Amsterdam II

Het is me gelukt om op de valreep naar de expositie Modepaleizen 1880-1960 in het Amsterdams Historisch Museum te gaan. Manlief en Thijmen voelden ook wel wat voor een dagje Amsterdam en zo gingen wij met z’n drietjes op stap.

Een museumbezoek trok Thijmen niet, dus gingen de heren naar het schaakfestijn op het Max Euweplein. De NOS was ook aanwezig en maakte opnamen voor het Jeugdjournaal. Heb je de uitzending gemist? Geen probleem, hier zijn de beelden te zien.

Aan de tentoonstelling Modepaleizen 1880-1960 is veel tijd en aandacht besteed. De opzet is zeer geslaagd en in de interviews die te beluisteren en te zien zijn, is een waardevolle aanvulling voor de expositie. De catalogus, die naar mijn idee goed verkocht wordt, is een mooi naslagwerk.

Maison de Bonneterie is één van de weinige grote modezaken die nog bestaan. Josef Cohen en Rosa Wittgenstein openden in 1889 in de Kalverstraat hun eerste winkel in manufacturen en gebreide goederen. Al snel werd het assortiment uitgebreid met luxe damesconfectie en kinderkleding. In 1909 werd een groot modemagazijn naar Frans voorbeeld geopend.
Aan Maison de Bonneterie werd het predicaat hofleverancier op 31 augustus 1901 verleend door Koningin Wilhelmina. Het begrip hofleverancier werd in Nederland geïntroduceerd door Lodewijk Napoleon, al sprak men destijds nog van marchant du roi, koopman des Konings. In 1815, toen Willem I tot Koning der Nederlanden was uitgeroepen, veranderde de titel in hofleverancier. Het predicaat staat onder meer voor bewezen kwaliteit, soliditeit en continuïteit van de onderneming.
In de loop van de dag liep ik Maison de Bonneterie binnen om de sfeer te proeven die er vandaag de dag is. Naar mijn mening heeft de modezaak in Den Haag meer allure.

Ik nam de tijd om een aantal interviews te beluisteren. Zeer kostelijk waren de gesprekken met de dames Constance Wibaut (86) en Eva Pennink (96), oud-moderedactrices. In deze log kun je met de beide dames kennismaken in het videofilmpje. Marianne David, ontwerpster/designer bij Metz & Co van 1959-1972, vertelde een alom bekende uitdrukking:

“Is de vrouw eenmaal binnen bij Liberty, dan staat de man buiten te bibberen”

Arthur Isaac (74), directie de Bijenkorf, vertelde dat de Bijenkorf naast de stoffen- en modeafdeling bekend stond om de spectaculaire vormgeving van de etalages. Deze lieten door hun uiterlijk zien wat je bij de Bijenkorf kon kopen: stijl, kwaliteit en luxe. Voor de vormgeving ervan huurde de Bijenkorf speciale etaleurs in, soms zelfs kunstenaars. Nieuwe kleding werd aan de hand van thema’s gepresenteerd. Vanaf de jaren ’50 was het Benno Premsela, die de etalages van de Bijenkorf beroemd maakte.

Coco de Meyere, vrouw van Oger Lusink, liet haar neus ook zien op deze tentoonstelling en bij de entree van het museum kwam ik een bekende persoon uit weblogland tegen: yvonnep. Hoe is het mogelijk in een stad als Amsterdam. Samen liepen we naar de Slegte waar de heren inmiddels waren gearriveerd.

Manlief had twee boeken gevonden, waar ik al een ruime poos op zoek naar ben. Als eerste het informatieve boekje Kant van L.W. van der Meulen-Nulle en als tweede Blauwdruckhandwerk in Ungarn van Otto Domonkos. Jaren ben je op zoek naar naslagwerken over blauwdruk en vind je niets. Nu binnen een zeer korte tijd ben ik meerdere boeken over blauwdruk rijker. Francisca had onlangs haar best al gedaan in Jever.

Ik bracht een bliksembezoek aan The American Book Center om de nieuwe VOGUEknitting, 25th anniversary issue, in te zien. Volgens de computergegevens was dit nummer binnengekomen, maar onvindbaar in de schappen.

Tijdens het eten van een pizza bij La Place Mangerie besloten we de dag af te sluiten met een vroege filmvoorstelling. Mijn keuze viel op Becoming Jane bij Cinecenter en de heren gingen voor de spectaculaire Die Hard 4.0 bij Pathé De Munt.
De mannen liepen even gezellig met mij mee naar het Cinecenter en onderweg liep ik zowaar Frans Molenaar bijna omver. Dat krijg je als je té veel op manlief en Thijmen let, die voor de zoveelste keer bij een rood verkeerslicht oversteken. ‘We zijn in Amsterdam’, is hun excuus.

Becoming Jane is een prachtig kostuumdrama óver Jane Austen. Jane Austen is nooit getrouwd en het is speculeren of de verhouding die zij rond haar 22ste had met een Mr.Darcy- achtige figuur werkelijk van invloed is geweest op haar leven en dan met name op haar schrijven. Deze film gaat over de relatie die Jane had in de tijd dat zij aan het begin van haar loopbaan als schrijfster stond.

Laat op de avond vertrokken we vanuit het noorden van het land weer terug naar het zuiden. Het was een inspirerend dagje Amsterdam, dat vooral in het teken stond van mode/kostuums. Aan één ding zal ik nooit wennen in onze hoofdstad; de enorme hoeveelheid rommel die je overal tegenkomt. Op straat wordt van alles neergegooid en de bioscoopzalen zijn bezaaid met resten etenswaren. Erg jammer!

13 gedachten over “Amsterdam II

  1. @Jenny, het was zeker de moeite waard. Gezellig en prachtig weer; droog en niet te warm. Jammer dat het jou niet meer lukte om mee naar deze expositie te gaan.

  2. Leuk verslag Berthi,jullie hebben je wel vermaakt daar. Veel gedaan en gezien. En een dag is zomaar om. Vandaag zeker een beetje uitgeput? De moeite waard denk ik.

  3. Dit klinkt als een gezellig dagje uit, fijn.
    En wat goed dat je nog een paar boeken vond, die op je wishlist stonden.

  4. Berthi dat was beslist een goedgevuld heerlijk dagje A’dam .

  5. Bedankt voor je uitgebreide verslag.
    Zo kan ik ook van je dagje Amsterdam genieten en lezen wat ik gemist hebt. Maar dit wordt ruimschoots goedgemaakt door jou verhaal.

  6. hahaha, en we hebben nog dezelfde foto gekozen ook! Had je tussendoor nog tijd om te eten? Overigens is het zo dat Amsterdammers goed uitkijken waar ze wel en waar ze niet wachten voor het verkeerslicht. 🙂 Dat scheidt de Amsterdammers van de rest van Nederland. En die rommel, dat wordt niet alleen door Amsterdammers gedaan, Berthi. Zomers worden wij nogal geteisterd 😉

  7. @yvonnep, Jane Austen schrijvend aan haar bureautje… dat is toch de mooiste foto!
    Ik zal tegen de heren vertellen dat alléén de Amsterdammers weten waar ze wel en waar ze niet over kunnen steken bij een rood verkeerslicht!:-)
    Goed om te horen dat de troep niet alleen door Amsterdammers wordt veroorzaakt. Jammer dat de toeristen zo gemakkelijk zijn met hun rotzooi. Ik zal het nooit in mijn hoofd halen om rommel op de straat te gooien, hier niet en niet in het buitenland. Ik heb mijn kinderen altijd geleerd om hun eigen troep weg te gooien op de plaatsen die ervoor bestemd zijn.
    Maar is het niet zo, als er al rommel ligt dat de mensen, toerist of niet, gemakkelijker worden en het er gewoon bijgooien?

  8. Bedankt voor je verslag Berthi! Wat geweldig dat je weer een blauwdruk-boek hebt gevonden en wat een bekend boek van mw. Van der Meulen-Nulle. Een bekende naam uit de verhalen van mijn moeder uit de kantkloswereld……….
    Ik houd helemaal niet van bioscopen (ook vanwege jouw bovenstaande beschrijving), maar misschien weet deze film me te verleiden……..
    Vroeger gingen we één à tweemaal per jaar naar A’dam en dan was een bezoek aan de Bijenkorf en Maison de Bonneterie onvermijdelijk……….
    Voor mij is nu bij een bezoek aan A’dam the American Book Centre onvermijdelijk……….
    smullen……..
    Bedankt voor dit virtuele bezoek!

  9. wat Berthi man en zoon op 1 dag in amsterdam doen kun je vergelijken met een marathon,. Prestatie hoor en leuk om de verhalen te lezen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *