankomende ontwerpers gevraagd hun visie op de mode in zwart-wit van heden ten dage te tonen.


Hier zie je een foto waarop ik een jas draag (en nog steeds) in een vergelijkbaar patroon.

Femmes Fatales – Sterke vrouwen in de mode

Het is weer tijd voor de jaarlijkse modetentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag; en deze keer is het wel een heel bijzondere expositie. Femmes Fatales – Sterke vrouwen in de mode is volledig gewijd aan vrouwelijke ontwerpers. Onder dezelfde naam verschijnt gelijktijdig een publicatie die uitgegeven wordt door Waanders & de Kunst.


Maria Grazia Chiuri voor Dior, Ready-to-wear Spring/Summer 2017.

In het najaar van 2016 presenteerde Maria Grazia Chiuri haar eerste collectie voor Maison Dior. Deze Dior-collectie was voor Madelief Hohé, conservator mode en kostuum Gemeentemuseum Den Haag, aanleiding om te gaan nadenken over een tentoonstelling die volledig gewijd zou zijn aan vrouwelijke modeontwerpers. Het leek er het juiste moment voor. Nog nooit stonden er zoveel vrouwelijke ontwerpers aan het hoofd van een modehuis. Deze vrouwelijke ontwerpers – van het midden van de 19e eeuw tot vandaag de dag – komen samen in het boek en de expositie Femmes Fatales – Sterke vrouwen in de mode.


Mary Katrantzou, Spring/Summer 2018.

Modejournalist Georgette Koning sprak met vrouwelijke modeontwerpers om antwoord te krijgen op vragen zoals: Wat betekent vrouw-zijn voor hun creaties? Wat is hun visie op mode? Ontwerpen zij anders voor vrouwen dan hun mannelijke collega’s? Daarnaast bestudeerde zij uitspraken van ontwerpers uit andere en eerdere interviews, of citaten en uitspraken in (auto)biografieën om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen.


Coco Chanel ca. 1960.

In het boek kun je 20 interviews lezen met vrouwelijke modeontwerpers, te beginnen met Coco Chanel en eindigend met Mary Katrantzou. Coco Chanel (1883-1971) zegt in Les éditions du Huitième jour: ‘Ik heb vrouwen een gevoel van vrijheid gegeven; ik heb ze hun lichaam teruggegeven, hun lichaam dat baadde in het zweet van de modieuze opschik, kant, corsetten, ondergoed, padding. De jurk hoort de vrouw niet te dragen, maar de vrouw de jurk.’ Chanel staat bekend als pionier op het gebied van comfortabele kleding. Jeanne Lanvin (1867-1946) brak in 1909 door met meisjesjurken ‘die een verademing waren vergeleken bij de stijve kindermode die het meest leek op gekrompen versies van volwassenenmode’. Elsa Schiaparelli (1890-1973) introduceerde onder andere de eerste jumpsuits, wrap-dresses, couture met ritsen. Voor de Britse Zandra Rhodes (1940) was Elsa Schiaparelli een grote inspiratie. Katharine Hamnett (1947) brak in 1983 door met T-shirts met slogans in zwarte blokletters en sinds eind jaren tachtig zet zij zich al in voor het opschonen van de mode-industrie. Ze produceert collecties van 100 procent organisch katoen.


Tess van Zalinge, Royal Delft Collection 2017.

In 2012 studeerde Tess van Zalinge (1989) af op het AMFI met een lingeriecollectie. Zij was een van de eerste die lingerie had gepakt, ondanks dat hier geen lessen in werden gegeven. Het borduuratelier geeft haar inspiratie, net als ambachtsvrouwen. Van Zalinge is met haar label twee jaar bezig en de rode draad in haar collecties is een mix van lingerie, ambacht en klederdracht. Sheila de Vries (1949) kennen we met name als de ontwerpster voor de kleding van prinses Beatrix en Iris van Herpen (1984) verovert de modewereld met haar vakmanschap en nieuwe technologie. Sinds 2010 verkent zij als eerste modeontwerpster de 3D-printtechnieken. Zo heeft elke modeontwerpster haar eigen stempel gedrukt op de mode die in beweging is en in ontwikkeling zal blijven. ‘Aan hen en alweer een nieuwe generatie om de koers te bepalen hoe deze reis verder gaat in creativiteit, vrijheid en gelijkheid,’ volgens Hohé. En heeft Georgette Koning antwoord gekregen op haar vragen? Dat kun je lezen in de publicatie Femmes Fatales – Sterke vrouwen in de mode.


Naaisters in het atelier van Worth, 1907.

Madelief Hohé neemt drie essays voor haar rekening:
We should all be feminists – Een inleiding.
A Woman’s Job? De kledingrevolutie – Hohé legt uit hoe het kwam dat de gilde voor vrouwelijke naaisters de mannelijke kleermakers grotendeels van de troon stootten wat betreft de productie en het ontwerp van kleding voor vrouwen en kinderen.
Femmes Fatales: Van pioniers tot Boss Ladies – Hohé belicht de vrouwelijke ontwerpers.


Achttiende-eeuwse japonnen voor vrouwen en een meisje en een mannenkostuum. Gemeentemuseum Den Haag.

Ik heb je een inkijk gegeven in het prachtige en informatieve boek Femmes Fatales – Sterke vrouwen in de mode. Door de interessante interviews, aangevuld met vele illustraties, leer je de ontwerper kennen en krijg je een goed beeld van de ontwikkeling in de mode. Madelief Hohé versterkt dit nog eens met haar essays. De fraai vormgegeven catalogus is een aanwinst voor iedereen die belangstelling heeft voor mode en -geschiedenis!


Femmes Fatales – Sterke vrouwen in de mode wordt uitgegeven door Waanders & de Kunst. De publicatie telt 200 pagina’s, de afmeting is 24 x 30 cm, het boek bevat 107 illustraties in kleur en 55 in zwart-wit en is een gebonden uitgave in het Nederlands en Engels. ISBN: 9789462622098. Prijs: € 24,95.

De foto’s zijn afkomstig uit de publicatie Femmes Fatales – Sterke vrouwen in de mode.