Geborduurde (kinder)mutsjes op de Handwerkbeurs Zwolle


De maand januari is bijna voorbij, we staan al met één been in februari en voordat je het weet sta ik op de Handwerkbeurs in Zwolle. Van meerdere mensen krijg ik de vraag welke dagen ik op de beurs ben. Dat is dus elke dag! Ik hoop je op één van de beursdagen in Zwolle te zien.

Zoals je weet zal ik mijn collectie Chinese geborduurde kinderschoentjes en –laarsjes tentoonstellen op de Handwerkbeurs Zwolle. Maar daarnaast neem ik 34 geborduurde mutsjes mee die tevens te koop zijn. In Zwolle ga ik graag met jou op ‘reis’. Ga je mee?

Vanuit Zwolle gaan we allereerst naar Amsterdam om een bezoek te brengen aan de burgerweesmeisjes om meer te weten te komen over het handwerkonderwijs van de weesmeisjes. Hierna vertrekken we naar Zuid-Amerika om de landen Peru en Bolivia te bezoeken voor de fraai gebreide chullo mutsjes. Daarna gaan we verder naar de San Blas eilanden waar de Kuna-indianen wonen. De vrouwen dragen hier nog hun kleurrijke en traditionele kleding. We bekijken en bestuderen de techniek van de mola. Vervolgens reizen we richting Azië waar veel te zien is op handwerkgebied. We bezoeken China, Mongolië en Tibet. Fleurig handwerk met veel symboliek van de Miao en Dong krijgen we onder ogen. Hopelijk is je hoofd dan nog niet vol van al deze indrukken, want we trekken verder naar Oezbekistan en Turkmenistan waar onder andere de Yomud en Chowdur uit Turkmenistan mooie mutsjes dragen, en dat willen we toch niet missen… . Hierna maken we de lange reis naar Nederland terug, wel via Duitsland voor de jacquard damast mangeldoeken. In Nederland aangekomen bewonderen we oud gemerkt linnengoed, zoals linnen vrouwen- en mannenhemden en damasten servetten. Als laatste bezoeken we een adellijke familie.
O jee, vergeet ik Afghanistan. Als de situatie veilig is plannen we alsnog een bezoek aan dit land.
Zoals je leest wordt het een ondernemende reis waar we ook voldoende tijd gaan nemen om het vele handwerk te bewonderen en waar je onderweg iets moois kunt kopen als je dat wilt. Ik wens je alvast een mooie handwerkreis! Natuurlijk mag je onderweg foto’s maken om al dit fraais vast te leggen.

Handwerken zonder Grenzen 199


Vandaag kwam het nieuwe nummer van Handwerken zonder Grenzen met de post. Als je het blad openslaat zie je als eerste de inhoud. Veel mooie artikelen en divers, zoals: Grootste gehaakte deken, Borduurproject Oude Kerk, Draadschilderingen Mexico, Jubileum Fie van Dijk en Borduurbladen en -patronen. Zelf schreef ik voor dit nummer twee artikelen: Chinese geborduurde kinderschoentjes vol symboliek met daarbij een borduurmotief van één van de Chinese kinderlaarsjes door Bettina Lennert Sørensen geborduurd en Koning Willem I en koningin Wilhelmina in borduurwerk vereeuwigd. Het gaat om twee bijzondere borduurlappen, één ervan met het jaartal 1822, met een geslaagde zoektocht naar de borduurster. Overigens zijn alle schoentjes en laarsjes die in dit nummer staan afgebeeld te bewonderen op de Handwerkbeurs in Zwolle. Zelfs meer dan in het magazine staan.

Zoals we gewend zijn volgt na de inhoudsopgave het voorwoord van Boukje Mulder, hoofdredacteur Handwerken zonder Grenzen. Dit keer geeft Boukje niet alleen een toelichting over enkele artikelen, maar lees ik dat zij afscheid neemt van haar werk voor HZG. Ontzettend jammer! We gaan een gedreven en enthousiaste persoon missen met veel liefde voor handwerk en schrijven. En dat niet alleen, het was een plezier om met Boukje samen te werken. Ze had tijd voor je en stond open voor ieders mening. Nu Boukje HZG verlaat zal het magazine nooit meer hetzelfde zijn!


Krabbé zoekt Picasso


Eind 1918 betrokken Picasso en zijn echtgenote Olga Khokhlova de gehele vierde verdieping van Rue la Boétie 23 in Parijs (uiterst links op de kaart). Picasso woonde nu op stand, met een kok, een chauffeur en een butler. Olga, kolonelsdochter die bij het balletgezelschap van Diaghilev had gedanst, deed haar uiterste best om haar echtgenoot te de-bohemieniseren. Dat dreigde te gaan lukken. Een journalist wist te melden dat Picasso hem in een witte zijden pyjama ontving.

Voor de research van de tv-serie Krabbé zoekt Picasso werd Google Street View geraadpleegd. Op die manier werden de meest uiteenlopende Picassoplekken bezocht om te onderzoeken of er te filmen viel. Maar hoe zagen die plekken eruit toen Picasso er rondliep? Gelukkig viel het eerste gedeelte van het leven van Picasso samen met de Gouden Eeuw van de Ansichtkaart die wereldwijd van rond 1900 tot 1920 duurde. Prentbriefkaarten waren betaalbaar voor iedereen en verzending ervan goedkoper dan brieven. Het ging bovendien razendsnel. Op het terrein van de Wereldtentoonstelling in het Parijs van 1900, ook het jaar dat Picasso in Parijs aankwam, werd de bus tien keer per dag gelicht. Er stonden op het terrein van ruim een vierkante kilometer, vijftig brievenbussen en zeven postkantoren, die van zeven uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds open waren. Ook op de tweede verdieping van de Eiffeltoren was een postkantoor. Er waren meer dan tienduizenden verschillende ansichtkaarten van de exposities en de gebouwen van de Wereldtentoonstelling in omloop. Ook van de rest van het Parijs uit die tijd is een grote variatie aan ansichtkaarten te vinden. Op internet zijn diverse verkoop- en veilingsites te vinden die oude ansichtkaarten aanbieden.


Op 10 juni 1930 kocht Picasso het chateau Boisgeloup in Normandië. Er was geen elektriciteit, het tochtte en er was nagenoeg geen verwarming. Dat hield hem scherp, vond Picasso. Van aangename verwarming werd een mens maar slaperig. Hij had een schilderatelier in het huis en hij richtte in de stallen een beeldhouwwerkplaats in. Als hij een nacht wilde doorwerken, liet hij zijn pas gekochte Hispano op het gazon parkeren en zette de koplampen aan.

Krabbé zoekt Picasso, vanaf vanavond te zien op NPO2 om 20.25 uur.

Bron: de Volkskrant

Ook in Nederland werd de ansichtkaart populair, de postbode kwam vier keer per dag. Peter Cuypers dook in de geschiedenis van de ansichtkaart en schreef een boek hierover: De Wereld in Oude Ansichten.

Wollen Parley wandkleden


Ze liggen al jarenlang op zolder van het stadhuis in Dokkum en worden er daar niet mooier op: van enkele van de veertig ‘woollies’ – grote wollen wandkleden – is inmiddels de lijst beschadigd of losgeraakt. Dat moet anders, vindt de gemeente Dongeradeel. Een zoektocht naar mogelijke plaatsen waar de kleden kunnen worden tentoongesteld verloopt tot nu toe zonder succes. Dongeradeel zoekt niettemin door.

De woollies werden jaren geleden geschonken aan de gemeente door de maker, T.C. Spruit, die woonde in de Verenigde Staten. ‘We kregen ze aangeboden omdat ze zijn gemaakt met wol uit de Parley-fabriek, die in Dokkum heeft gestaan’, zegt gemeentewoordvoerder Marjan Torensma. ‘Amerikaanse kleden dus, maar wel met Dokkumer wol.’ De wolfabriek Parley werd in 1961 in Dokkum geopend. Twintig jaar later ging het bedrijf failliet. Er werkten toen 140 mensen.

De gemeente kan niet achterhalen wanneer ze de kleden heeft gekregen. Wel is duidelijk dat bijna alle kleden sindsdien in de opslag liggen, onder meer in het voormalige telecomhok op de zolder van het oude stadhuis. Eén van de kleden hangt wel in het gemeentehuis voor de anderen was geen ruimte. Tijd om eens naar een geschikte plaats te zoeken. De gemeente schreef het TextielMuseum in Tilburg aan, maar zij hebben geen belangstelling. Wel kwam er een verzoek van een vrouw uit Venlo om twee kleden in bruikleen te nemen omdat de maker een oudoom was van de vrouw. Met dat laatste verzoek stemt de gemeente nu in, ondanks dat normaliter niet aan particulieren in bruikleen wordt gegeven.

De zoektocht gaat verder om de wandkleden aandacht te geven. Men denkt aan een expositie.

Bron: Friesch Dagblad
Foto: Marcel van Kammen

Handwerkbeurs Magazine 2017


Laat op de middag viel het Handwerkbeurs Magazine op de deurmat met op pagina 18 en 19 aandacht voor mijn expositie Chinese geborduurde kinderschoentjes en -laarsjes. Het ziet er kleurrijk en vrolijk uit wat we best kunnen gebruiken tijdens de wintermaanden. Op de beurs worden de schoentjes en laarsjes in twee grote vitrines tentoongesteld met de bijbehorende teksten. Maar zou je graag vooraf al willen lezen over dit onderwerp, kijk dan uit naar Handwerken zonder Grenzen 199. Voor dit nummer schreef ik het zeven pagina’s tellend artikel Chinese geborduurde kinderschoentjes vol symboliek.

In het midden van het Handwerkbeurs Magazine is een uitneembare plattegrond van de Handwerkbeurs Zwolle 2017 te vinden met een lijst van alle standhouders. Ik sta in de Diezehal (stand 216).

Wie heeft het borduurwerk gemaakt?


Een maand geleden plaatste ik een bericht over een borduurwerk met de vraag wie dit heeft gemaakt: koningin-moeder Emma, koningin-moeder Anna-Paulowna óf misschien iemand anders? Voor een antwoord stuurde ik een mail naar Paleis Het Loo met daarin de vraag. Op 22 december 2016 kreeg ik het volgende antwoord:

Geachte mevrouw Smith,

Dank voor uw attente berichtje over wat u is opgevallen over het borduurwerk dat in de tafel is verwerkt.

Als conservator interieurtextiel heb ik gemeend dit borduurwerk aan Anna Paulowna te moeten toeschrijven op basis van de stijl van het patroon. De tafel is voor dit borduurwerk gemaakt, en het werd warempel goed beschermd achter het opklapbare deel van het blad. Ik ga derhalve niet uit van (licht)schade van een origineel uit het derde kwart van de 19de eeuw, waardoor vervanging later in die eeuw (door koningin Emma) noodzakelijk werd. Daarbij: ook na de dood van Anna Paulowna in 1865 werd haar gedachtenis zeer geëerd en zal men een ‘relikwie’ niet licht hebben willen vervangen.

De echte expert bent u natuurlijk en ik ben benieuwd of u mijn opvatting deelt. Paleis Soestdijk beschikt naar mijn weten niet over een harde bron die aantoont dat koningin Emma de maakster van het borduurwerk is. Als dat wel zo is, dan zou mij dat verrassen; ik meen dat ik de stijl of smaak van koningin Emma, waar het gaat om de keuze van patronen, enigszins ken.

Op uw site wordt gesuggereerd dat wij conservatoren elkaar hierover in de haren vliegen, maar stelt u uw volgers svp gerust: meestal vallen dit soort zaken wel op een vriendelijke manier te lossen.

Met vriendelijke groet,

dr. Paul Rem
Conservator Kunstnijverheid (meubelen en zilver)


Naar aanleiding van het antwoord van de heer Paul Rem stuurde ik de volgende mail:

Beste heer Paul Rem,

Hartelijk dank voor uw reactie. Ik zal uw antwoord op mijn blog plaatsen.
Toch heb ik nog een vraag. Op het tekstkaartje staat vermeld: wol en zijde. De zijde kan ik niet op mijn foto ontdekken. Dit kan wellicht komen doordat ik van enige afstand de foto heb moeten maken waardoor ik geen perfect zicht had op het borduurwerk. U dateert het borduurwerk uit de derde kwart van de 19e eeuw, dat naar mijn idee klopt. Vanaf circa 1850 is men de zogenaamde Berlijnse wol gaan gebruiken. Sinds de jaren zestig van de 19e eeuw werd wollen garen met de veel goedkopere anilineverven gekleurd, waardoor het ook een massaproduct werd.

U schrijft dat de tafel voor dit borduurwerk is gemaakt. De tekst op de tentoonstelling vermeld dat de tafel uit de jaren 1820 dateert en enkele jaren na de afscheiding van België kregen de Oranjes de persoonlijke eigendommen terug die zij daar hadden moeten achterlaten. Anna Paulowna plaatste de tafel op Paleis Soestdijk in haar salon.

Echter, het jaartal van de tafel komt dan niet overeen met de tijd waaruit het borduurwerk dateert. Misschien heeft u nog achtergrondinformatie waardoor dit te verklaren is?

Met vriendelijke groet,
Berthi Smith


Direct na het verzenden van mijn mail kreeg ik een automatisch antwoord: ‘Tot 4 januari zal ik niet aanwezig zijn en niet in de omstandigheid zijn uw elektronische berichten te beantwoorden. Paul Rem.’ Hierna werd het stil en is er geen antwoord meer gekomen op mijn laatste vraag.

Museum Vekemans – Waschen & Strijken . Brabant Goedgemutst


Gisteren bracht ik een bezoek aan Museum Vekemans in Boxtel. Het is een museum met twee gezichten: Waschen & Strijken en Brabant Goedgemutst.
De collectie Waschen & Strijken bestaat uit schilderijen, prenten en gravures, beelden, en een fiks aantal ambachtelijk gemaakte strijkbouten en verder talrijke meubels en mangelplanken.
Brabant Goedgemutst bestaat uit mutsen en poffers uit de tijd dat de moeders van onze moeders nog kind waren. Stuk voor stuk vertellen ze een levensverhaal. Tegenwoordig zijn hoofddeksels en kleding soms onderwerp van pittige discussies.


Museum Vekemans heeft een uitgebreide en bijzondere collectie waarbij de vele linnenpersen en mangelplanken een onderdeel van zijn. De mangelplank met rol was de voorloper van de trek- en draaimangel. Voor het mangelen met de trek- en draaimangel werd een beschermingsdoek om de rollen gedaan om zo het mooie linnengoed dat gemangeld moest worden te beschermen. Deze doek noemt men een mangeldoek. Hierover schreef ik in 2003 de publicatie Wascht en manghelt glat of ick sla iou vor iou gat. Deze tekst is afkomstig van een mangelplank uit 1663.

Soms kan er bij een museum met een uitgebreide collectie toch één of meerdere voorwerpen ontbreken. Zo ontbrak bij Museum Vekemans een 3 meter mangeldoek. Uit mijn verzameling zocht ik mooie exemplaren en ging hiermee op pad naar Boxtel. De keuze viel op een mangeldoek met een rode rand en een met de zeldzame blauwe rand. Eén van deze twee mangeldoeken staat afgebeeld in de catalogus van Zimmermann uit 1914, die ook werd toegevoegd aan de museumcollectie. Een mooie aanwinst voor het museum.


De mangelplank met rol was meestal een huwelijksgeschenk van de aanstaande man. In Nederland zijn mooie en oude exemplaren bewaard gebleven. Vaak met prachtig houtsnijwerk en soms met een tekst en datum. Een voorbeeld hiervan is de tekst van mijn publicatie Wascht en manghelt glat of ick sla iou vor iou gat en op één van de mangelplanken uit de collectie van museum Vekemans lezen we: Wit gewassen en net gevouwen dat is een sieraet voor de vrouwen.


Wasdag – Don Clarke, Mijas Malaga, mei 1999.


Doosijzers.


Doosijzer – Druppelmodel, België.

Hoeden uit Voerendaal


Marly Vroemen en Jos Verhoeven (foto: Raymond Rutting).

Sinds afgelopen maandag weet ik dat in Voerendaal (Zuid-Limburg) de grootste hoedenonderneming van Nederland is te vinden. Sinds acht jaar runnen Marly Vroemen en haar man Jos Verhoeven hun bedrijf International Design Hats vanuit een voormalige garage. Hiervandaan besturen zij drie winkels: in Amsterdam, Düsseldorf en Londen en wordt er naar 24 landen hoeden geëxporteerd. Bij de collectie van ID Hats moet je niet aan de uitzinnige creaties denken die je ziet op Prinsjesdag. De hoeden zijn met prijzen van 25 tot 300 euro vaak een stuk goedkoper en beter draagbaar. ‘Onze hoeden kennen veel minder propjes, bloemetjes en andere toeters en bellen dan die van de meeste andere merken’, aldus het echtpaar. De hoeden worden met de hand gemaakt, voornamelijk in Italië en Polen. Het zijn vooral de Bronté-hoeden die het bedrijf internationale erkenning hebben opgeleverd. Sterren als Yoko Ono, de weduwe van John Lennon, en zangeres Adele behoren tot de clientèle. Maar de mooiste verkoop was aan een landgenote. ‘Bij de Olympische Spelen in Rio en de laatste editie van Sail Amsterdam had koningin Máxima een Bronté-hoed op. Om je eigen hoed zo op tv terug te zien, op het hoofd van de koningin, is enorm kicken.’

Bron: de Volkskrant