Negen jaar, negen maanden en negen dagen

Na lang wikken en wegen – ik ben een echte Weegschaal – nam ik op 20 augustus 2005 de sprong in het diepte en begon ik met een blog. Het thema werd handwerk/textiel in de breedste zin van het woord. Ik vond het belangrijk om met enige regelmaat nieuwe berichten te plaatsen. Al vrij snel draaide dat uit op bijna dagelijks een logje, met uiteindelijk 3629 berichten. Dat is gemiddeld meer dan één bericht per dag. Exposities, projecten, pronkjournaal, mijn merklappenboek en nog veel meer mooie onderwerpen kwamen aan bod die door veel belangstellenden werden gelezen. Daarvoor wil ik mijn lezers hartelijk danken, want wat is een blog zonder lezers… . Mooie ontmoetingen met lezers en vriendschappen kwamen voort uit mijn blog, maar helaas moest ik de afgelopen jaren ook afscheid nemen van dierbare blogvriendinnen.

Vandaag bestaat mijn blog negen jaar, negen maanden en negen dagen. Dat is een hele tijd. Met veel plezier schrijf ik dagelijks een berichtje, maar op een gegeven moment breekt de tijd aan voor nieuwe ontdekkingen. Mijn hart ligt bij het handwerk/textiel en dat zal zo ook blijven. Over dit thema blijf ik schrijven en ook zal ik tentoonstellingen blijven bezoeken. Wat gaat verdwijnen zijn de berichten met foto’s op mijn blog. Op mijn Facebookpagina zal ik korte verslagen met foto’s blijven plaatsen over handwerk/textiel, maar niet dagelijks. Dit vraagt van mij namelijk minder tijd dan het bijhouden van een blog. Je begrijpt dus dat de dag is aangebroken dat ik met mijn blog ga stoppen. Het complete archief blijft online zodat de berichten en patronen altijd binnen handbereik zijn.

Zonder de vele lezers was mijn blog nooit een succes geworden. Als dank hiervoor heb ik iets speciaals bedacht. Omdat mijn blog negen jaar, negen maanden en negen dagen bestaat, bied ik mijn boek Merk- en stoplappen uit Burgerweeshuis Amsterdam vandaag (dus alleen 29 mei 2015) te koop aan voor € 9,99 – exclusief verzendkosten. Normaal kost mijn boek € 27,50 – exclusief verzendkosten.

Blijf net als ik genieten van al het moois op handwerkgebied en we zien elkaar vast weer op een textieldag!

Huis van Hilde


900 voor Christus. Meisje uit de Late Bronstijd.

Vandaag was ChristienS in het Huis van Hilde in Castricum. ChristienS: ‘Door middel van archeologische vondsten in Noord-Holland en reconstructies van gevonden skeletten wordt een beeld van de geschiedenis gegeven. De laatste weken was ik op zoek naar een manier om van touw een tas te breien en opeens viel me deze tas op: geweven. En deze dame heeft ook een spintol in de hand. Vaak zat er een steen bij de tol (een spinsteen). Daarvan zijn er vele teruggevonden.’



Spinsteen voor het spinnen van wol. De steentjes fungeerden als miniatuurvliegwiel voor een stokje dat erin gestoken was met een pluk wol. Door het stokje te laten ronddraaien en de wol met de hand te begeleiden en uit te trekken, raakten de wolvezels in elkaar vervlochten en werd een draad gevormd. Vindplaats: Woudpolder – Krommenie. Periode: 40-70.


300-400 na Christus. Hilde draagt een prachtige geweven omslagdoek.

Burgerweeshuismerklap van Gerritje Landzaat 1853-1854

In het Zuiderzeemuseum is op de expositie Hand van de maakster de merklap van Gerritje Landzaat te zien die zij maakte in het Burgerweeshuis van Amsterdam. In het informatieblad lees ik de volgende beschrijving:


Ik heb de lap bekeken en zal enige uitleg geven. Gerritje begint met vijf keer het alfabet met vijfentwintig letters in Romeinse kapitalen te borduren. De eerste twee rijen worden afgesloten met een cijferreeks, driemaal een pijltje en driemaal de Gotische letter G die voor godshuis zou kunnen staan.


De derde rij wordt afgesloten met de initialen: ACRSRBICIAEAIV. ACR staat voor de voormalige Opper-Linnen-Naaimatres Anna Catrina Raaphorst (zij overleed in 1851), SRB is de Wollen-Matres én Stijfmoeder Sophia Rebergen, ICI staat voor de Opper-Linnen-Naaimatres en Braay-Matres Johanna Cornelia Ietswaard, AEA is de Meisjes-Groothuismoeder Anna Elisabeth Appenzeller en IV is onbekend. De vierde rij eindigt met de initialen: GPCSHWHSILVD. GP staat wellicht voor de kammoeder Geertrui Engeltsma, zij werd ook wel weduwe Post genoemd, CS is de kindermoeder Catharina Snoek, HW en HS zijn onbekend, ILVD zal waarschijnlijk staan voor de schoolmeester Johannes Lambertus van der Weg. De W van Weg ontbreekt, daar was geen ruimte meer voor.
De vijfde rij wordt afgesloten met de initialen: IBKHAGBLVMVHV.

Hierna borduurde Gerritje in kastjessteek de namen van haar overleden vader en moeder: HUIBERT LANDZAAT ALIEDA DE WOLF. Deze rij wordt afgesloten met de initialen MLZILZPLZPV. MLZ staat voor de oudere zus Margaretha Landzaat van Gerritje, ILZ ?, PLZ kan staan voor haar zus Petronella en/of broer Pieter Landzaat. Gerritje kwam uit een gezin van acht kinderen.


We gaan verder en we zien dat Gerritje in kastjessteek borduurde: GERRITTJE LANDZAAT OU (de D is weggevallen) 13 (grotendeels weggevallen) IAAR ANNO 1853 LVIIE

In rij acht borduurde Gerritje in de stersteek de initialen: IZFEISGCFADTCPWBCHBB. Dit zijn de regenten: Jan Zweerts, Faas Elias, Joannes Stijger, George Clifford Pietersz (zie opmerking 1), Anne den Tex, Pieter Crommelin (zie opmerking 2), Willem Blaauw en Cornelis Hendrik Boudewijn Boot.

Opmerking 1: de regent heette George Clifford Pietersz, maar op drie mij bekende andere merklappen uit die periode staat GCF terwijl je GCP zou verwachten. Misschien borduurde een meisje dat verkeerd en namen de anderen dat van haar en van elkaar over?

Opmerking 2: de regent heette Jacob Pieter Crommelin, initialen PC. Gerritje draaide de initialen per ongeluk om. Op drie mij bekende andere merklappen uit die periode staat wel PC.

Rij negen laat wederom initialen zien die in de stersteek zijn geborduurd: ICIACRSRBAEAIMVAGPCS. Initialen van suppoosten (personeel): ICI staat voor Johanna Cornelia Ietswaard, ACR is Anna Catrina Raaphorst, SRB is Sophia Rebergen, AEA is Anna Elisabeth Appenzeller, IMVA is Johanna Maria van Amerongen de Meisjes-Ziekenmoeder, GP is waarschijnlijk Geertrui Engeltsma, zij werd ook wel weduwe Post genoemd en CS is Catharina Snoek.

Hierna volgt een rij met vijf kronen waaronder de eerste vier kronen een initiaal zijn geborduurd: AEA GP ICI CS. Wederom de initialen van suppoosten die we al eerder zagen op de merklap.


Borduurde Gerritje Landzaat zichzelf als weesmeisje?

De onderste helft van de merklap wordt gevuld met initialen, bloem- en diermotieven, naaikussens en lantaarns. Onderaan tussen de bloempotten lezen we het jaartal 1854, het jaar waarin de merklap af was.

Op de merklap zien we veel bruine vlekken. Mogelijk is de lap in het verleden ingelijst geweest met slecht karton als ondergrond waardoor de zuren zijn gaan inwerken op het linnen.

© Copyright Berthi Smith-Sanders

Merk- en stoplappen in het Zuiderzeemuseum


In het Zuiderzeemuseum zijn zo’n 80 merk- en stoplappen te bewonderen. Het handwerk is dusdanig tentoongesteld dat je alle motieven en borduursteken van dichtbij kunt bekijken. Er is een informatieblad samengesteld waarin je gegevens kunt vinden over de merk- en stoplap. Toch is het lastig zoeken in het informatieblad omdat er bij de tentoongestelde lappen geen nummers staan en in het informatieblad wel. Op deze manier blijf je bezig met het tellen van de lappen. Hopelijk wordt dit euvel opgelost.


Ik heb enkele merk- en stoplappen op de foto gezet waarbij ik de informatie geef zoals die beschreven staat in het informatieblad. Het is dus niet mijn tekst. Voor mij ontbreekt op dit moment de tijd om nader onderzoek te doen naar de lappen. We beginnen met de merklap van Maria Arens. Ik lees het volgende in het informatieblad: ‘Bovenaan de doek twee rijen letters. Op de bovenste rij: Maria Arens, oud 16 jaar, Anno 1842 CVC. De tweede rij een aantal niet te herleiden initialen. Verspreid over de doek nog meer namen waaronder leden van de familie Arens. De doek is geheel vol geborduurd met Rooms Katholieke symbolen. Op het onderste deel van de doek de berg Golgotha met daaronder namen (Bisscop,Janssen) en initialen, daarboven het kruis met INRI (Iesus Nazarenus, Rex Iedaeorum = Jezus van Nazareth, koning der Joden), en alle passiesymbolen die in de loop der tijd bedacht zijn. Rechts het wapen van Amsterdam met keizerskroon en beide schilddragers. In een grote krans met zes rozen de familienaam ARENS.’
De bovenste rij eindigt niet met de initialen CVC, maar met CVZ. De naam Bisscop is op deze manier geborduurd: Bisschop.


Ik lees: ‘Doek met Rooms Katholieke symbolen en het wapen van Amsterdam. Op de bovenste regel is geborduurd: ANNO NIET SONDER MOEYTE 1776. Daaronder links AP, rechts VR. In het midden een Jezuïetenkruis. Aan weerszijden een bloemenkrans met initialen MR en VK.’
Een kleine correctie van mijn kant: rechts VR moet zijn: rechts VK. In het midden een Jezuïetenkruis met aan weerszijden een bloemenkrans met initialen MR en VK? Ik zie geen Jezuïetenkruis in het midden van de lap. Wordt hier dan het IHS symbool bedoelt dat onder de bloemenkrans staat met daarin de initialen VK? De initialen MR in de bloemenkrans links moet MP zijn.


Ik lees: ‘Stoplap met 19 stoppen en 9 naaldkantvullingen en motieven. Tekst rondom het midden vierkant geborduurd: IOHANNA.PEITRONELLA.VAN.ROMOND.IN.INKHUIZEN.1790.DE 1 DECEMB. Verschillende technieken: stoppen, kruissteek, naaldkantsteek. Het vierkant is geheel ingezet.’


Deze merklap komt vast bekend voor. Het patroon van deze lap kun je hier vinden.


Er zijn prachtige merk- en stoplappen te zien op de tentoonstelling in het Zuiderzeemuseum, maar het lijkt me geen overbodige luxe om de teksten in het informatieblad eens goed onder de loep te nemen!

Blauwdruk uit Japan


Anneke Landeweer verzamelt onder andere blauwdrukken. Onlangs heeft zij een nieuwe blauwdruk kunnen toevoegen aan haar collectie. Anneke: ‘Onze jongste dochter Marijke is behoorlijk reislustig. Zij heeft met haar man drie weken door Japan getrokken. Daarbij bezochten ze onder andere een kersenbloesem festival, met allerlei leuke kraampjes waar hoofdzakelijk etenswaren werden verkocht. Maar ook Japanse blauwdrukken, ze hebben er eentje voor me meegenomen. De kleur blauw komt niet zo goed over op de foto. In werkelijkheid is het een prachtig diep indigo blauw. De druk komt uit de stad Hirosaki (Cherry Blossom Festival) en is gemaakt in prefecture Gifu. Als er lezers zijn die er meer over kunnen vertellen hoor ik het graag.’

Stoplap van Sophia van Wyck


In het Zuiderzeemuseum zag ik afgelopen zaterdag op de net geopende tentoonstelling Hand van de maakster de fraaie stoplap van Sophia van Wyck. Direct vielen mij de initialen ACR op. Zou het hier om Anna Catrina Raaphorst gaan die Linnen-Naaimatres is geweest in het Burgerweeshuis Amsterdam? Zeer nieuwsgierig geworden, pakte ik het informatieblad erbij dat bij de tentoonstelling hoort, om te lezen wat men schrijft over deze stoplap.


Dit is de informatie die ik lees over de stoplap van Sophia van Wyck. Maar ja, na mijn ervaring met het schrijven van mijn boek Merk- en stoplappen uit het Burgerweeshuis Amsterdam neem ik informatie niet zo maar voor waar aan. Werk aan de winkel dus! Ik moest op onderzoek uitgaan!

De volledige naam van de borduurster van de stoplap is Sophia van Assendelft van Wijck (ook wel Wyck of Wijk), geboren op 16 september 1810 in Amsterdam. Zij overleed op zondag 14 juli 1839 in Amsterdam op 28-jarige leeftijd. Sophia was dienstbode van beroep.

De ouders van Sophia waren:
– Cornelis Jacob van Assendelft van Wijck, geboren op zondag 28 maart 1779 in Haarlem. Hij overleed op woensdag 29 januari 1812 in Amsterdam, 32 jaar oud. (employé bij de Loge)
– Alida Ketel. Zij is gedoopt op zondag 27 augustus 1775 in Rotterdam en overleed op donderdag 31 augustus 1820 in Amsterdam, 45 jaar oud. Alida woonde toen in de Nieuwe Leliestraat en was winkelierster in boeken en papier. Haar zwager uit Haarlem, Anthonie van Arensbergen, deed aangifte van haar overlijden.
Op vrijdag 15 april 1803 in Amsterdam zijn Cornelis en Alida in ondertrouw gegaan.

Cornelis en Alida kregen zes kinderen, waarvan Sophia het vijfde kind was. Ze hadden een burger cedul (waarschijnlijk gekocht). De kinderen van Cornelis en Alida:
1 Maria Sophia van Assendelft van Wijck, geboren op vrijdag 30 september 1803 in Amsterdam. Zij is overleden op zaterdag 28 februari 1829 in Amsterdam, 25 jaar oud, (naaister). Zij trouwde, 24 jaar oud en ‘linnen naaivrouw diakonie weeshuis’, op woensdag 28 mei 1828 in Amsterdam met Hendrik Raman, 28 jaar oud. Hij is geboren op woensdag 30 oktober 1799 in Amsterdam, zoon van Willem Raman en Petronella van Oort. Hij is overleden op dinsdag 23 juni 1835 in Amsterdam, 35 jaar oud, (kunstlakker).
2 Johanna Catrina van Assendelft van Wijck, Zij is gedoopt op vrijdag 15 maart 1805 in Amsterdam. Zij is overleden op woensdag 18 december 1839 in Amsterdam, 34 jaar oud, (naaister). Zij trouwde op woensdag 16 mei 1832 in Amsterdam met Lambertus Ekhout, 34 jaar oud. Hij is geboren op zondag 27 augustus 1797 in Amsterdam, zoon van Jacob Ekhout en Catriena Segers. Hij is overleden op vrijdag 15 mei 1896 in Amsterdam, 98 jaar oud, (zaagmolenaarsknecht). Hij was weduwnaar van Margaretha Feurer.
3 Antonij van Assendelft van Wijck, geboren op woensdag 5 november 1806 in Amsterdam. Hij is begraven op zaterdag 16 mei 1807 te Amsterdam, 6 maanden oud.
4 Willem van Assendelft van Wijck, geboren op donderdag 17 maart 1808 in Amsterdam. Hij is overleden op zaterdag 5 mei 1849 in Amsterdam (Boomstraat), 41 jaar oud, (kleermaker).
5 Sophia van Assendelft van Wijck, geboren op zondag 16 september 1810 in Amsterdam. Zij is overleden op zondag 14 juli 1839 in Amsterdam, 28 jaar oud, (dienstbode).
6 Cornelia Jacoba van Assendelft van Wijck, geboren op maandag 2 maart 1812 in Amsterdam. Zij is overleden op dinsdag 9 augustus 1836 in Amsterdam, 24 jaar oud. Zij overleed in het Burgerweeshuis.

Via de boedelpapieren kom ik te weten dat de twee oudste kinderen – Maria Sophia (16 jaar) en Johanna Catrina (15 jaar) – werden opgenomen in het Diaconieweeshuis. De drie jongste kinderen – Willem, Sophia en Cornelia – werden ‘ingenomen’ in het Burgerweeshuis, waar Sophia op 15-jarige leeftijd in 1825 een fraaie stoplap maakte.


Na deze zoektocht kan ik dus met zekerheid zeggen dat Sophia de stoplap maakte in het Burgerweeshuis van Amsterdam en niet in Zuid-Holland zoals vermeld staat in het informatieblad van het Zuiderzeemuseum. We gaan eens verder kijken naar de initialen die Sophia borduurde op haar stoplap. ACR staat dus voor Anna Catrina Raaphorst, de Opper-Linnen-Naaimatres van het Burgerweeshuis. CB zou kunnen staan voor de hulp van Anna Catrina Raaphorst. CIVW is Cornelis Jacob van Wijck, de overleden vader van Sophia. AK staat voor Alida Ketel, de overleden moeder van Sophia. WVW is Willem van Wijck, de broer van Sophia. MVW staat voor Maria van Wijck, de oudste zus van Sophia. MK is Margaretha Ketel, tante van Sophia – zus van haar overleden moeder. AVA is Anthonie van Arensbergen, aangetrouwde oom, getrouwd met Margaretha Ketel. PDH en WM heb ik niet kunnen vinden.


Sophia van Assendelft van Wijck is op de meidag 1831 uit het Burgerweeshuis vertrokken. (Uit: Archief BWH Inventarisnummer 475: Staten van wezen… ’Meidag’ het BWH verlaten, 1793-1831). Haar broer Willem van Assendelft van Wijck bleef nog een jaar in het weeshuis.

Hoe Cornelis Jacob aan zijn dubbele naam is gekomen, lees ik hier. Cornelis Jacob werd op 2 april 1779 gedoopt te Haarlem. Zijn doopouders waren Ds. Adrianus van Assendelft, predikant te Leiden, en diens vrouw Sara Arooij, die een nicht was van zijn moeder. Vijf jaar later werd Cornelis Jacob door zijn peetouders benoemd tot hun erfgenaam en naast geldelijk gewin leverde dit hem ook een zéér fraaie dubbele naam op: VAN ASSENDELFT VAN WIJCK.

Wat een zoektocht al niet kan opleveren. In een korte tijd ben ik veel te weten gekomen over de maakster van deze fraaie stoplap: Sophia van Assendelft van Wijck. Hierdoor ga ik – hoe vreemd ook – toch anders naar dit fraaie handwerk kijken.

© Copyright Berthi Smith-Sanders

Tentoonstelling: Hand van de maakster


Bij de opening van de expositie Hand van de maakster kon ik niet aanwezig zijn, maar afgelopen zaterdag (23 mei) maakte ik tijd voor een reis naar Enkhuizen om deze speciale tentoonstelling te gaan bekijken. Er is heel veel moois te zien zoals circa 80 merk- en stoplappen, morgen meer hierover. Vandaag eerst enkele foto’s van tentoongestelde objecten in een aparte zaal.


Marker spreitje anno 1922.


Gebreide kindermutsjes uit Enkhuizen, 1800-1900.


Polsmofjes uit Hindeloopen, 1800-1850. De polsmofjes zijn gebreid van witte katoen. In het open motiefje zijn blauwe kraaltjes verwerkt. In het dichte stukje breiwerk vormen de ingebreide kraaltjes bloemen en bladranken. Aan de polsen zit een gehaakt randje. Het is een zeer fijn breiwerkje.


Gebreide mutsen en wanten met veelkleurige motieven werden op Marken Itse mutsen genoemd. Ze kwamen oorspronkelijk van een van de Shetlandeilanden. Marker vissers noemden dit eiland (H)itland. Deze vissers, aangemonsterd op Noordzeeloggers, visten ten noorden van Schotland en gingen in Lerwick aan wal. Daarvandaan namen zij wanten, kousen, en deze mutsen mee. In de 19e eeuw droegen alleen de mannen gebreide mutsen, en niet alleen in de winter, maar ook in de zomer.

De tentoonstelling Hand van de maakster is te zien tot en met zondag 25 oktober 2015 in het Zuiderzeemuseum.