Uit de mode – De inloopkast van het museum

In 2017 viert het Centraal Museum dat 100 jaar geleden in Utrecht de eerste betaalde modeconservator werd aangenomen – wereldwijd een bijzonder feit. Jonkvrouw Carla de Jonge begon haar carrière als archivaris van de museumcollectie, maar in korte tijd realiseerde ze een vaste kostuumopstelling en al gauw breidde ze de verzameling fors uit. De focus van het verzamelbeleid is de afgelopen eeuw behoorlijk veranderd: van het vergroten van de historische kostuumverzameling naar de nadruk op conceptuele en hedendaagse (inter)nationale mode. 

Uit de Mode toont de rijkheid en diversiteit van de collectie, maar vooral ook die van de mode zelf. Actualiteit en historie worden in dialoog met elkaar gepresenteerd in een thematisch vierluik: de maker, de drager, de restaurator en de visionair. In de vier grote tentoonstellingszalen voert steeds één van de invalshoeken de boventoon. Uit de Mode staat stil bij inspiratiebronnen van (hedendaagse) ontwerpers, argumenten om een kledingstuk te verwerven en wie wat heeft gedragen. Hoogtepunten zijn een ‘Live Science Programme’ waar live op zaal gerestaureerd wordt en een wisselpodium waar het publiek kennismaakt met de nieuwste lichting modetalenten.

De expositie Uit de mode is tot en met 22 oktober 2017 te zien in het Centraal Museum te Utrecht. Afgelopen vrijdag bezocht ik de tentoonstelling waar ik enkele foto’s maakte die niet van de beste kwaliteit zijn omdat het vrij donker was in de zalen en fotograferen met flits kan natuurlijk niet.


Redingote met onderjapon, 1835-1836, percale (zachte katoen), tule. Schenking 1904. Toen jonkvrouw Carla de Jonge in 1917 aantrad in het Centraal Museum, bestond de kostuumcollectie uit slechts een aantal losse kledingstukken én deze complete japon. De freule benadrukt in haar invloedrijke publicatie Een eeuw Nederlandsche mode (1941) de bijzondere afwerking van de japon: ‘Langs den geheelen rand der beide rokken en langs de dubbele pélérine of “palantine” zooals het in oude modeboeken heet, is de japon gegarneerd met tulle, waarop elkaar oversnijdende cirkels zijn geborduurd, een prachtig handwerk.’ De ballonachtige mouwen, ook gigots genoemd, zijn kenmerkend voor deze tijd. Bijzonder is dat bij overlevering de naam van de draagster is doorgegeven; vermoedelijk droeg de Utrechtse jonkvrouw Henriëtta van Dielen-Alewijn (1805-1870) deze japon toen zij in 1834 voor de tweede keer trouwde. Het trouwen in het wit is een verschijnsel dat in de 19e eeuw opkomt. Deze japon is hier een vroeg voorbeeld van. Een speciale bruidsjapon laten vervaardigen was een dure aangelegenheid, zoals ook de bijzondere afwerking van deze japon laat zien. Niet alle bruiden hulden zich daarom in het wit; soms droegen ze de mooiste japon die ze al bezaten. Het zou dan ook kunnen dat tussen de pareltjes in de museumcollectie nog bruidsjaponnen zitten, waarvan men geen weet heeft.


Japon, circa 1910, katoen batist, kloskant. Schenking 1937. Door de nauwe betrokkenheid van conservatrice Carla de Jonge bij de organisatie van de tentoonstelling Het Costuum onzer voorouders in 1936, zag de freule kans na afloop van de reeks de collectie van het museum aanzienlijk uit te breiden. Deze japon met Iers gehaakt kloskant, werd op verzoek van Carla de Jonge in januari 1937 geschonken. De japon spreekt tot op de dag van vandaag tot de verbeelding en toont op een prachtige manier de natuurlijke neiging van mode om in herhaling te vervallen. Net als ruim 100 jaar geleden is wit in de zomer van 2017 erg populair en sieren kantstoffen ook nu weer het modebeeld op de catwalk en in de winkels.

Jan Taminiau, japon Poetic Clash meets Nature Extends, 2012, denim, crêpe georgette, polyester, Swarovski-steentjes. Aankoop met steun van het Mondriaan Fonds 2012. Speciaal voor de tentoonstelling Blue Jeans (2012) in het Centraal Museum maakte de Nederlandse modeontwerper Jan Taminiau deze lange avondjapon van denim waar hij de twee verschillende collecties Poetic Clash en Nature Extends combineerde. De couture is te herkennen aan de geknipte ruitvormen en gerafelde randen, subtiel afgezet met Swarovski-steentjes. Andere details zijn de grootte van de wybertjes die bij de taille kleiner zijn om deze smaller te doen lijken en de overgang van kleuren in verwassen rood, wit en blauw.


Kinderjurk, 1890-1900, wol, zijde. Bruikleen 1977. Dit wollen winterjurkje met strikjes is gedragen door een jongetje. Vanaf de tweede helft van de 16e eeuw tot aan het einde van de 19e eeuw is het gebruikelijk om zowel jongens als meisjes in hun eerste levensjaren een jurkje aan te trekken. In 1889 wordt dit kledingstuk gedragen door Gerlacus Ribbius Peletier Jr. (1887-1969), zo blijkt uit twee bewaard gebleven foto’s uit dat jaar. Gerlach junior werd geboren als eerste kind en enige zoon van het echtpaar Gerlacus Peletier en Adriana Louise Wijbelingh. Gerlach junior zou de laatste naamdrager van de welvarende Utrechtse sigarenfamilie zijn.


Driedelig ensemble, 1862-1864, tafzijde, machinale kant. Schenking 1942. Decennialang werd dit ensemble met verschillende kledingstukken bewaard in de kasten van het voormalig ambachtshuis in het Zuid-Hollandse Heenvliet. Vele generaties waren de bewoners van dit huis de Heren van de Heerlijkheid Heenvliet, waarvan Cornelia Maria Lamaison (1845-1942) de laatste nazaat was. In de familie stond ze ook wel bekend als ’tante Corretje’. Na Cornelia’s overlijden, schonken de erfgenamen de kledingstukken in 1942 aan het Centraal Museum. ‘Wij vinden in de kasten die wij openen zeer merkwaardige en mooie zaken en daar we weten dat u zich interesseert voor oude kleedingstukken, willen wij u Gaarnen eenige bijzondere mooie japonnen en hoeden zenden,’ schreven de erfgenamen aan Carla de Jonge. Vermoedelijk is het Cornelia Maria Lamaison zelf geweest die het driedelige ensemble, bestaande uit een bolero, rok en ceintuur heeft gedragen. De bolero refereert aan de Spaanse matadorjasjes die in de jaren 1860 in de mode kwamen.


Aico Dinkla, vogeltop en roze rok, 1999-2001, katoen, siliconenkit, Swarovski-steentjes, pailletten, jute. Aankoop 2014. Het signatuur van Aico Dinkla is origineel en herkenbaar, vooral door het gebruik van siliconenkit in vrijwel al zijn collecties. Achter elk kledingstuk gaan vele verhalen schuil. De ‘vogeltop’ is een jaren tachtig blouse, waarvan Aico Dinkla de coupe heeft aangepast. Op een later moment is de vogel van jute toegevoegd, die oorspronkelijk in 1974 door zijn Nederlandse ouders is gekocht in Bogota. De ketting met bloem van Swarovski-steentjes komt uit de verkleedkist van de oma van de ontwerper. Aico’s zusje Iefke vinden we subtiel terug op de button: zij is jarenlang de muze van de ontwerper geweest. In 2005 nam hij het radicale besluit om te stoppen met mode, waarna hij enkele jaren later zijn totale collectie verknipte en transformeerde in schilderijen.

Bron tekst: Centraal Museum

3 gedachten over “Uit de mode – De inloopkast van het museum

  1. De foto’s zijn mooi Berthi en de japonnen komen goed uit op de foto.
    Het zijn allemaal schitterende japonnen die je laat zien.
    Onvoorstelbaar dat iemand zijn ontwerpen verknipt om er schilderijen van te maken.
    Maar ik vind het ook erg dat er klederdracht verknipt wordt voor patchwork of andere werkstukken.
    Gezellige dag
    groetjes, Truus uit Drenthe

  2. Tailles, en dan bedoel ‘het middel’, hebben mij altijd gefascineerd. Waarom? Na mijn achtste ben ik die vanwege mijn ‘flinke postuur’ geleidelijk aan kwijtgeraakt. Kijkend naar ‘de mode van toen’ weet ik bijna zeker dat dergelijke wespentailles heden ten dage niet meer voorkomen dan (jammer genoeg, ik huil om hen) alleen bij anorexiapatiënten. Naoorlogse welvaart en meegroeiend eetpatroon zijn daar debet aan plus: McDonald’s, KFC, FEBO en noem al die andere dikmakers maar op. En korsetten natuurlijk.
    En toch… zonder jaloezie kan ik kijken naar het verleden en koesteren wat de mode destijds gebood. Een jurk is en was niet alleen maar veel (of weinig) stof om het lijf en ik ga zeker naar Utrecht om te genieten van wat ik niet heb en zij destijds wel. Je post was een absolute aanbeveling.

  3. @Truus, de expositie heeft een fraaie opstelling waarbij de kledingstukken erg goed tot hun recht komen.

    @Puck, je zult genieten van deze tentoonstelling!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *