Tatoeage

Is het je ook opgevallen dat zoveel jongeren tatoeages laten plaatsen? Harten, religie, namen, dieren, bloemen, personen, teksten, nummers, je komt het allemaal tegen. The Lone Knitta liet een tatoeage zetten op haar onderarm, een bol breiwol met een paar breinaalden. Ze moet wel een fervent breister zijn, wil je tot deze stap overgaan. Zij schrijft: ‘It came out better than I thought I would. I love that he made it look like hand painted yarn! Next I am getting a spinning wheel!’

Mocht je overwegen een vergelijkbare tatoeage te laten zetten, dan heb ik het adres voor je waar The Lone Knitta is geweest: Peacock Tattoo in Jacksonville.

Komt een vrouw bij de dokter

Komt een vrouw bij de dokter Wat moet ik er nog over zeggen? De afgelopen week kon je geen krant of tijdschrift openslaan zonder een artikel over deze film tegen te komen. Iedereen had er al een mening over. Donderdag 26 november ging de film in première en na twee dagen bereikte de film al de status van Gouden Film, 100.000 bezoekers. Binnen vier dagen gingen ruim 200.000 bezoekers naar de bioscoop voor KEVBDD. Dit is het beste openingsweekend voor een Nederlandse film ooit.

In de boekenkast van Eline staat het boek Komt een vrouw bij de dokter al enkele jaren. Zij las het autobiografische verhaal van Kluun. Ik nam het boek pas een paar weken geleden in mijn handen. Stijn (Kluun), een reclameman die geld als water verdient, leeft als God in Amsterdam. Hij is getrouwd met Carmen en heeft een dochtertje, Luna. Alles gaat voor de wind totdat zijn vrouw borstkanker krijgt. Stijn is verslaafd aan de vrouwen en is niet vies van een alcoholisch drankje. Het is moeilijk om sympathie te krijgen voor een man die het niet kan laten om vreemd te gaan terwijl zijn vrouw borstkanker heeft. Toch gaat Stijn helemaal voor zijn vrouw en zal tot op het allerlaatste moment alles voor Carmen doen.
Terug naar de film. Op de poststapel lagen nog steeds twee bioscoopkaartjes die ik voor 16 december moest gebruiken. Dat zou de film KEVBDD worden. Maandagavond 19.00 uur vond ik een prima keuze. Voor de zekerheid twee plaatsen gereserveerd, alhoewel het op maandagavond niet spaak zou lopen… Ik vergiste me. Om 18.45 uur konden we buiten in de rij aansluiten. Nagenoeg uitverkocht, eveneens voor het tijdstip van 21.15 uur. De beginscènes van de film volgen elkaar in rap tempo op. Te snel, waardoor je niet goed de kans krijgt om de karakters van Stijn, Carmen en Roos (vriendin van Stijn) te leren kennen. Naarmate de film vordert komt er een passend tempo met een uitstekend einde. Barry Atsma speelt de rol van Stijn voortreffelijk. Hij draagt de film. Carice (Carmen) van Houten en Anna (Roos) Drijver mogen er ook zijn, maar komen niet boven Barry Atsma uit. Reinout Oerlemans zorgt voor prachtige opnames waardoor we zijn regiedebuut als geslaagd kunnen zien.

Merklap van Leentje Hoekstra

Josefien: ‘In 2005 werd ik de eigenaar van een vrij simpel merklapje: driemaal het alfabet, en dan symmetrisch nog een aantal patroontjes. Het heeft de datering 1901 en de initialen L en H. Het kwam bij mij via een mevrouw uit Workum, die de lap van de maakster had gekregen. De merklap werd gemaakt door Leentje Hoekstra. Leentje werd geboren op 7 augustus 1890 in St. Nicolaasga, buurtschap Huisterheide, in Friesland. Ze kwam uit het gezin van Tjeerd Wiebes Hoekstra en Jacobje Tjallings Ykema. Dit echtpaar trouwde in 1889. Leentje was hun eerste kind, ze werd geboren in 1890. Daarna volgden de kinderen elkaar in rap tempo op: dochter Tietje (1892), zoon Wiebe (1893), dochter Klaasje (1894), zoon Wiebe (1895, weer een Wiebe, omdat de vorige was overleden), zoon Tjalling (1898), zoon Anne (1901).

Leentje maakte haar merklap in 1901, dus ze was toen 10/11 jaar. Waarschijnlijk kreeg ze handwerkles op school.

Leentje trouwde in 1912 met Wietze Andries Nijenhuis. Wietze was eerder getrouwd geweest (huwelijk in 1894) met Pietje Hartholt, maar zijn eerste vrouw overlijdt in 1908 op 35-jarige leeftijd. Ze hadden geen kinderen. Wietze hertrouwt dan met de veel jongere Leentje en ze hopen vurig samen wel kinderen te krijgen. Zij was toen 21 en hij 38.


De Kerkstraat in het dorp rond de tijd van haar huwelijk: 1912

Op mijn zoektocht naar gegevens over Leentje schreef de mevrouw uit Workum mij het volgende:

…”De merklap heb ik ooit gekregen van Lena Hoekstra, waar ik 35 jaar geleden (± 1970) in de huishouding heb gewerkt. Mevrouw had naar mijn mening een moeilijk leven gehad. Zij had namelijk een broer en een zus die beiden een verstandelijke handicap hadden. Zij was na haar huwelijk de enige die de familie nog kon uitbreiden, voor een stamhouder kon zorgen. Maar ze heeft nooit kinderen gekregen. Haar naam werd in het dorp vaak genoemd omdat ze door haar grote kinderwens zelfs kussens onder haar kleding verstopte en zo deed alsof ze in verwachting was. Dhr. Nijenhuis was een zeer rijke mijnheer, hij bezat vele boerderijen in het dorp Katlijk. Later is er naar hem een straat vernoemd: de W.A. Nijenhuisweg, die weg bestaat nog steeds.”…

Natuurlijk wilde ik weten waaróm hij een eigen straat had gekregen en ik vond de volgende informatie op de website van de gemeente:
…”In 1890 werd er een Gereformeerde Schoolvereniging opgericht, met als doel de oprichting van een Chr. school voor Katlijk en Mildam. Maar het schoot niet erg op met die vereniging want de plaats waar de school zou moeten komen, was een heet hangijzer. De vereniging liep op niets uit. In 1914 werd er een nieuwe vereniging opgericht. Eén van de initiatiefnemers was de heer Wietze Andries Nijenhuis. Hij opende op 10 juli 1914 een vergadering, in de consistorie van de Gereformeerde kerk in Mildam, om de mogelijkheden te bespreken.


De Nijenhuisschool in Katlijk

W.A. Nijenhuis was het die de stoot gaf tot het oprichten van deze vereniging en het bouwen van een school met een huis voor het schoolhoofd, dit ondanks het feit, dat hij en zijn vrouw Leentje Hoekstra zelf geen kinderen kregen. Nijenhuis was boer in Katlijk en werd later ook wethouder van de gemeente.”…


Het echtpaar Nijenhuis

Mevrouw B. schreef mij verder dat Wietze in 1953 overleed en al zijn bezittingen naliet aan zijn vrouw. Zij leefde nog twintig jaar, maar werd op latere leeftijd dement. Zij stierf op 22 september 1973, op 81-jarige leeftijd, in Heerenveen. Het vele geld dat zij nog bezat heeft zij aan de kerk geschonken.

Bij het schoolmerklapje hoort dan opeens een heel verhaal…’

Chess dress / schaakjurk

Is de schaakjurk niet mooi? En wat vind je van het kroontje en ketting met schaakstukken? Prachtig toch! Ik vond de afbeelding in Library and Archives Canada. Het is mevrouw Ritchie en op 24 februari 1876 stond zij met dit kostuum in de Ottawa Free Press. Op pagina twee was het volgende te lezen: ‘Ritchie Mrs ? Chess-skirt of white velvet and crimson silk in checks; train black velvet, trimmed with band of checkered satin, silk and white velvet waist, trimmed with band of similar check and horiton lace, coronet and necklace composed of Eastern chess men.’

Borduren en breien loopt weer

Vandaag lees ik in de Volkskrant: ‘Het was u wellicht ontgaan, maar de kruissteek is niet meer wat hij is geweest. Een merklap met de geborduurde tekst: “Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens” – het is niet meer van nu. Tijd dus om ons bij te laten praten door handwerkautoriteit Julie Jackson, die betoogt dat borduren nog “springlevend” kan zijn, mits minder braaf getoonzet dan vroeger. Vandaar Home Sweet Home in Fuck Off!, en de kruissteek kan weer jaren mee. Haar doe-het-zelfboek Subversive Cross Stitch verschijnt nu in het Nederlands als Achterlijke gladiool in een vertaling door Volkskrant-redacteur Wilma de Rek, die flink gepiekerd zal hebben om voor die Amerikaanse krachttermen Nederlandse equivalenten als Zuipen kreng en Mag ik dood? (en Naar de kloten) te bedenken. De geborduurde titel op het omslag is van de hand van Elsbeth Louis, pr-medewerker van De Harmonie. Ze leverde een vlekkeloos werkstukje af, maar was er zoveel uur aan kwijt, dat de rest van de patronen toch maar aan Nederlandse borduurprofessionals is uitbesteed.’

In de speciale bijlage Horen & Zien, boeken, cd- en dvdbijlage van de Volkskrant lees ik het volgende: ‘Een bestseller in het genre: Collapse Weave, creating the Three-Dimensional Cloth. Daar zijn er de afgelopen weken toch zeker 25 van verkocht. “Het is weer iets nieuws, hè. Weven waarbij de stoffen er bovenop worden aangebracht.” De medewerkers van boekhandel Van de Moosdijk in Someren vernemen trends van klanten, op beurzen en lezen het in vakbladen als Handwerken zonder Grenzen en Textiel Plus.
… Het assortiment Handwerken en Textiel is een trekpleister. Soms komen er volle bussen langs, als onderdeel van een uitje van een vrouwenbond. Er komen bestellingen uit verre buitenlanden. De titels weerspiegelen de diversiteit: edities van de Stitchionary, Victorian Embroidery, Crazy Quilts, ABéCédaire à 4 mains, Nieuwe Kreuklint-ideeën. Er zijn boeken in het Japans; de liefhebber kan uit de voeten met de tekeningen, weten ze in Someren. Zelf houdt eigenaresse Willemien van de Moosdijk (81) niet eens zo van handwerken. Het is zo gegroeid. Zo’n dertig jaar geleden begon ze met verzamelaarsboeken in de winkel, die juist deze maand vijftig jaar bestaat. “We wilden zelf meer dan alleen maar romannetjes. Klanten vroegen er om.” Quilten, daar hebben ze tegenwoordig veel over. Borduren en breien loopt weer. Eén plankje kantklossen slechts. Een winkel in Rotterdam was daar specialist in. Die verkocht ook materiaal. Die competitie moet je niet aangaan. Uiteindelijk, zegt Van de Moosdijk, raken we alles kwijt. “Als iets uit de mode raakt, vallen nooit alle gelovigen af.” ‘ …

Sweet memories

Tot en met 13 februari 2010 is de expositie Sweet Memories te zien in het Stadsmuseum Almelo. Een dierbaar voorwerp. Een voorwerp met herinneringen en verhalen. Prettig weemoedig. De vaas van oma, de pijp van overgrootvader. Het poëziealbum van een jong gestorven meisje. Dergelijke voorwerpen staan centraal in de zoektocht naar de geschiedenis van de eigenaar. Wie was die oma? Waar kwam ze vandaan? Wat deed overgrootvader eigenlijk? Wie was dat meisje? Wat mankeerde haar? Per vitrine wordt zo naar aanleiding van een dierbaar voorwerp telkens één persoon gepresenteerd.

Tussendoor is dan nog de tentoonstelling Kerstkribjes te zien van 12 december tot en met 9 januari 2010. De kribben komen uit verschillende particuliere verzamelingen en zijn behalve in het Stadsmuseum Almelo te zien in verschillende woon- en zorgcentra, zoals De Hofkamp, Eugeria, De Klokkenbelt, Friso woon- en zorgcentrum, Het Meulenbelt, De Koppel en de Theresiahof in Bornerbroek. Er is een routekaart gemaakt waarop de verschillende locaties zijn aangegeven. Overigens zijn er ook kantklosschilderijtjes te zien met kerst als onderwerp.

Terug naar Sweet Memories. Iedereen heeft minstens één dierbaar voorwerp met een mooi verhaal. Dat kan van lang geleden zijn, maar ook onlangs bij je gekomen zijn. Het voorwerp wordt gebruikt of zorgvuldig opgeborgen om slechts bij speciale gelegenheden tevoorschijn te komen. Ik heb vandaag mijn bijzondere vulpen op de foto gezet. Enkele jaren geleden kreeg ik deze vulpen cadeau van de kinderen. Ik ben er erg blij mee. De vulpen is me zeer dierbaar en ligt altijd bij mijn agenda. Jij hebt vast ook een dierbaar voorwerp met een mooie herinnering?

Naaisters in een confectieatelier

Hendrik Jan Wolter (1873-1952) wordt gerekend tot de vroege Hollandse luministen, waar onder andere ook Jan Toorop toe behoorde. Tijdens zijn studietijd aan de Antwerpse academie leerde Wolter het werk van Claude Monet en Alfred Sisley kennen en sloot hij vriendschap met de Belgische luminist Emile Claus. In 1904 trouwde hij met Popkolina Van Hoorn en gingen zij in het Gooise Laren wonen. In 1924 werd Wolter hoogleraar aan de Amsterdamse Rijksacademie voor Beeldende Kunsten. Jaren na zijn dood kreeg Wolter, in 1959, voor het eerst een buitenlandse expositie, in Parijs.

Naaisters in een confectieatelier is de titel van dit schilderij dat een afmeting heeft van 575 x 685 mm. De naaimachine is uitgevonden, het begin van de confectie. Men hoeft niet meer naar de kleermaker
voor kleding, op grote schaal wordt door vrouwen confectiekleding gemaakt. Dat scheelt aanzienlijk in prijs. Op het schilderij zie je de vrouwen aan een lange smalle tafel werken. Er mag niet gepraat worden, werken is het motto. Rechtsachter staat de cheffin die toezicht houdt. Heb je lang haar, dan is het verplicht om het haar op te steken. Uit veiligheidsoverwegingen? De drie dames op de voorgrond dragen een witte schort terwijl de anderen een blauwe dragen. Hebben we hier te maken met rangverschil? De vrouwen zitten op een eenvoudig krukje. Voor een paar uurtjes is dat te doen, maar dag in dag uit… de rug zal er niet blij mee zijn. De grote wasmanden zijn gevuld met lappen witte katoen. Is de opdracht om de lappen van een zoom te voorzien? Fijn dat er elektrisch licht is want de kleine ramen zorgen voor weinig daglicht. Maar hoe deze vrouwen werkelijk hun werkdag ervoeren, zullen we nooit te weten komen.

Knit-tet

Een gebreide schort, daar denk je niet één twee drie aan. Ik tenminste niet. Maar Knit-tet heeft een fraai exemplaar in hun assortiment als onderdeel van het afdroog design. De ontwerpen komen van Liset van der Scheer en de producten worden ambachtelijk geproduceerd in een van de laatste breifabrieken van Nederland. Het garen is sterk, een mengeling van katoen en acryl waardoor het na talloze wasbeurten de kleur en vorm behoudt. Een leuk sinterklaascadeautje voor de keukenprinses!?

In 2005 won Knit-tet voor hun keuken- en badkamertextiel bij de verkiezing van de Nederlandse designprijzen de eerste prijs in de categorie interieurtextiel.

De gift van Sint-Nicolaas

Jaren moest Sint-Nicolaas de strijd aangaan met de kerstman. Maar de Sint is populairder dan ooit. Hij staat met stip op nummer één. Nu de goedheiligman weer in ons land is gearriveerd, gaan we cadeautjes kopen, surprises en gedichten maken.

In Museum Ons’ Lieve Heer op Solder is tot en met 6 december 2009 de tentoonstelling Sinterklaas! In voor- en tegenspoed te zien. Ook in de oorlog hielden de mensen de sinterklaastraditie in ere. Hun sinterklaasgedichten gingen vaak over de Duitse bezetting. Hinke Piersma, als onderzoeker verbonden aan het NIOD, kreeg in 2008 toevalligerwijs een sinterklaasgedicht uit de bezettingstijd onder ogen. Hierdoor gefascineerd ging zij verder op zoek. Een oproep leverde een stroom van gedichten op waarvan zij er een aantal in bruikleen afstond aan Museum Ons’ Lieve Heer op Solder. Naast de gedichten is er op de tentoonstelling een verzameling sinterklaaskaarten, cadeaupapier uit verschillende tijden en foto’s uit huiselijke kring te zien.

Hinke Piersma stelde de gedichtenbundel Zou de goede Sint wel komen… sinterklaasgedichten uit de Tweede Wereldoorlog samen.

Op een veiling van Sotheby’s in 2005 verwierf Museum Ons’ Lieve Heer op Solder het 17e eeuwse schilderij De gift van Sint-Nicolaas van Cornelis de Vos (1584-1651). Op het schilderij dat omstreeks 1640 geschilderd moet zijn, zien we links twee jonge dames die aan het kantklossen zijn. De dame recht voor ons zit dromerig voor zich uit te staren. Zij heeft een naaikussen op haar schoot liggen met daarop wit textiel, wat het meeste op een kledingstuk lijkt. De Sint gooit een zakje geld door het raam naar binnen. Volgens een oud verhaal deed hij dat drie nachten achter elkaar. Met het geld van Sinterklaas konden de drie meisjes hun bruiloft betalen. Zij waren daarmee van een gelukkige toekomst verzekerd. De goedheiligman heeft hen gered.

Nog een expositie over de goedheiligman, en wel in Utrecht. In Museum Catharijneconvent is tot en met 3 januari 2010 de expositie Sint-Nicolaas op bezoek te zien.

In deze log kun je het verhaal van Sint-Nicolaas lezen. De betekenis van de kleding van Sint en Piet lees je in deze log. En de feestverlichting is er ook weer.

Zsolnay dakpannen in Tompa

Naar aanleiding van dit ‘patchwork’dak stuurde Frouke mij deze schitterende foto’s met de volgende tekst: ‘Deze neogothische kerk staat ergens in een totaal verlaten streek tussen een aantal dorpen in Hongarije (in het grensgebied met Servië). Waarschijnlijk heeft hij gehoord bij een landgoed van een grootgrondbezitter, die ter meerdere ere van zichzelf en hopelijk ook Onze Lieve Heer deze kerk heeft laten bouwen. De stijl hoort thuis in een stad… en absoluut niet in de achtertuin van een landgoed midden-in-de-wereld en tussen een paar keuterboerderijtjes. Het patroon van de pannen is kostelijk van kleur en motieven. Des te groter was het gevoel van vervreemding toen we inderdaad achter de kerk het zeer aan groot onderhoud toezijnde landhuis ontdekten, waar we in de tuin onder de enorme bomen een verzameling psychiatrische/geriatrische patiënten ontwaarden die in verschillende maten van lethargie voor zich uit zaten te staren. Als ik filmer was koos ik het geheel direct als decor voor een of andere “film noir”… Zo’n plek, met zo’n combinatie van uitbundige vrolijkheid en diepe triestigheid blijft je bij. Het zijn ontdekkingen om nooit te vergeten en niet vindbaar in enige reisgids…’


St. Anna kerk in Tompa