Zilveren klompje als mini-speldenkussen

Een zilveren klompje als mini-speldenkussen was voor Josefien de aanleiding om op zoek te gaan naar het verhaal hierachter. En dat is haar gelukt. Lees hieronder het prachtige verhaal van Josefien over het zilveren klompje dat slechts 4cm lang is.


Op de voetzool staat gegraveerd: 2e prijs, 200 m sch. sl. RDZ 21-4-32.

Het kostte me niet veel hoofdbrekens om te verzinnen dat sch. sl. ‘Schoolslag’ moest zijn, en dat de Z van RDZ waarschijnlijk over een zwemclub gaat. En dat klopte, RDZ was de Rotterdamsche Dames Zwemclub. Die zwemclub bleek in de dertiger jaren van de vorige eeuw furore te maken, want ZIJ leverden de medaillekandidaten voor nationale en internationale wedstrijden, inclusief de Olympische Spelen. Niet zomaar wat! Toen ik dat ontdekte wilde ik natuurlijk ook weten wie op 21-4-32 de tweede prijs had gehaald op de 200 meter schoolslag, in een wedstrijd die door RDZ was georganiseerd. Hoe vind ik dát, dacht ik… .

Als die club in de belangstelling stond zal het vast wel de krant gehaald hebben? De lokale zeker! Enfin: het Rotterdamsch Nieuwsblad van 22-4-32 in de archieven opgezocht – dat dat allemaal kan tegenwoordig – en daar stond het verslag van de wedstrijd… . Het werd gehouden in dit mooie zwembad: de overdekte zwem- en badinrichting Tuindersstraat – entree kostte 35 cent.


Het was een felle strijd geweest, die 200 meter, maar die werd uiteindelijk gewonnen door mej. Brouwers, tweede werd mej. Huybers, de winnares dus van het klompje. Gevonden!

Nog even doorzoeken naar de achtergrond van mej. Huybers, ook in andere kranten. Voluit bleek het J.H. Huybers te zijn, Jacoba, maar natuurlijk Coba genoemd. Coba Huybers deed in die dagen mee om de prijzen, vooral op het gebied van de schoolslag. Ze werd, samen met drie anderen, voor wedstrijden op lange reizen gestuurd, zoals naar Zuid-Afrika, vond ik uit.

Ze keken toen niet op een dubbeltje want de dames reisden per boot en vertrokken begin november, ze kwamen in maart weer terug… . Zo’n reis onderscheidde je in die jaren echt wel van anderen en zeker van je leeftijdsgenoten. De jongste was pas zestien en die had er toen dus al een halve wereldreis op zitten. Dat is nog eens andere koek dan een dag na je wedstrijd weer aankomen op Schiphol, zoals nu vaak het geval is. Varen naar Zuid Afrika zal vast wel een maandje in beslag hebben genomen, ze hadden de tijd van hun leven, veronderstel ik. Coba zit rechts onder op deze foto i.v.m. hun vertrek.


Rotterdamsch Nieuwsblad, 20-11-1930.

En dan tot slot: een zilveren speldenkussentje als prijs… daar kun je nu echt niet meer mee aankomen, om allerlei redenen. Hoe heeft het de jaren erna overleefd? De crisisjaren naderden, de Tweede Wereldoorlog… misschien bleef het in een naaimandje liggen tot haar dood, die ik overigens nog niet heb kunnen terugvinden. Haar nazaten zullen toen wellicht hebben besloten dat het niet interessant genoeg was om het te bewaren…?! We zullen het nooit weten, maar het klompje intrigeerde mij genoeg.