Huis van Hilde


900 voor Christus. Meisje uit de Late Bronstijd.

Vandaag was ChristienS in het Huis van Hilde in Castricum. ChristienS: ‘Door middel van archeologische vondsten in Noord-Holland en reconstructies van gevonden skeletten wordt een beeld van de geschiedenis gegeven. De laatste weken was ik op zoek naar een manier om van touw een tas te breien en opeens viel me deze tas op: geweven. En deze dame heeft ook een spintol in de hand. Vaak zat er een steen bij de tol (een spinsteen). Daarvan zijn er vele teruggevonden.’



Spinsteen voor het spinnen van wol. De steentjes fungeerden als miniatuurvliegwiel voor een stokje dat erin gestoken was met een pluk wol. Door het stokje te laten ronddraaien en de wol met de hand te begeleiden en uit te trekken, raakten de wolvezels in elkaar vervlochten en werd een draad gevormd. Vindplaats: Woudpolder – Krommenie. Periode: 40-70.


300-400 na Christus. Hilde draagt een prachtige geweven omslagdoek.

Burgerweeshuismerklap van Gerritje Landzaat 1853-1854

In het Zuiderzeemuseum is op de expositie Hand van de maakster de merklap van Gerritje Landzaat te zien die zij maakte in het Burgerweeshuis van Amsterdam. In het informatieblad lees ik de volgende beschrijving:


Ik heb de lap bekeken en zal enige uitleg geven. Gerritje begint met vijf keer het alfabet met vijfentwintig letters in Romeinse kapitalen te borduren. De eerste twee rijen worden afgesloten met een cijferreeks, driemaal een pijltje en driemaal de Gotische letter G die voor godshuis zou kunnen staan.


De derde rij wordt afgesloten met de initialen: ACRSRBICIAEAIV. ACR staat voor de voormalige Opper-Linnen-Naaimatres Anna Catrina Raaphorst (zij overleed in 1851), SRB is de Wollen-Matres én Stijfmoeder Sophia Rebergen, ICI staat voor de Opper-Linnen-Naaimatres en Braay-Matres Johanna Cornelia Ietswaard, AEA is de Meisjes-Groothuismoeder Anna Elisabeth Appenzeller en IV is onbekend. De vierde rij eindigt met de initialen: GPCSHWHSILVD. GP staat wellicht voor de kammoeder Geertrui Engeltsma, zij werd ook wel weduwe Post genoemd, CS is de kindermoeder Catharina Snoek, HW en HS zijn onbekend, ILVD zal waarschijnlijk staan voor de schoolmeester Johannes Lambertus van der Weg. De W van Weg ontbreekt, daar was geen ruimte meer voor.
De vijfde rij wordt afgesloten met de initialen: IBKHAGBLVMVHV.

Hierna borduurde Gerritje in kastjessteek de namen van haar overleden vader en moeder: HUIBERT LANDZAAT ALIEDA DE WOLF. Deze rij wordt afgesloten met de initialen MLZILZPLZPV. MLZ staat voor de oudere zus Margaretha Landzaat van Gerritje, ILZ ?, PLZ kan staan voor haar zus Petronella en/of broer Pieter Landzaat. Gerritje kwam uit een gezin van acht kinderen.


We gaan verder en we zien dat Gerritje in kastjessteek borduurde: GERRITTJE LANDZAAT OU (de D is weggevallen) 13 (grotendeels weggevallen) IAAR ANNO 1853 LVIIE

In rij acht borduurde Gerritje in de stersteek de initialen: IZFEISGCFADTCPWBCHBB. Dit zijn de regenten: Jan Zweerts, Faas Elias, Joannes Stijger, George Clifford Pietersz (zie opmerking 1), Anne den Tex, Pieter Crommelin (zie opmerking 2), Willem Blaauw en Cornelis Hendrik Boudewijn Boot.

Opmerking 1: de regent heette George Clifford Pietersz, maar op drie mij bekende andere merklappen uit die periode staat GCF terwijl je GCP zou verwachten. Misschien borduurde een meisje dat verkeerd en namen de anderen dat van haar en van elkaar over?

Opmerking 2: de regent heette Jacob Pieter Crommelin, initialen PC. Gerritje draaide de initialen per ongeluk om. Op drie mij bekende andere merklappen uit die periode staat wel PC.

Rij negen laat wederom initialen zien die in de stersteek zijn geborduurd: ICIACRSRBAEAIMVAGPCS. Initialen van suppoosten (personeel): ICI staat voor Johanna Cornelia Ietswaard, ACR is Anna Catrina Raaphorst, SRB is Sophia Rebergen, AEA is Anna Elisabeth Appenzeller, IMVA is Johanna Maria van Amerongen de Meisjes-Ziekenmoeder, GP is waarschijnlijk Geertrui Engeltsma, zij werd ook wel weduwe Post genoemd en CS is Catharina Snoek.

Hierna volgt een rij met vijf kronen waaronder de eerste vier kronen een initiaal zijn geborduurd: AEA GP ICI CS. Wederom de initialen van suppoosten die we al eerder zagen op de merklap.


Borduurde Gerritje Landzaat zichzelf als weesmeisje?

De onderste helft van de merklap wordt gevuld met initialen, bloem- en diermotieven, naaikussens en lantaarns. Onderaan tussen de bloempotten lezen we het jaartal 1854, het jaar waarin de merklap af was.

Op de merklap zien we veel bruine vlekken. Mogelijk is de lap in het verleden ingelijst geweest met slecht karton als ondergrond waardoor de zuren zijn gaan inwerken op het linnen.

© Copyright Berthi Smith-Sanders