Op reis met Van Gijn


Tot en met 25 mei 2015 is in het Huis van Gijn de expositie Op reis met Van Gijn te zien. Gelijktijdig verschijnt een publicatie met dezelfde titel.


Simon van Gijn (1836-1922) maakte tussen 1850 en 1907 tientallen reizen. Eerst met zijn ouders, later met zijn vrouw Cornelia Vriesendorp (1841-1889). Van dertig reizen hield hij een reisverslag bij.


Het zijn vooral uitzichten, musea en steden die Simon beschrijft in zijn journaals, zelden reisgenoten of persoonlijke zaken. Uitzonderlijk is het dan ook om in zijn reisverslag van 1897 door Noord-Duitsland te lezen: ‘Gepleisterd (gepauzeerd) aan de Tachauer Mühle, waar ons bier en smeck werd toegediend door een aardig uitziend mollig meisje.’ Een mooie aantekening maakte Simon over zijn verjaardag tijdens één van zijn reizen: ‘Mijne reisgenoten verrassen mij aan het ontbijt met hunne gelukwenschen en een kostelijk geschenk: n. een dozijn kreeftenvorken, een artikel dat als zeer praktisch, in den Lubecher Rathskeller mijn aandacht had getrokken.’


Iedere zomer maakte Simon samen met zijn vrouw Cornelia een buitenlandse reis van vier tot vijf weken. Tussendoor gingen zij nog naar Parijs, Brussel en Antwerpen. Voor zijn reizen maakte Simon gebruik van reisgidsen. Veel routes, tochtjes en bezienswaardigheden die Simon beschrijft, werden aangeraden in de reisgidsen. Uit zijn verslagen weten we dat Simon souvenirs kocht, zoals: foto’s, ansichtkaarten en plattegronden. Een souvenirfoto (afbeelding) werd gemaakt op 19 augustus 1896 tijdens een uitstapje naar Niederwald.


Reizigers konden in de 19e eeuw kiezen uit veel verschillende vervoermiddelen. Simon en Cornelia reisden graag per trein dat was het snelst en comfortabel. (Afbeelding: De heer Bram de Bruyn, één van de laatste kruiers, staat voor het station Dordrecht, 1927) Een goede plaats in de coupé was wel belangrijk. Ga achteruit zitten, want dit zorgde voor minder stof en tocht. Speciale reiskleding werd aanbevolen. Een reisjapon of -pak zat gemakkelijk en was niet te warm of te koud. De kleding was gemaakt van grijze stof, waar je de reisstof niet zo snel op zag.


In Wenen maakten Simon en zijn vrouw veel gebruik van de omnibus. Hij noemt dit een ‘zeer ouderwetsch soort van voertuig dat men nog in menigte langs Weenens straten ziet rijden’. Er werd veel gewinkeld en gewandeld en natuurlijk gingen ze ’s avonds uit. De stad viel in de smaak: ‘Wenen maakte op ons een zeer grandioze indruk. Ruime straten en pleinen, schoone gebouwen zowel voltooid als in aanbouw zijnde.’


Wat nam men zoal mee in de koffer voor een reis van vier weken? Simon noteert in één van zijn journaals voor een reis door Zwitserland: ‘4 flanellen, 4 hemden, 4 onderbroeken, 2 sporthemden, 1 nachtdas, 11 paar sokken, 19 zakdoeken, 5 overhemden, 12 boordjes, 10 paar manchetten, 2 dassen zwart, 3 gekleurde strikken, 1 lange gekleurde, 2 paar laarzen, 1 paar pantoffels, 3 pakken, 1 overjas, 1 grijze hoed.’ Voor vier weken slechts vier onderbroeken. Gelukkig noteert Simon dat hij zo nu en dan de was heeft weggebracht.

Simon van Gijn vergeet zijn eigen land niet. In de jaren negentig van de negentiende eeuw maakte hij twee keer een reisje door Nederland. Hij is onder de indruk van de oude Hollandse stadjes, zoals Volendam, Hoorn en Enkhuizen, dat ‘er lang zo vervallen niet uitziet als ik had verwacht’.


Ik heb genoten van de reisverhalen met de leuke wetenswaardigheden en eigenlijk zijn er geen grote verschillen met nu. We maken nog steeds gebruik van reisgidsen, bezoeken we toeristische attracties, kopen we souvenirs en dragen we comfortabele reiskleding. De publicatie Op reis met Van Gijn is rijk geïllustreerd, heeft 128 pagina’s en het ISBN is: 9789071722196. Prijs: € 12,50. Te koop bij het Huis Van Gijn. Een mooi cadeautje voor de decembermaand.

De afbeeldingen komen uit de publicatie Op reis met Van Gijn.