De kleuren van Frida Kahlo


Frida Kahlo verklaart in het midden van de jaren veertig van de vorige eeuw in haar dagboek de betekenis van kleuren in een soort prozaïsch gedicht: ‘Ik wil proberen’, schrijft ze, ‘de potloden te gebruiken die geslepen zijn tot de punt van de oneindigheid, die altijd vooruit wijst.’


Groen: warm en goed licht.
Roodachtig paars: Azteeks. Oud vijgenbloed. Het oudst en het levendigst.
Bruin: kleur van de mole, van het vallende blad. Aarde.
Geel: waanzin, ziekte, angst. Deel van de zon en de vrolijkheid.
Kobaltblauw: elektriciteit en puurheid. Liefde.
Zwart: niets is echt zwart, werkelijk niets.
Bladgroen: bladeren, treurnis, wetenschap.
Groenachtig geel: nog meer waanzin en mysterie. Alle spoken dragen kleren van deze kleur… of tenminste hun ondergoed.
Donkergroen: kleur van slechte tijdingen en geode zaken.
Marineblauw: afstand. Ook tederheid kan deze blauwe kleur hebben.
Magenta: bloed? Wie weet!


In 2010 bezocht ik in Brussel de expositie Frida Kahlo y su mundo en in dit bericht lees je over het eerbetoon aan Frida Kahlo door modeontwerpster Susanne Bisovsky.

De afbeeldingen komen uit het dagboek van Frida Kahlo.